Er zijn wel testen voor jonge kinderen. Dus als het noodzakelijk is te testen, dan is het wel mogelijk. Als er geen noodzaak is om te testen (zie boven), is het aan te raden te wachten tot het kind 7 of 8 jaar is.
De cognitieve ontwikkeling van de mens is gekoppeld aan zijn/haar leeftijd. Met elk jaar dat een kind ouder wordt, wordt het slimmer. Aan het einde van de puberteit is de cognitieve ontwikkeling gestabiliseerd. Een 18-jarige doet dan een IQ test amper nog beter dan een 16-jarige.
Is een IQ-test bij kinderen betrouwbaar? Een IQ-test is nooit helemaal betrouwbaar. Daarom kan men nooit weten of het gemeten totaal-IQ ook iemands ware intelligentie weerspiegelt. Het gemeten IQ is een momentopname.
De Wechsler Intelligence Scale for Children - Fifth edition - Nederlandstalige bewerking (WISC-V NL) is een algemene intelligentietest voor kinderen en jongeren van 6 tot en met 16 jaar.
Het IQ van je kind testen of je kind laten testen op hoogbegaafdheid geeft inzicht in sterke en minder sterke vaardigheden van je kind, en zijn of haar totale intelligentieniveau. Met een intelligentieonderzoek wordt in kaart gebracht wat voor jouw kind de exacte onderwijsbehoeften zijn.
Het gemiddelde IQ van een kind is 100. Een kind dat dus bij een intelligentietest een IQ scoort hoger dan 100, is intelligenter dan een 'gemiddeld' kind.
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Leg uit dat hij/zij denkpuzzels en denkopdrachten gaat doen. Vermijd het woord test (dat kan prestatiedruk oproepen), maar noem het liever ook geen spelletjes; dat wekt bij kinderen vaak de indruk dat het héél leuk gaat worden, en dan valt het tegen als blijkt dat het soms ook moeilijk of saai kan zijn.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Hoogbegaafde kinderen hebben een IQ van 130 of hoger. Ook zijn ze creatief in de manier waarop ze denken en hebben ze veel doorzettingsvermogen. In de praktijk wordt alleen het IQ gebruikt om te 'meten' of een kind hoogbegaafd is. Dat komt doordat doorzettingsvermogen en creatief denken moeilijker te meten zijn.
Iedereen vindt zijn of haar eigen kind bijzonder, maar de 2-jarige Kashe is écht een wonderkind. Het Amerikaanse meisje heeft een IQ van 146 en is als jongste persoon ooit toegelaten tot Mensa, een internationale vereniging van en voor mensen die bij een IQ-test in de bovenste 2% van de bevolking scoren.
Hoe kun je hoogbegaafdheid testen? Om hoogbegaafdheid officieel te kunnen testen, is op de eerste plaats een IQ-test nodig. Onderdeel van hoogbegaafdheid is namelijk een bovengemiddelde intelligentie, wat zich vertaalt naar een IQ score van 130+.
Directe signalen
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
90 – 110: normaal.
De testafname duurt ongeveer 2-3 uur, dit is afhankelijk van verschillende factoren. De test kan het beste in de ochtenduren worden afgenomen omdat de meeste kinderen/pubers/jongeren zich over het algemeen dan beter kunnen concentreren dan 's middags.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
Bij Kinderpsychologenpraktijk Marijke in Amsterdam-Centrum kunnen kinderen (vanaf 6 jaar) en jongeren (pubers tot 17 jaar) terecht voor het testen van hun intelligentie. Uit een intelligentieonderzoek wordt het IQ (de maat voor intelligentie) berekend bij je kind. IQ staat voor 'intelligentiequotiënt'.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Hoogbegaafde kinderen zijn zich bijvoorbeeld vaak al veel bewuster van relaties en verwachtingen dan hun leeftijdsgenoten. Bovendien leggen zij de lat voor zichzelf vaak hoog. En/of kunnen alles wat zij denken, voelen en weten, nog niet in woorden uitdrukken.
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Bij een intelligentietest behalen zeer makkelijk lerende kinderen een IQ-score hoger dan 130. Meestal bezoeken zij de reguliere basisschool.
Genen die zowel de structuur als het functioneren van het brein beïnvloedden, vormen een verklaring voor de gemeten IQ-verschillen. Posthuma zegt in haar proefschrift dat verschillen in IQ voor wel tachtig tot negentig procent aan erfelijke factoren liggen.