Kokerjuffers zijn larven van schietmotten. Schietmotten lijken op een soort nachtvlinders. Zij leggen hun eitjes in het water waar de larven een eigen schuilplaats bouwen van zand steentjes en plantenrestjes. Deze beschermende koker sleept de larve achter zich aan tijdens het jagen naar voedsel.
Vrijwel alle insecten leggen eieren. De eitjes worden op verschillende plekken gelegd, afhankelijk van de insectensoort. Dit kan dus in de aarde, op een plant, in dierenmest, voedsel en zelfs op of in dieren zijn. Volwassen insecten worden niet zo oud, in veel gevallen leven ze als larve veel langer.
Ei. Eitjes van libellen worden meestal in of vlakbij het water afgezet. Dit kan in het water zijn, in de waterbodem, in water- of oeverplanten, of op modder op de oever. Libelleneitjes zijn kleiner dan een millimeter en afhankelijk van de soort langgerekt, ovaal, of bijna rond van vorm.
In stilstaand water leven waterkevers, larven, wantsen, slakken, spinnen, bloedzuigers, watervlooien, en dan beginnen we maar even niet over micro-organismen. In de vegetatie en de zachte bodem van een vijver in biologisch evenwicht krioelt het van leven.
In de sloot leven niet alleen vissen. Het bruine water zit vol leven. Veel van het leven kun je met het blote oog niet zien. Algen, pantoffeldiertjes, raderdiertjes, watervlooien, allemaal microben die van de sloot hun thuis hebben gemaakt.
Je vindt : larve van steenvlieg, larve van kokerjuffer, larve van eendagsvlieg, en ook zoetwatervlokreeft, zoetwaterpissebed, slingerwormen, rode muggenlarve en rattenstaartlarve. Het aantal insecten dat heel zijn leven in het water leeft is niet zo groot. Wat kevers en wat waterwantsen, dat is het zo'n beetje.
Watervlooien zijn meestal bruin tot rood of wit van kleur. Het zijn diertjes welke met "kleine sprongetjes" door het water bewegen. Ze zwemmen vrij laag en laten zich steeds een klein stukje zakken, om vervolgens weer een klein sprongetje te maken om zichzelf voort te kunnen bewegen.
Ze worden dan ook wel waterbij of waterwesp genoemd. Ze steken echter niet want ze hebben geen angel, maar ze bijten en hard ook! Het bootsmannetje is zowel een goede zwemmer als een goede vlieger, lopen op het land gaat hem minder goed af want dat lijkt meer op huppelen.
Dit insect is ondanks de naam geen bij, maar een zweefvlieg en is al helemaal niet blind. De naam komt waarschijnlijk voort uit het feit dat deze soort wel erg op een bij lijkt maar niet kan steken. Daarnaast heeft de blinde bij, rijen haren op zijn ogen wat mogelijk tot de gedachte leidde dat hij blind was.
Juffers hebben een lang, dun achterlijf. In tegenstelling de tot echte libellen hebben de vleugels van juffers alle vier dezelfde vorm. De vleugels worden in rust meestal langs of boven het achterlijf samengeklapt. De ogen zijn gevormd als een halve bol en zijn geplaatst aan de zijkanten van de kop.
Als totemdier staat de libel voor transformatie en de gave om je aan omstandigheden te kunnen aanpassen. Als de libel in je leven verschijnt, wordt van je gevraagd om na te denken over illusies en slechte gewoonten en om speelser in het leven te staan.
Larven variëren in kleur en patroon, net als de volwassen lieveheersbeestjes. Vele larven zijn grijs van kleur maar soms ook geel, bruingeel of bruin. Naarmate de larven groter worden, vallen ook de stippen op hun achterlijf meer op.
Bedwantsen leggen graag eitjes in de naden en zomen van matrassen. In bedden is er namelijk genoeg warmte en vocht aanwezig om de eitjes te doen ontwikkelen. Een eitje is wit van kleur en is één millimeter groot. De eitjes worden in groepjes gelegd, dus je ziet dan allerlei korreltjes bij elkaar liggen.
Een sprinkhaanvrouwtje boort een gat in zachte grond. Daarvoor gebruikt ze een legboor. In een ondergronds nest liggen de eieren beschermd door schuim. Als een sprinkhaanvrouwtje gepaard heeft, zoekt ze een plekje voor haar eieren.
Kriebelbeestjes = Wormen, pissebedden en andere kriebelbeestjes worden door de mens vaak als lastig ervaren, maar voor de natuur zijn ze uiterst nuttig. Ze vervullen in het ecosysteem de rol van opruimers en afbrekers. Met hun activiteiten ...
De eitjes van vlooien zijn heel klein, slechts een halve mm en hebben een ovale vorm en witte kleur. Deze zijn een stukje lastiger te herkennen, maar minstens zo vervelend. Ze kunnen namelijk gemakkelijk uit de vacht vallen en op het tapijt of in dekens terecht komen en zo voor een plaag zorgen.
Zoals de meeste insecten, hebben vlooien een hekel aan de geur en smaak van azijn, dus zullen ze hun best doen om het te vermijden. Azijn is dan ook een goed middel om tegen volwassen vlooien te gebruiken. Azijn is veilig in gebruik en milieuvriendelijk.
Hoe ziet een vlooienbeet bij mensen eruit? Je ziet een rood bobbeltje met een wit of soms rood puntje erin. De beten zitten vaak op voeten, onderbenen, liezen en/of in oksels. Vlooien kunnen ook 'proef-bijten'.
Tijdens het vervellen scheurt dat omhulsel los van de vrouwelijke watervlo. Er ontstaat nu een drijvend 'winterei', dat meegevoerd wordt met de wind of met de veren van vogels die in het water passeren. Zo werkt de watervlo zijn eigen verspreiding in de hand. Pas na een rustpauze komen de wintereieren tot ontwikkeling.
Omdat de watervlooien leven van de algen moet je de algen goed laten groeien. Om de algengroei te bevorderen kun je af en toe een heel klein beetje bloedmeel in de bak doen. Je hebt echt maar heel weinig nodig dus koop geen grootverpakking. Ook een scheutje melk, wat gist of vlokvoer bevorderd de algengroei.
Watermijten zijn kleine, spinachtige waterdiertjes. Het zijn geen insecten, het is familie van de spin, net zoals de teek, waar ze ook wel wat aan doen denken. Watermijten hebben vier paar poten, acht dus in totaal. Watermijten zijn piepklein: de grootste zijn 2 à 3 mm, en de meeste zijn kleiner.
In een mooie, natuurlijke vijver leven niet alleen kikkers, padden en salamanders. Maar ook libellen, waterkevers en wantsen houden wel van zo'n plasje water. Voor andere dieren is het een plek om te badderen en te drinken.
Het bootsmannetje wordt ongeveer 15 millimeter lang en komt in alle wateren voor: zowel in permanente waterpartijen als grote regenplassen. Vanwege de relatief krachtige monddelen kan het insect beter niet opgepakt worden, want ze kunnen gemeen bijten.