Wanneer u gaat boren dient de schakelaar zo te staan dat de boorkop een rechtsdraaiende beweging maakt om zo het verspanen en afvoeren van de materialen te laten plaats vinden. Wanneer u gaat schroeven en vooral schroeven uitdraaien, zult u de links-schakeling nodig hebben.
Rechtsom gebruik je voor boren en schroeven, maar wanneer een schroef weer los moet, is linksom wel zo handig. Ook bij het onverhoopt vastlopen van je boor kan de andere kant op draaien een oplossing bieden.
Bij het boren van een gat in de muur is het belangrijk dat je rekening houdt met de gewenste diepte van het gat. Leg daarvoor de plug naast de boor en teken door middel van een stukje tape de boor af, tot het punt waar je wilt boren. Op die manier boor je rustig een gaatje, tot je het stuk tape bereikt hebt.
Normaal gesproken kun je als vuistregel aanhouden dat wanneer je een gat moet boren dat groter is dan 8 millimeter, je voorboort met een boortje van 4 millimeter. Je plaatst daarom eerst het kleinere boortje in je boormachine en boort in het materiaal. Doe dit niet dieper dan de uiteindelijke schroef / plug lang is.
Voor hout- en plaatmateriaal is een houtboor het meest geschikt. Deze boor herken je aan het scherpe puntje. Maak met een priem een klein gaatje in het hout, zodat de boor niet weg kan glijden en precies op de juiste plek boort. Voor grotere gaten zijn andere typen boren geschikt.
Als vuistregel houden wij, bij GYZS, aan dat de schroeflengte 2,5x de dikte van het te schroeven materiaal moet zijn. Om een voorbeeld te geven: om een plank van 20mm vast te schroeven gebruik je het beste een schroef van 50mm lang.
Veel mensen weten wel hoe ze moeten boren, maar vragen zich regelmatig af: wanneer moet ik voorboren? In principe geldt altijd dat wanneer u een gat moet boren dat een diameter heeft die groter is dan 8 mm, u altijd eerst moet voorboren met een boortje van 4 mm.
Voor metrische (M) en metrisch fijne schroefdraad (MF) is er een gemakkelijke vuistregel. Namelijk de nominale maat van de schroefdraad dient verminderd te worden met de spoed. Dus bij een M6 schroefdraad die een spoed heeft van 1 mm zal de voorboordiameter worden 6-1=5 mm.
Voorbeeld: wil je schroefdraad M8 tappen dan moet je een gat boren van 6,8 mm. Machine tappen zijn geschikt om in een boormachine of speciale tapmachine te gebruiken.
Tip 3: Boor niet te diep
En de plug moet passen bij de schroef die in het gat gezet wordt. Maar ook de diepte van het geboorde gat is van belang. Als het gat niet diep genoeg is geboord, past de plug er niet volledig in. Is het gat juist te diep, dan gaat de plug er te diep in waardoor hij zijn werking verliest.
Gaten in de muur boren kan iedereen, maar een mooi gat boren in de muur is een ander verhaal. Dit komt door bijvoorbeeld verschillende soorten muren maar ook andere factoren spelen een rol. Allereerst; wat heb je nodig? Je hebt bij het boren van een gat in de muur een boormachine, schroef, plug, potlood en tape nodig.
De kleur van het boorstof verraadt uit welk materiaal de muur bestaat: Is het boorstof wit tot grijs en heel fijn? Dan heb je een betonmuur. Rood boorstof duidt onmiskenbaar op een bakstenen muur. Wit, zanderig boorstof zie je bij kalkzandsteen (ook wel gasbeton genoemd).
De meest gangbare varianten zijn de houtboor, steenboor en betonboor. De grootte van de boor kun je afstemmen met je schroeven. Wanneer je iets gaat ophangen in een stenen muur, heb je pluggen nodig. Pluggen gebruik je met name voor materialen waarin een schroef niet hecht.
Dit zijn een voorsnijder (1e tap), een midden-snijder (2e tap) en een na-snijder (3e tap). Door ze achter elkaar te gebruiken, maakt de derde de beoogde schroefdraad. De tapvolgorde wordt vaak aangegeven op de schacht door één, twee of drie ringen als merkteken.
Voor schroeven van 2,5 – 3,5 mm gebruikt u een plug van 6 mm, voor schroeven van 4,5 – 6 mm. een plug van 8 mm. De maat van de boor die u gebruikt, is hetzelfde als de maat plug: dus heeft u een plug van 6 mm doorsnee dan gebruikt u een 6 mm boor.
De diameter van de boor moet overeen komen met de diameter van de plug. Bij een plug met een diameter van 6 mm gebruik je een boor met een diameter van 6 mm. Door dezelfde diameter te gebruiken, zorg je dat de plug strak in de muur komt te zitten. Vervolgens kan je de schroef in de plug draaien.
Hanteer de vuistregel: Slotbout dikte + 1 mm = boor dikte. Heeft u bijvoorbeeld een slotbout van m10 dik, gebruik dan een 11 mm boor voor het voorboren.
Een steenboor is geschikt voor zachte en normaal harde (bak)steensoorten, en niet voor beton. Als je in steen gaat boren zorg er dan voor dat je een boormachine hebt met een klopboorfunctie erop. Tip! Er bestaan ook zogenaamde universeel boortjes die zowel door hout als door steen heen kunnen.
De steenboor is de standaardkeuze voor de meeste steensoorten. De boor is te herkennen aan de punt, waar een soort 'vleugels' aan zitten. In tegenstelling tot een houtboor heeft de steenboor niet een hele scherpe punt. Het loont daarom het eerste stuk zacht te boren en pas bij goede grip vol vermogen toe te passen.
Voor zachte metalen zoals koper en aluminium volstaan gewone stalen metaalboortjes. Voor harde metaalsoorten zoals roestvast staal kun je beter boren nemen die gemaakt zijn van chroom-vanadium, kobalt of titanium-carbide. De aanduiding HSS wijst op een hardere kwaliteit.