Vierde graad neven en nichten (kinderen van broers of zussen van de ouders); oudooms en oudtantes (ooms en tantes van de ouders).
Je tante is 3e graads (in zijlijn): moeder (1) – oma (2) – tante (3). Het kind van je achternicht is 7e graads (in zijlijn): moeder (1) – oma (2) – over grootmoeder (3) – oudtante (4) – nicht van moeder (5) – achternicht (6) – kind van achternicht (7).
Vierde graad
betovergrootouders van uw partner; achterneven en achternichten (kleinkinderen van broers of zussen) van uw partner; neven en nichten (kinderen van broers of zussen van ouders) van uw partner; oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
Schoonouders (ouders van je echtgenoot) en stiefouder (echtgenoot van je ouder) zijn aanverwant in de eerste graad. Zwager of schoonzus (broer/zus van je echtgenoot of echtgenoot van je broer/zus) is aanverwant in de tweede graad. De aangetrouwde oom of tante is aanverwant in de derde graad.
Het aantal geboortes tussen de gemeenschappelijke voorouder en diens afstammelingen bepaalt de graad van bloedverwantschap in de zijlijn (tante - nicht, 3e graad verwantschap; nicht - neef, 4e graad verwantschap).
Een verwantschapsrelatie in de vierde graad is een broer, zus, oom, tante, neef, nicht, grootouder, overgrootouder, oudtante, oudoom, oudovergrootouder, nicht, neef, achternicht, achterneef of stiefouder .
Derde graad
overgrootouders;achterkleinkinderen;neven en nichten (kinderen van broers of zussen);ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Familie (eigen of aangetrouwd) in eerste graad. Dit zijn: partner (via huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract) ouders (inclusief stiefouders en adoptieouders)
Achterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overgrootouders, maar niet dezelfde grootouders. Achterachterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overovergrootouders. Achteroom/-tante: hij of zij is een neef/nicht van je vader of moeder. Oudoom/-tante: hij of zij is een broer of zus van je grootouders.
Het beste antwoord. Achterneef of achternicht. Je ouders worden 'oudoom en oudtante' en je grootouders worden dan 'overgrootvader en overgrootmoeder.
Familie (eigen of aangetrouwd) in tweede graad. Dit zijn: broers en zussen (inclusief stiefbroers en stiefzussen) zwagers en schoonzussen.
Neven en nichten zijn vierdegraads verwanten van de overledene (vier geboorten namelijk, geboorte overledene (1), geboorte ouder (2), geboorte oom/tante (3), geboorte neef/nicht (4)). Aangetrouwde familieleden zijn geen bloedverwanten, maar aanverwanten.
tante van je vader of moeder
Voorbeeld: `Morgen is mijn oudtante jarig.
Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers. Derdegraads familieleden: ooms, tantes, neven en nichten (kinderen van een broer of zus), overgrootouders, achterkleinkinderen.
Tweede graad familie zijn de bloedverwanten van de eerste graad (ouders, kinderen) van je eigen ouders. In andere woorden, dit zijn de broers en zussen van je ouders en hun kinderen. Een andere term die vaak gebruikt wordt voor tweede graad familie is “ooms en tantes” en “neven en nichten”.
Schoonouder. Een schoonouder betreft de moeder of de vader van de persoon met wie men is (of was) getrouwd.
Stiefouders zijn geen wettelijke ouders van het kind, tenzij ze een stiefouderadoptie voltooien , waarvoor de beëindiging van de rechten van de andere wettelijke ouder of de toestemming van die ouder vereist is. Zie: stiefouderadoptie.
De rechte bloedlijn loopt via de lijn: overgrootouder, grootouder, ouder, kind. De afstand van kleinkind naar grootouder is twee graden in de rechte bloedlijn en de afstand van ouder naar kind is één graad.
1e graads familie: Dit zijn de directe familieleden, namelijk de ouders, partner en kinderen van een persoon. 2e graads familie: Dit zijn de broers, zussen, grootouders, kleinkinderen en (schoon)ouders van een persoon.
Een eerstegraads verwant van een persoon is een van de volgende: de echtgenoot (of echtgenoot-equivalent), kinderen, stiefkinderen, broers, zussen, halfbroers, stiefbroers, -zussen, ouders of stiefouders van die persoon. Een tweedegraads verwant van een persoon is een eerstegraads verwant van een van de eerstegraads verwanten van die persoon.
Door het opvolgende huwelijk (of geregistreerd partnerschap) wordt het kind van de ene partner een stiefkind (aanverwant) van de nieuwe partner. Zoals ouder en kind elkaars eerstegraads bloedverwanten zijn, zo zijn stiefouder en stiefkind elkaars eerstegraads aanverwanten.
Een manier om te beschrijven hoe familieleden aan elkaar verwant zijn wanneer er twee andere familieleden in de bloedlijn tussen hen zitten . Voorbeelden van een derdegraads familielid zijn een neef, overgrootouder, overgroottante, overgrootoom, achternicht, achterneef, achterkleinkind, halftante of halfoom.
De 'eerste graad' wil zeggen dat het om het overlijden van een vader, moeder of kind gaat. Ook broers, zussen, grootouders en kleinkinderen vallen hieronder.