Je moet er alleen voor zorgen dat je de juiste gewassen op het juiste moment teelt. Idealiter begin je plannen te maken in januari en februari, de grond zaai-en plantklaar maken doe je begin maart en later die maand gaan de eerste planten al de grond in. Toch is het belangrijk om elk jaar het weer te evalueren.
Een moestuin beginnen in maart
Als je in maart begint met een moestuinbak pak je meteen het hele seizoen mee en kun je hetzelfde seizoen nog oogsten. Zo kun je meteen aan de slag met worteltjes, bietjes, spinazie of radijsjes en voor je het weet kun je van mei tot november oogsten uit jouw kweekbak of kweektafel.
Maak voordat je begint de grond vlak en spit de aarde van de moestuin goed om. Verwijder zoveel mogelijk begroeiing/onkruid. Als je dat gedaan hebt, bedek je de bovenste 10 centimeter van de moestuin met Intratuin biologische moestuingrond. Plaats aan de hand van je ontwerp de zaden en plantjes op de juiste plek.
In maart kun je de volgende gewassen al in de moestuin zaaien: spruitjes, raapstelen, radijs, rapen, snijbiet, spinazie, tuinkers, herfst- en winteruien, wortelen, kapucijners, doperwten, peultjes, postelein en prei. Tip: Sommige planten kun je beter wel, of juist beter niet naast elkaar zetten.
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
Het korte antwoord op de vraag: voor een moestuin van ongeveer 200 m2 heb je ongeveer 8 uur per week nodig. Maar eigenlijk kan je het niet zo kort en bondig beantwoorden, want hoeveel tijd je besteedt aan je moestuin hangt af van veel factoren, zoals de grondsituatie, beplanting, gewassen en je manier van tuinieren.
Een moestuin vraagt immers dagelijks om wat aandacht. Voor een echte beginneling is een lapje grond van zo'n 10 m² ruim voldoende. Als je ervan droomt om – bijna – het hele jaar door je eigen verse groenten te oogsten, dan moet je ongeveer 50 m² oppervlakte per persoon voorzien.
Kies voor je moestuin een zonnig plekje, liefst aan de west- of zuidkant van het huis zodat de gewassen beschermd worden tegen oosten- en noordenwind. Voor een goede groei hebben gewassen minstens vijf uur zon per dag nodig.
In maart kunnen de eerste gewassen direct de grond in. Denk hierbij aan spruitjes, radijs, spinazie, herfst- en winteruien, wortelen, doperwten, rapen, snijbiet, peultjes, prei, postelein, raapstelen en kapucijners. De temperatuur is dan hoog genoeg voor deze gewassen om te overleven.
Grond voorbereiden voor moestuin
Verwijder onkruid, resten van gewassen van vorig jaar, eventuele grote stenen en ander afval. Is de grond niet bevroren of te nat, maak de aarde dan los. Werk er vervolgens veel organisch materiaal doorheen, zoals compost of goed verteerde stalmest.
Is dit je allereerste moestuintje, begin dan met groenten die snel en zonder veel omkijken groeien: snij- en pluksla, rucola, spinazie, radijzen, rode bietjes, warmoes, worteltjes, bonen en uien. Makkelijke kruiden zijn bieslook, peterselie en koriander.
Een moestuinbak moet ongeveer 20 cm diep zijn
Omdat je de bak straks gaat vullen met Makkelijke Moestuinmix, hoeft die niet al te diep te zijn. Deze mix geeft je planten namelijk precies wat ze nodig hebben en daarom is een laag van 20 cm mix voldoende.
Vooral wanneer je over veel beplantbare grond beschikt, kan jouw groente- en fruitoogst met de juiste planning en voorbereiding het hele jaar door voor genoeg oogst zorgen om zelfvoorzienend te leven. Zodat dit ook jou gaat lukken, lees je hier veel nuttige tips, om een succesvolle zelfvoorzienende moestuin te creëren.
Een moestuin beginnen
Volgens Jelle Medema van Makkelijke Moestuin - een website waarop kennis gedeeld wordt over moestuinen en zaden - kun je met het kweken van je eigen eten behoorlijk wat geld besparen. Hij rekende uit dat een bak van 120 bij 120 centimeter per jaar al rond de 200 euro aan biologisch eten oplevert.
Bij een vegetarisch dieet dat net voldoende is om in leven te blijven, is is er in Nederland rond de 350 vierkante meter grond nodig om zelfvoorzienend te zijn. Hier is niet de oppervlakte van je huis meegerekend.
Als je een klein moestuintje hebt van 1 x 2 meter, kost je dat een half uur tot een halve dag, afhankelijk van de kwaliteit van de grond. Ben je daarmee klaar, dan kost het planten, zaaien, onkruid wieden, water geven en oogsten hooguit nog 10 minuten per dag. Dat moet voor iedereen wel haalbaar zijn.
Doordat je in een moestuinbak duidelijk afgescheiden groenten kweekt heb je minder last van onkruid. Zaden waaien namelijk minder makkelijk in de bak en vaak maak je gebruik van schone, onkruidvrije moestuingrond. Het kweken in een moestuinbak scheelt je dus uren onkruid wieden.
Plantjes groeien niet
Dit kan te maken hebben met het weer: te warm, te koud, te droog, te nat. Veel wind kan ook de oorzaak zijn: dan moet je plantjes te veel energie stoppen in het rechtop blijven staan en gaat dat ten koste van de groei. Staan plantjes te dicht op elkaar dan kunnen ze ook niet goed groeien.
Voor je aardappelteelt volstaat een flinke bemesting met verteerde stalmest of met compost. Vervolgens moet je er voor zorgen dat je grond rijk is aan kalium (kali of tuinpotas) en magnesium (kieseriet). De kalium zorgt voor een betere vruchtvorming en de magnesium voor een mooier en sterkere loof.
Hoeveel pootaardappelen je nodig hebt, hangt af van hoeveel plaats je vrij hebt in de moestuin en hoeveel kilogram je wenst te oogsten. Gemiddeld mag je rekenen op ongeveer 4 kg oogst per vierkante meter geplante pootaardappelen.
Het was een ongelooflijke goede opbrengst, ongeveer een halve emmer per stronk. Wetende dat je met 1 plantaardappel ongeveer 20 grote aardappelen kan kweken, dan mag het wel gezegd zijn dat moeder natuur een milde gever is.