Een lens van 200 mm of 300 mm werkt bijvoorbeeld heel goed. Doordat je inzoomt lijkt het meteen al alsof je op ooghoogte fotografeert. Je kunt er makkelijk een exemplaar uit pikken. Dit werkt heel goed als je een veld bloemen hebt en er één bloem uit wilt lichten.
Lenzen speciaal voor macrofotografie
Dat houdt in dat op een sensor van 36 x 24 mm, een onderwerp van dezelfde grote beeldvullend op de foto kunt krijgen. Sommige lenzen hebben een vergrotingsfactor van wel 5:1. Het brandpunt op je macrolens hangt volledig af van de onderwerpen die u wilt fotograferen.
Je kunt voor het fotograferen van insecten dus beter kiezen voor een langere lens – circa 90mm tot 180mm – in plaats van de (doorgaans goedkoopste) lenzen die een brandpuntsafstand van ongeveer 40mm tot 60mm hebben. Sommige macrofotografen maken er een sport van echt contact met een beestje te maken.
Voor het fotograferen van insecten is een macro-objectief nodig waarmee u van zeer dichtbij op het onderwerp kunt scherpstellen. Met een macro-objectief (Nikon noemt deze Micro-NIKKOR-objectieven) kunt u onderwerpen op bijna ware grootte fotograferen.
Streef naar een klein diafragma (groot f-getal) als je wilt dat er meer dan alleen een klein deel van het insect in focus is. Als je tijdens de vlucht een insect fotografeert, probeer dan handmatig scherp te stellen. Focus op de ogen, zoals bij elk ander dier om de meeste indruk te maken.
Kies dan voor een dioptrie-voorzetlens. Deze lens lijkt op een soort brillenglas en komt in verschillende sterktes. De voorzetlens kun je makkelijk op de camera schroeven en verkort de minimale afstand waarop je nog kunt scherpstellen. Voordeel: je hebt al een voorzetlens voor €20,-.
Een macrolens is handig voor fotografen die zich willen toespitsen op detailfotografie. Met deze lenzen maak je vanaf een hele korte afstand tot het onderwerp een scherpe foto. Dit lukt met de meeste andere lenzen minder goed. Je legt er alles op ware grootte mee vast, zoals kleine details van insecten of bloemen.
De meest bepalende factor bij een close-up is je compositie, dus de manier waarop je het beeld van de foto 'indeelt'. Je kunt er bij een close-up voor kiezen om je onderwerp beeldvullend in beeld te brengen of je kunt het ongeveer tweederde van je scherm laten vullen zodat je ook een een stukje (vage) achtergrond ziet.
Een lens tussen de 50mm en de 200mm is perfect voor het maken van portretten omdat er dan bijna geen vertekening optreedt. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe verder je van het model af moet staan voor je compositie. Daarom is het soms handiger om een lens uit te kiezen waarbij je niet te ver weg hoeft te staan.
Bedenk welke lens bij jouw gebruikssituatie past
Ga dan voor een telephoto lens van bijvoorbeeld 100-400mm. Fotografeer je vaak in donkere situaties? Kies dan een lens met een groot maximaal diafragma voor meer lichtinval, zoals f/1.2 of f/1.8. Voor portretfotografie gebruik je een lens van 35mm of 50mm.
Een fotoserie maken is dus iets anders dan veel (bijna) dezelfde foto's maken van hetzelfde onderwerp. Je maakt dan wel een reeks foto's, maar meestal vanuit de intentie om achteraf de beste foto te kiezen. Fotoseries laten daarentegen een diversiteit aan facetten, invalshoeken en interpretaties zien van één onderwerp.
Met de gratis te downloaden app ObsIdentify is het eenvoudig om dieren en planten te herkennen. Je maakt een foto van het betreffende insect/dier of plant en de app geeft binnen enkele seconden uitsluitsel om welke soort het gaat. De app herkent inmiddels al meer dan 22.000 soorten.
Ze zijn met bijna een miljoen beschreven soorten verreweg de grootste en meest soortenrijke groep onder de dieren en dan zijn er ook mogelijk enkele miljoenen soorten nog niet eens ontdekt. Het is niet vreemd dat je insecten dus overal tegenkomt, niet alleen op land maar ook in het (zoete) water.
Het verschil tussen USM en STM is dat USM sneller scherpstelt waar STM vloeiender scherpstelt, wat een voordeel is tijdens het filmen met een dSLR.
Met een verhouding van 1:2 is het sensorbeeld slechts de helft van het origineel en spreken we eerder van een close-up. Groter maken dan in werkelijkheid kan ook. Met een verhouding als 2:1 of hoger kun je minieme details echt enorm opblazen.".
Het kenmerk van macrofotografie met een compactcamera is dat je een groothoek-effect krijgt, heel veel van de omgeving komt ook scherp op je foto. Erg geschikt dus om een plant of dier in zijn natuurlijke omgeving af te beelden.