Bessen snoeien doe je in het vroege voorjaar, in de maand maart. Let er bij de aalbes op dat er ook direct na aanplant gesnoeid moet worden. Snoei alleen als het niet vriest.
Gelijkmatig oogsten kunnen worden bereikt door elk jaar de bovenkant van de struik te snoeien en uit te dunnen. Het snoeien kan beginnen nadat de bladeren in november zijn gevallen. Aalbessen lopen vroeg uit, zodat de uitdunning uiterlijk eind januari in milde winterperiodes voltooid moet zijn.
Snoeien blauwe bes
Een blauwe bes hoeft niet of weinig gesnoeid te worden. Als je wilt snoeien doe dat dan in de rustperiode tussen eind november en half februari, wanneer het niet vriest. Je snoeit lelijke, oude en dode takken weg, plus takken die naar binnen groeien en/of kruisende takken.
Snoei na het planten
Om een goede ontwikkeling van nieuwe scheuten vanuit de grond te bevorderen wordt de zwarte bes bij het planten met de vertakkingen in de grond gezet. Deze takken (meestal twee of drie) worden na het planten vlak boven de grond op een oog dat naar de buitenkant van de struik gericht is, gesnoeid.
Aalbessen hebben niet veel voeding nodig; te veel stikstofrijke mest zorgt voor te veel groei en dat gaat te koste van de opbrengst. Aalbessen stellen wel een kaliumgift op prijs voor een goede bloei en vruchtzetting. Als voeding kun je een matige gift van een algemene organische NPK-meststof geven.
Een aalbes wordt een enorme wirwar van takken als je deze niet goed snoeit. Door de grote hoeveelheid bessen gaan de hoofd-of gesteltakken ook maar een aantal jaren mee en moeten die verjongd worden. Verwijder alle takken die elkaar kruisen en snoei de uitgebloeide takken terug tot een gezond zijtakje.
Door ze elk jaar in februari/maart te snoeien wordt er een goedgevormde struik en besrijke struik in stand gehouden . De zomersnoei eind mei begin juni. Het rijpen van de bessen wordt hierdoor bevorderd door nieuwe zijscheuten tot op een paar ogen terug te snoeien.
Van 1 gezonde volwassen plant haal je een opbrengst van zo'n 4- 5 kilo zwarte bessen, de planten kunnen gemakkelijk 10 jaar of nog langer een goede oogst geven.
Een dosis van 30-40 g meststof/plant of 70-120 g/m² is ideaal. Tip: Blauwe bessen zijn zuurminnende planten. Verzuur daarom elk jaar de bodem rond de plant zodat hij het beste kan aarden. Het verzuren van de bodem doe je met DCM VIVIMUS® VOOR HEIDE, RHODO & ALLE ZUURMINNENDE PLANTEN.
Blauwe bessen houden van zure grond. De beste PH-waarde voor blauwe bessen ligt tussen de vier en vijf. Vervolgens moet je ervoor zorgen dat het gebied waarin je plant geen water laat staan of dat de grond te droog is. Blauwe bessen hebben grond nodig die vocht kan vasthouden maar waar water ook goed kan weglopen.
Blauwe bessen zijn erg gevoelig voor nachtvorst. Om schade aan het gewas te beperken, zijn maatregelen noodzakelijk. Blauwe bessenstruiken die in bloei staan zijn erg gevoelig voor nachtvorst.
Natuurlijk kan je ze ook als 'snoer' kweken voor optimale productie van bessen. Hierbij kan je hagen vormen tussen 1.0 meter tot 2.2 meter hoogte. Rode bessen bloeien reeds vroeg in het voorjaar.
Blauwe bessen (Vaccinium corymbosum) kunnen ongeslachtelijk vermeerderd worden door winterstekken/houtstekken, zomerstekken/scheutstekken en door afleggen of marcotteren. Het snoeihout (februari-maart) is bruikbaar als stekhout.
Geef de struiken eind februari voldoende mest, maar nooit overdrijven. In deze mest moet stikstof, fosfor, kalium en magnesium aanwezig zijn. Een klein beetje kalk is al voldoende. Wat voor rode bes geldt, geldt ook voor de witte en zwarte bes.
Oude sering snoeien
Om ervoor te zorgen dat het groen weer laag in je eigen tuin komt, zul je drastisch moeten snoeien. Dit doe je tijdens de rustperiode van de plant (november tot en met maart). Zaag de oude takken of oude stam tot ongeveer 50 centimeter boven de grond af. Na het snoeien gaat je sering weer uitlopen.
De rode bes behoort tot de aalbes (Ribes rubrum). De witte bes behoort ook tot de aalbes, zodat er - behoudens de kleur van de bessen - eigenlijk geen verschil bestaat tussen rode en witte bessen.
Bemesting en pH voor blauwe bosbessen zijn erg belangrijk voor een gezonde groei! Bij blauwe bessen gebruikt u geen kalkrijke meststoffen en ook geen verse organische mest. In maart bemesten met gedroogde organische meststoffen (koemest) of traagwerkende scheikundige meststoffen en zuurwerkende meststoffen.
Wat te doen als je de zuurheid kent? Indien je grond zuurder wil maken om sommige planten een juiste bodem te geven, vul de grond dan aan met turf of afgemaaid gras. Is de grond te zuur om planten te kweken, voeg dan kalk toe of compost. De grond meer of minder zuur maken, doe je niet in één seizoen.
In principe heeft de blauwe bes niet veel snoeien nodig, zeker de jongere planten niet. Hier hebben we onze struiken (variërend van anderhalf tot zeven jaar oud) nog nooit gesnoeid. Als je blauwe bessen snoeit, doe dat dan vooral pas na het tweede jaar na planten en snoei dan in januari-februari.
Bosbessen zijn kleiner dan blauwe bessen en hebben een donkerdere kleur en diepblauw sap. Ze groeien aan lage struiken waarvan de bladeren in de herfst vuurrood kleuren. Bosbessen hebben bovendien weinig extra toevoegingen nodig, omdat ze van zichzelf al een lekkere smaak hebben.
De zwarte bes zit boordevol vitaminen, mineralen en antioxidanten. Zwarte bessen zijn goed voor je immuunsysteem, kunnen bijdragen aan de gezondheid van je ogen en hart en kunnen zelfs het risico op kanker verminderen.
Red Lake rijpt ook middentijds en geeft zeer lange zeer los gevormde trossen met grote rode bessen. Het ras valt op door de zeer goede smaak. Als gevolg van het lagere zuurgehalte smaken de bessen namelijk zoeter. Red Lake wordt daarom gezien als het ras met de beste smaak.
Rode bessenstruiken staan graag op een zonnig plekje en worden zo'n 1 a 2 meter groot. Een populaire soort en makkelijke plant is de Ribes Rubrum 'Jonkheer van Tets'. Ook de Ribes rubrum 'Rovada' geeft mooie grote, rode bessen en behoort tot de meest verkochte soorten.
Wanneer snoeien we de Japanse wijnbes:
Snoei ieder jaar in het voorjaar (maart) de oudere scheuten die vrucht hebben gedragen tot 40 cm terug. De oude takken sterven vaak al vanzelf af na 2 of 3 seizoenen, verwijder dode takken tot de grond.