Vanaf 4 maanden kun je beginnen met de eerste oefenhapjes groente en fruit. Zodra je kind hieraan gewend is kun je pindakaas of ei aan deze hapjes toevoegen. Het advies is om te beginnen met het geven van pindakaas en ei vóór je kind 8 maanden is.
Van belang is wel dat de pindakaas die aan baby's wordt gegeven zo min mogelijk toegevoegde suikers en zouten moet bevatten. Veel baby's vinden pindakaas de eerste keer niet zo lekker vanwege de plakkerige structuur. De meeste baby's zijn pas gewend aan een smaak na 8 tot 10 keer proeven.
Belangrijk: wekelijks minimaal 10 gram pindakaas aanbieden, dat is gelijk aan 3 theelepels. De pindakaas door de babyvoeding roeren of op een boterham smeren. Vaker of meer mag ook. Hoe lang dit wekelijks moet is onbekend; het advies is om dit minimaal tot de leeftijd van 1 jaar vol te houden.
Waarom moet je ei en pinda vroeg introduceren? Door vroeg pinda en ei te introduceren, kunnen veel allergieën worden voorkomen. Een voedselallergie kan ontstaan als voedsel via een beschadigde huid, zoals eczeem, in het lichaam komt. De huid is niet de juiste plaats om voor het eerst met voedsel in aanraking te komen.
Vanaf 4 maanden mag een baby beginnen met vaste hapjes (groente/ fruit). Het advies is om dan ook te starten met het geven van pinda en ei. In ieder geval voor de 8 maanden. Het beste kun je deze voedingsmiddelen de eerste keren niet tegelijk geven.
Hoe kun je pinda en ei geven aan je baby? Je kunt beginnen met een halve theelepel pindakaas zonder stukjes of een theelepel fijngemaakt gebakken of hardgekookt ei. De twee dagen daarna geef je elke dag steeds een beetje meer. Als dat goed gaat kun je elke week een flinke eetlepel pindakaas of ei geven aan je kind.
Lekker en gezond beleg
Kies in eerste instantie voor smeerbaar beleg zoals light zuivelspread, fruitstroop of jam. (Smeer)kaas en smeerleverworst worden in verband met de hoeveelheid zout tegenwoordig helemaal afgeraden. Geef verschillende soorten beleg en kies voor varianten zonder toegevoegd zout en suiker.
Voor een baby in de eerste hapjes-fase is het nog niet nodig om het brood te beleggen. Besmeren met zachte margarine is genoeg.
Bij de start vervangt een half ei 1 portie vlees. Geef je kindje maximum 1 ei per week. Vanaf 12 maanden mag je maximaal 6 eieren per week eten, inclusief eieren verwerkt in bereidingen zoals mayonaise en gebak.
De aanbevolen hoeveelheid is 3 tot 4 flesvoedingen per dag, van 200 ml melk per voeding. Het is een richtlijn. Neem voor persoonlijk advies over de frequentie en hoeveelheid melk contact op met het consultatiebureau. Wanneer je kleintje genoeg heeft gehad, geeft je baby dat zelf aan.
Menigeen was er als kind al dol op: een boterham met pindakaas én banaan. Lekker hartig en zoet tegelijk. Maar er is nóg een heel goede reden om deze combinatie te blijven eten. De vitamine C in de banaan zorgt er namelijk voor dat het plantaardige ijzer in de pindakaas en de granen beter wordt opgenomen.
Een baby van 6 maanden mag dingen eten zoals:
Fruit als banaan, mango, perzik, appel, peer, abrikoos, meloen en papaya. Ongezoete pap. Pasta, rijst, brood, en aardappel. Goed gekookte of gebakken vette vis als zalm, of vlees en kip, zolang het goed doorbakken of gekookt is.
Een kind met pinda-allergie vertoont een allergische reactie als hij een pinda heeft gegeten of op een andere manier met pinda's in aanraking is geweest. Een kind kan allergische reacties gaan vertonen als een piepende ademhaling en huiduitslag.
Hele pinda's en noten kun je het beste pas geven vanaf een jaar of vier. Tot die tijd zijn de tanden en kaakspieren niet voldoende ontwikkeld om dit eten goed te kauwen en slikken. Het geniet dan ook de voorkeur om tot die tijd gemalen noten gemend met fruit of doe ze door de risotto met kip en cashewnoten.
Als je gezonder wil eten kun je beter pindakaas van pinda 85 plantaardige olie nemen, of pinda zonnebloemolie. De ingrediënten van deze varianten zijn een stuk beter. Er zit minder transvet in, en transvetten is iets wat je wilt voorkomen.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Als je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes vast voedsel (goed geprakt).
Start met enkele lepeltjes groentepap. Gaat het goed, voer de hoeveelheid dan langzaam op tot gemiddeld 150 gram. Tegen de leeftijd van 1 jaar neemt dit toe tot 250 à 300 gram. De ideale verhouding is: 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, deegwaren of witte rijst.
Dit kan koemelk zijn, maar ook karnemelk, yoghurt of sojamelk. Bijvoorbeeld: 150 ml koemelk bij het ontbijt en 150 ml yoghurt als toetje na het avondeten. Je mag yoghurt al geven vanaf de leeftijd van 8 maanden. Dit is dan bedoeld als een toetje na het avondeten, niet om borst- of kunstvoeding te vervangen.
Krijgt je kleintje ook vaste voeding, hou dan goed in de gaten dat je schat deze aanbevolen hoeveelheden water of melk binnen krijgt: 130 – 150 ml / kg / dag tot 4 maanden. 120 – 130 ml / kg / dag tussen 4 en 8 maanden. 100 – 110 ml / kg / dag tussen 8 en 12 maanden.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Brood eten vanaf 6 maanden
Hier kan hij op sabbelen en bijten. Vanaf 7 maanden geef je ook stukjes brood met korst. Dit helpt om te leren kauwen. Ook al heeft je kleintje nog geen tanden, hij kan heel goed kauwen en sabbelen met zijn kaken.
Rauwe vlees- en visproducten.
In rauwe dierlijke producten zoals filet americain en ossenworst kunnen bacteriën zitten waar je baby erg ziek van kan worden. Dit geldt ook voor rauwe eieren, gerookte of rauwe vis en zuivelproducten die van rauwe melk gemaakt zijn, zoals boerenkaas.
De allerkleinsten kunnen beginnen met bruinbrood, zonder pitjes of hele korrels. Besmeer het brood met wat zachte margarine of halvarine. Beleg is in het begin nog niet echt nodig, maar kan wel. Belangrijk is dan om te kiezen voor smeerbaar beleg en het brood te snijden in kleine stukjes.