Bestuurders moeten blinden en slechtzienden voor laten gaan in het verkeer. Dit geldt ook voor mensen die slecht ter been zijn. Gun elkaar de ruimte. Wees erop alert dat mensen met een beperking u niet altijd kunnen waarnemen.
U moet als bestuurder, blinden voorzien van een witte stok met één of meerdere rode ringen en mensen die zich moeilijk voortbewegen voor laten gaan. U moet als bestuurder, voetgangers en bestuurders van gehandicapten voertuigen die oversteken of van plan zijn over te steken bij een zebrapad voor laten gaan.
Als de bestuurder van een gehandicaptenvoertuig op het fietspad of op de rijbaan rijdt, dan moet hij zich houden aan de regels die gelden voor bestuurders. Dit betekend dan ook dat de bestuurder een voetganger die wil oversteken bij een voetgangersoversteekplaats voor moet laten gaan.
Reizigers met een kinderwagen, buggy of rollator moeten plaatsmaken voor een reiziger met rolstoel. Rolstoelgebruikers hebben altijd voorrang op het gebruik van deze plaats. Daarna volgen reizigers met een rollator en daarna reizigers met een kinderwagen/buggy of vouwfiets.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
Hulpmiddelen » Gehandicaptenvoertuig. Een gehandicaptenvoertuig is een elektrisch voertuig voor mensen met een lichamelijke handicap. Bijvoorbeeld een elektrische rolstoel, een scootmobiel of een dicht voertuig dat lijkt op een kleine auto (ook wel invalidenwagen genoemd).
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Als scootmobilist bent u op de stoep rijdend gelijk aan een voetganger. Op het fietspad of op een rijbaan gelden dezelfde regels als voor een bestuurder van een bromfiets. Zo dient u voorrang te krijgen als u van rechts komt én dient u ook voorrang te verlenen aan verkeer van rechts.
Voetgangers voorrang verlenen is niet moeilijk, maar toch doen sommigen het niet. Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen.
Stopbord: Je moet altijd stoppen en voorrang geven. stoppen en al het andere verkeer voor moet laten gaan. voor voetgangers.
Een scootmobiel is een gehandicaptenvoertuig met een motor. Er bestaan ook gesloten gehandicaptenvoertuigen. Ook als u geen handicap heeft, mag u met een gehandicaptenvoertuig rijden.
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Een brommobiel is volgens de wet een bromfiets (en dus geen gehandicaptenvoertuig). Hij heeft vier wielen (soms drie), een gesloten carrosserie, meestal een dieselmotor en is over het algemeen breder dan een gesloten gehandicaptenvoertuig, waardoor hij vaak op een gewone auto lijkt.
Een brommobiel is een bromfiets met meer dan 2 wielen. Een brommobiel lijkt op een kleine auto. Een brommobiel gaat niet harder dan 45 kilometer per uur. Een brommobiel is niet hetzelfde als een gehandicaptenvoertuig, zoals een scootmobiel.
Wanneer mag ik een scootmobiel besturen? Het besturen van een scootmobiel is niet leeftijdsgebonden. Zowel jongeren als ouderen mogen een scootmobiel besturen. Als de scootmobiel harder rijdt dan 10 kilometer per uur, moet u minimaal 16 jaar oud zijn.
De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer. In dit geval moet auto C dus voorrang verlenen aan auto A. Omdat C nu voorrang moet verlenen aan A blijft B over. B krijgt dus voorrang van B en C.
Wat is de juiste volgorde van voorrang bij deze T-splitsing? De blauwe auto (auto 2) mag als eerst omdat deze van rechts komt voor de groene auto (auto 1). Ook bij een t-splitsing geldt dat verkeer van rechts voorrang heeft.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Ter bescherming van voetgangers en uw eigen veiligheid is de maximum snelheid voor scootmobielen 6 km per uur. Op een zebrapad heb je net als een voetganger voorrang. Een scootmobiel mag op het trottoir geparkeerd worden. Op het fietspad moet u de verkeersregels volgen die gelden voor een fietser of bromfietser.
Conclusie. Uw zoon mag zonder rijbewijs rijden in een Canta en moet het motorrijtuig verzekeren. Er bestaat geen wettelijke regeling die het gebruik van een gehandicaptenvoertuig door personen zonder handicap verbiedt.
Het wordt ook wel een citycar of compact car genoemd en ziet er uit als een kleine personenauto. Het is géén gehandicaptenvoertuig. Je mag er niet harder mee rijden dan 45 kilometer per uur.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor. Verkeer van links moet stoppen.
Dit staat in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens: "bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers". Alleen voor voetgangers gelden dus bijzondere verkeerregels en voorrangsregels. Voor fietsers niet! Een fietser van rechts heeft dus voorrang, ook op een auto of scooter.
Verkeer dat een uitrit verlaat, moet voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers. Een drempel in de zijweg heeft geen invloed op de voorrang; hoe dicht de drempel ook tegen de hoofdrijbaan aan ligt.