De Wmo is er voor mensen die hulp nodig hebben om thuis te kunnen blijven wonen. En de Wmo is ook bedoeld voor mensen die niet meer zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. Geldt dat voor u? In beide gevallen is uw gemeente dan verplicht om u te ondersteunen.
U komt in aanmerking voor een Wmo-voorziening als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent niet meer zelfredzaam en u kunt niet meer meedoen in de samenleving omdat u een aandoening of een beperking hebt. Of omdat u langdurige zorg nodig hebt. U hebt geen of onvoldoende mogelijkheden het zelf op te lossen.
Als u, vanwege uw handicap of beperking, niet zonder hulp kan meedoen in de samenleving en/of niet voldoende voor uzelf kan zorgen (beschermd wonen) en/of de thuissituatie hebt verlaten (o.a. dak- en thuislozen), behoort u tot de doelgroep van de Wmo.
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is bedoeld voor mensen die hulp nodig hebben bij het zelfstandig thuis wonen, het ontmoeten van anderen en voor de ondersteuning van mantelzorgers. Voorbeelden van ondersteuning uit de Wmo zijn: maaltijdservice, huishoudelijke hulp en een scootmobiel.
Gemeenten ondersteunen mensen met een ziekte of beperking en ouderen die thuis wonen. Het doel is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en dat zij goed mee kunnen doen in de maatschappij. Dit is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Officieel heet deze wet Wmo 2015.
Wmo aanvragen bij uw gemeente
Het Wmo-loket of het sociale wijkteam van uw gemeente geeft u informatie over de Wmo. En helpt u bij de aanvraag van voorzieningen uit de Wmo. U kunt bij uw gemeente ook vragen naar de gratis cliëntondersteuning.
Gemeenten mogen geen algemene inkomensgrens stellen voor de Wmo. Wijst uw gemeente uw aanvraag voor ondersteuning om die redenen af? Dan kunt u daar tegen bij de gemeente bezwaar maken.
Voor de eigen bijdrage in 2022 kijken we naar uw vermogen in 2020. In 2020 is het heffingsvrije vermogen € 30.846 per persoon.
Goed om te weten: niet al uw spaargeld telt mee. Er is in 2020 een vrijstelling van 30.846 euro per persoon. Heeft u dus een vermogen dat lager is dan de vrijstelling, dan heeft dat geen invloed op de eigen bijdrage.
Het aanvragen van hulp en ondersteuning vanuit de Wmo regel je via het Wmo-loket van jouw gemeente. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoering van de Wmo. Heb je hulp nodig bij het aanvragen van hulp via de Wmo? Dan kun je via de gemeente een onafhankelijke cliëntondersteuner inschakelen.
Wanneer u niet meer in staat bent om uw huishouden zelf te doen (bijvoorbeeld door een ongeval, ziekte of omdat u slecht ter been bent), kunt u huishoudelijke hulp inschakelen. Om in aanmerking te komen voor de WMO dient u contact op te nemen met uw gemeente.
U betaalt voor de meeste Wmo hulp en ondersteuning € 19,00 per maand. Dit wordt het abonnementstarief genoemd. Het abonnementstarief geldt voor alle maatwerkvoorzieningen en voor de algemene voorzieningen waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie.
Gemeenten in Nederland krijgen een budget van de Rijksoverheid om de de Wmo uit te voeren. Dit landelijke bedrag wordt over alle gemeenten verdeeld. Worden er meer aanvragen voor hulp gedaan? Dan betekent het niet dat er meer geld vanuit de Rijksoverheid naar uw gemeente gaat.
omvang van 40 uur per week. Deze normtijden worden gebruikt bij het berekenen van de totale benodigde tijd voor de activiteiten met betrekking tot kinderen.
Vanaf 2020 is de eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen voor iedereen maximaal € 19,00 per 4 weken, ongeacht inkomen of draagkracht. Dat heet Wmo-abonnementstarief. Dit betekent niet dat u altijd € 19,00 betaalt. Als u gedurende een periode bijvoorbeeld minder ondersteuning krijgt, betaalt u ook minder.
Wmo-ondersteuning en wijkverpleging zijn mogelijk als u thuis (= zelfstandig) of in een kleinschalig wooninitatief woont. De Wlz geeft recht om in een zorginstelling te gaan wonen. Bijvoorbeeld een verpleeghuis of een instelling voor gehandicaptenzorg.
In 2022 kunt u huurtoeslag krijgen als uw vermogen op 1 januari 2022 niet hoger was dan € 31.747. In 2021 was dat maximaal € 31.340. Hebt u een toeslagpartner? In dat geval mag uw vermogen op 1 januari 2022 van u samen maximaal € 63.494 zijn.
Hoe hoog is de eigen bijdrage? In eerste instantie betaalt iedereen die naar een verpleeg- of verzorgingshuis gaat de lage eigen bijdrage. Die verschilt van 174 euro tot 913,20 euro per maand (2022), afhankelijk van het inkomen en vermogen. Op de website van het CAK kunt u een proefberekening maken.
Hoeveel spaargeld mag je hebben als je 65 bent? Als je In Nederland 65+ bent dan mag je in 2022 €50.650 belastingvrij sparen. Heb je een fiscaal partner of ben je getrouwd dan wordt dit bedrag verhoogd naar €101.300 voor jullie samen.
Voorwaarden voor compensatie ouderentoeslag in 2022
U heeft op 31 januari 2022 de AOW-leeftijd bereikt (u bent dan minimaal 66 jaar en 7 maanden). U had op 1 januari 2020 meer dan € 30.846 aan vermogen. Uw verzamelinkomen over 2020 min 4% van uw grondslag sparen en beleggen is lager dan € 20.869.
Hoeveel spaargeld mag je hebben 2021? In het jaar 2021 mag je een heffingsvrij vermogen hebben van € 50.000. Met een partner is het heffingsvrij vermogen vastgesteld op € 100.000.
Met ambulante begeleiding worden cliënten ondersteund in het dagelijks leven. Dit gebeurt met zorg op maat zodat mensen de regie kunnen voeren over hun eigen leven, om zoveel mogelijk zelfstandig deel uit te kunnen maken van de samenleving.
Scootmobiel, rolstoel en aanpassingen aan auto of fiets
Naast hulpmiddelen in huis, kun je via de Wmo ook hulpmiddelen vergoed krijgen die de mobiliteit in en om de woning te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan een scootmobiel, rolstoel of een aangepaste fiets. Of je deze hulpmiddelen vergoed krijgt, bepaalt de gemeente.
De Wmo is grotendeels gericht op mensen vanaf 18 jaar die zelfstandig wonen. Zorg voor kinderen wordt vanuit andere wetten vergoed. Toch kunt u als ouder van een zorgkind met de Wmo te maken krijgen.
Als het nodig is, kan de gemeente ervoor zorgen dat iemand via WMO Wonen voorrang krijgt op een huurwoning. Dat is geregeld in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). In overleg met u kan de gemeente vaststellen of u hiervoor in aanmerking komt.