Door groen en rood licht door elkaar te schijnen krijg je licht dat eruit ziet als geel licht. Als dit gemengde licht op een rood voorwerp schijnt aborbeert groen en weerkaatst rood. En als het op een groen voorwerp schijnt absorbeert rood en weerkaatst groen.
Zo kun je bijvoorbeeld de kleur bruin krijgen door rood en groen met elkaar te mengen. Echter kun je ook bruin krijgen met de secundaire kleuren oranje en paars of de primaire kleuren rood, geel en blauw.
Ligt ook aan de kleuren rood en groen die je gebruikt, maar het zal normaliter een donker mengsel worden, donderbruin/zwart.
Andere kleuren ontstaan door het mengen van rood, groen en blauw in verschillende verhoudingen. De hoofdmengkleuren zijn cyaan, geel en magenta: geel is een mengsel van 100% groen en 100% rood, cyaan is een mengsel van 100% groen en 100% blauw, magenta is een mengsel van 100% blauw en 100% rood.
Blauwe voorwerpen weerkaatsen blauw licht. Witte voorwerpen weerkaatsen alle kleuren licht. Zwarte voorwerpen weerkaatsen geen enkele kleur licht. De kleuren die voorwerpen niet weerkaatsen worden opgenomen.
Een gekleurd oppervlak absorbeert alle kleuren (zou er zwart uitzien) behalve de kleur van het oppervlak (daarom heeft het ook die kleur). Rood licht op een groen blad: rood wordt geabsorbeerd.
Het voorwerp weerkaatst dan nog steeds blauw en ziet er dus blauw uit. Maar als datzelfde blauwe licht op een rood voorwerp valt, wordt het blauwe licht geabsorbeerd en wordt er geen licht weerkaatst. Het resultaat is dat het rode voorwerp onder invloed van dit licht zwart lijkt.
Vermenging een primaire en een secundaire kleur (zoals rood + groen) of twee secundaire kleuren (zoals oranje + groen). Dit resulteert in een zogenaamde tertiaire kleur. Vooral het laatste resulteert vaak in modderige kleuren zoals grijs, bruin en zwart.
Door het mengen van een primaire en een secundaire kleur (bijvoorbeeld rood en groen) of twee secundaire kleuren (bijvoorbeeld oranje en groen) krijg je een tertiaire kleur. Vooral als je secundaire kleuren mengt, krijg je meestal modderige kleuren zoals bruin, grijs en zwart.
Voorbeelden: -Meng geel bij rood om een feller/oranje-achtig rood te krijgen. -Meng geel bij oranje om een lichter/feller oranje te krijgen. -Meng geel bij groen om een lichter/feller groen te krijgen.
Turquoise is in feite een mengsel van blauw en groen, dus zorg ervoor dat je een blauw gebruikt die al groene pigmenten bevat. Je kunt al zien in welke richting het pigment neigt door alleen naar de kleur te kijken: een groenig blauw duidt op een neiging naar groen, terwijl een paarsige blauw richting rood gaat.
De zuivere kleur magenta kan slechts worden verkregen door gelijke hoeveelheden van rood en blauw licht te mengen: magenta licht bestaat niet. De tinten van de extraspectrale sector lopen van fuchsia (met meer rood licht), over roze naar paars (met meer blauw licht).
Crème is een kleur die zich tussen geel en wit situeert. De kleur heeft zijn naam te danken aan room, die geproduceerd is van de melk van runderen die grazen in een natuurlijk weiland met planten die rijk zijn aan gele, carotenoïde stoffen. Hierdoor krijgt de witte kleur een heel lichte gelige tint erdoorheen.
Turquoise of turkoois (in het Vlaams ook appelblauwzeegroen) is een blauw-groene kleur, genoemd naar het mineraal turkoois.
Iemand die kleurenblind is kan sommige kleuren niet goed zien of ziet helemaal geen kleuren. Als iemand bepaalde kleuren niet goed ziet noemen we dat onvolledige kleurenblindheid. Rood-groen kleurenblindheid komt het vaakst voor. Dan ziet iemand weinig of geen verschil tussen rode en groene tinten.
Met een kleur
Want paars doet het heel goed met bijvoorbeeld oranje, groen, kobalt blauw en geel.
Afhankelijk van de kleurtinten blauw en oranje krijg je een donkere groentint.
Zwart geldt als de donkerste kleur die er is. Samen met wit en grijs behoort zwart tot de achromatische ("neutrale") ofwel niet-bonte kleuren. Deze staan in tegenstelling tot de bonte kleuren.
Voeg geel toe om zachtere tinten roze te krijgen. Hierdoor krijg je uiteindelijk een perzikkleur. Met een beetje violet of blauw krijg je een felroze kleur. Voeg meer toe om een tint als magenta te krijgen.
Als het voorwerp er groen uitziet, zijn rood en blauw geabsorbeerd en is groen gereflecteerd en als het een blauw voorwerp is, absorbeert het materiaal blijkbaar rood en groen licht en weerkaatst het alle blauwe licht.
Als licht op een voorwerp valt en absorbeert, dan verdwijnt de lichtstraal in het materiaal en wordt het voorwerp warmer. Een materiaal dat alle kleuren licht absorbeert, noemen we zwart (zie de linker onderstaande afbeelding).
Deze waarde geeft de totale hoeveelheid licht aan die een verlicht oppervlak weerkaatst. Hoe hoger de index, hoe meer de verf het licht weerkaatst. Je vindt deze informatie op de verfpot of in de documentatie van de fabrikant. De kleuren die het licht het meest weerkaatsen zijn lichte kleuren, wit en nuances van wit.