Welke hormoonklieren staan onder invloed van de hypofyse? De hypofyse staat in verbinding met de bijnier, de schildklier en de geslachtsklieren, die op hun beurt weer andere hormonen aan maken. Zo staan het stresssysteem (HPA-as), de stofwisseling (HPT-as) en de voortplanting (HPG-as) onder regie van de hypofyse.
Functie van de hypofyse
Hormonen zijn boodschapperstoffen die – meestal via het bloed – onder andere de stofwisseling, de groei en de voortplanting regelen. De hypofyse vormt zo de schakel tussen het centrale zenuwstelsel en het hormoonstelsel buiten de hersenen.
De hypofyse stuurt de werking van een aantal hormoonproducerende klieren aan zoals de bijnieren en de schildklier, bij vrouwen de eierstokken en bij mannen de zaadballen. De hypofyse is zelf ook een klier en produceert zelf ook hormonen.
In de achterkwab (neurohypofyse) worden twee door de hypothalamus aangemaakte hormonen opgeslagen: Het antidiuretisch hormoon, ADH; Oxytocine.
In de voorkwab van de hypofyse (adenohypofyse) zitten zes verschillende soorten cellen die allemaal een ander hormoon aanmaken: thyroïd stimulerend hormoon, TSH : dit hormoon stimuleert de schildklier tot het aanmaken van schildklierhormoon.
Wat zijn de 7 hormoonklieren in het menselijk lichaam? De hypothalamus, hypofyse, schildklier, bijnieren, geslachtsklieren, alvleesklier en pijnappelklier.
De eerste bestaat uit cellen die hormonen produceren: GH (groeihormoon), prolactine (stimuleert borstvoeding), ACTH (bijnierschors stimulerend hormoon), TSH (schildklier stimulerend hormoon) en LH en FSH (stimulerende stoffen voor de geslachtsklieren).
De hypofysevoorkwab maakt zelf zeven hormonen aan. In de achterkwab liggen twee hormonen opgeslagen die zijn aangemaakt in de hypothalamus. De hypofyse bezit dus negen hormonen, die afgegeven kunnen worden aan het bloed.
De hypofyse stuurt het hormoon ADH op het juiste moment in de juiste hoeveelheid naar de nieren. ADH reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie daarvan. Het zorgt ervoor dat de nieren voldoende water vasthouden en niet te veel water loslaten.
De hypothalamus maakt drie hormonen. ADH, oxytocine en RH.
Hormonen aangemaakt door de hypofyse voorkwab
Thyroid (schildklier) stimulerend hormoon. TSH regelt de productie van schildklierhormoon (T4, en in mindere mate T3) door de schildklier. Adrenocorticotroop (bijnier) stimulerend hormoon. ACTH regelt de productie van bijnierschorshormoon (cortisol) door de bijnieren.
LH en FSH zetten de geslachtsklieren aan tot het produceren van geslachtshormonen en ze reguleren de voortplanting. Bij de vrouw reguleren zij de afgifte van oestradiol en progesteron. Deze hormonen stimuleren de eierstokken tot het aanmaken van eicellen. LH en FSH zijn belangrijk voor de menstruatiecyclus.
In het begin van de zwangerschap wordt progesteron aangemaakt door het gele lichaam (corpus luteum) in de eierstok. Na een aantal weken neemt de placenta dit over. Progesteron voorkomt dat de baarmoeder sterk samentrekt.
Lutropine (LH) is een lichaamseigen hormoon. Het stimuleert de eisprong en zorgt dat een bevruchte eicel zich kan nestelen in de baarmoeder. Bij vrouwen die geen kinderen kunnen krijgen, omdat de hypofyse (een klier in de hersenen) onvoldoende LH aanmaakt. Meestal kunnen u of uw partner zelf de injecties toedienen.
ACTH stimuleert de schors van de bijnieren, die zich net boven de nieren bevinden. De bijnierschors maakt het hormoon cortisol aan, ook wel het stresshormoon genoemd. Vrijwel elke cel van het lichaam heeft cortisol nodig.
Het bijniermerg produceert twee hormonen die belangrijk zijn voor de regulatie van onder andere de bloeddruk: adrenaline en noradrenaline. De schors is opgebouwd uit drie zones die elk een eigen functie hebben. De buitenste zone produceert hormonen die invloed hebben op de mineraalhuishouding.
Na een acute hevige stress-prikkel kan de hypothalamus via het ruggenmerg het bijniermerg (hormoonklier) opwekken om adrenaline en aan het bloed af te geven. Adrenaline werkt vaak samen met een ander bijniermerghormoon noradrenaline.
Als uw hypofyse niet meer (goed) werkt, kunnen we u behandelen met de hormonen die het eindorgaan aanmaakt. Dus met schildklier-, bijnierschors- of geslachtshormonen. Hebt u een tekort aan groeihormoon, dan kunnen we u groeihormoon per injectie geven. ADH kunt u als tablet krijgen als u hier een tekort van hebt.
De stof TSH (schildklier stimulerend hormoon) geeft de schildklier dit seintje. TSH wordt gemaakt door de hypofyse, een onderdeel van de hersenen. TSH stimuleert de schildklier om extra schildklierhormoon te maken.
De schildklier geeft de hormonen af in het bloed en kunnen zo overal in het lichaam hun werk doen. Met schildklierhormoon wordt niet één hormoon maar eigenlijk twee hormonen bedoeld: thyroxine (afgekort tot T4) en tri-jodothyronine (afgekort als T3). De schildklier maakt ongeveer vier keer zoveel T4 als T3.
De hypofyse produceert een aantal hormonen die de functie van andere klieren reguleren. Zo regelt de hypofyse de werking van de schildklier, de bijnieren, de geslachtsorganen (teelballen danwel eierstokken) en is het betrokken bij groei, melkproductie en waterhuishouding.
neurotransmitters, zoals serotonine. Ongeveer 15% serotonine komt uit de pijnappelklier. Dit hormoon reguleert de psycho-emotionele toestand van een persoon. Het verlicht stress, reguleert de spanning van gladde spieren en wordt overdag aangemaakt.
Hormonen worden gemaakt in een verschillende klieren: Hypothalamus en hypofyse.
De geslachtsklieren geven geslachtshormonen af, die de geslachtsorganen beïnvloeden. Zo worden er bij vrouwen hormonen geproduceerd in de eierstokken. Hier worden oestrogeen en progesteron afgegeven, die onder andere een rol spelen bij de menstruatiecyclus.
De hypothalamus is een belangrijk centrum voor de temperatuurregulatie van het lichaam, het honger- en dorstgevoel, het dag- en nachtritme (de biologische klok), het emotioneel gedrag en het geheugen. Samen met de hypofyse regelt de hypothalamus onder meer ons eetgedrag, onze temperatuur en vochtbalans.