Er zijn ook dieren die alleen op hun tenen lopen, zoals leeuwen, tijgers en andere katachtigen. Dit zijn de teengangers. Cheeta's kunnen hoge snelheden bereiken door zich alleen af te zetten met de teenkootjes. Dit houden ze alleen niet erg lang vol.
En als zo'n beest gaat lopen, dan eerst de hiel en dan rolt hij net zoals wij dat doen zijn voet af en gaat dan zo naar voren. De teenkootjes, middenvoetbeentjes en hielbeen staan volledig op de grond. De hele voetzool wordt dus gebruikt bij het lopen. Vandaar de naam “zoolgangers”.
Paarden zijn topgangers. Topgangers lopen op de toppen van hun tenen. Bij deze dieren zijn de toppen van de tenen bedekt door hoeven. Topgangers worden daarom ook wel hoefgangers genoemd.
Hun hoeven zijn volledig gebouwd op het 'spitzenlopen'. Het zijn veel groter en sterker nagels dan wij bijvoorbeeld hebben. Je zou de topgangers lichtvoetig kunnen noemen, al zijn sommige hoefgangers best zwaar. Maar door hun manier van lopen, kunnen ze heel veel snelheid ontwikkelen.
Enkele voorbeelden van zoolgangers zijn: de aap, de beer, de rat, de kangeroe (met achterpoten),... Een tweede groep zij de teengangers. Hierbij horen de dieren die op hun tenen lopen, ze gebruiken dus alleen maar de teenkootjes om op te steunen.
Gedrag van een kameel
Ze lopen dan met een constante snelheid. Om dit tempo aan te houden lopen ze op een speciale manier: ze bewegen twee poten aan dezelfde kant van het lichaam, terwijl aan de andere kant de poten op de grond blijven staan.
De “voet” van een koe bestaat uit twee klauwen of hoeven. Koeien zijn dus evenhoevigen, in tegenstelling tot paarden, die onevenhoevigen zijn. Een paard heeft maar één hoef. Op onze boerderij krijgen de koeien regelmatig een klauwverzorging.
Hoefdieren (Ungulata) zijn zoogdieren die over hoeven beschikken of afstammen van dieren met hoeven. Hiertoe worden evenhoevigen, onevenhoevigen, slurfdieren, zeekoeien, klipdassen, buistandigen en walvissen gerekend. Het zijn hoefgangers, dat wil zeggen dat ze op de top van hun "vingers" en "tenen" lopen.
Zebra's, gnoes, kamelen, koeien... Al deze dieren hebben hoeven. Sterker nog, bijna alle grote planteneters zijn hoefdieren.
- Honden en katten vallen onder de teengangers. Ze kunnen snel lopen en raken alleen met de tenen de grond.
Teengangers zoals luipaarden en leeuwen gebruiken alleen de teenkootjes om bij het lopen mee af te zetten. De middenvoetsbeentjes lijken het onderbeen en de knik in het been is de enkel en niet de knie. Teengangers kunnen erg hard rennen, het zijn alleen korte afstand lopers. Hun sprint is snel, maar kort.
Zoogdieren lopen op 3 verschillende manieren: Op de gehele zool, op de vingers/tenen of op de vingertoppen. De mens en de beer zijn zoolgangers, honden en katten zijn teengangers, koeien en paarden zijn topgangers. De mens (zoolganger) loopt op drie sets kussentjes: de hiel, bal van de voet en de teenkussentjes.
Het paard behoort tot de onevenhoevigen (Perissodactyla) en heeft per been slechts één teen. Van oorsprong heeft een paard vijf tenen, en de hoef is feitelijk de vergrote nagel van de middelvinger.
De voorouders van onze huidige paarden hadden ooit drie tenen aan elke voorvoet en vier tenen aan elke achtervoet. Nu hebben paarden als enige zoogdier aan alle vier voeten slechts één teen.
Een hoef is een hoornen overdekking van het uiteinde van de voet. Het is in feite een vergrote en versterkte nagel. Van een hoef wordt gesproken als het de nagel is die bij het staan en lopen de grond raakt.
Olifanten zijn eigenlijk een speciaal soort zoolganger. De hand/voet wordt namelijk ondersteund t.h.v. a ldie beentjes, alleen steunt het achterste deel van de hand/voet op een soort weefselkussen. Daardoor ligt de handpalm/hiel wel iets hoger van de grond, en zou je ze verkeerdelijk als teengangers kunnen beschouwen.
Je kunt de hoef van een paard vergelijken met je eigen hand. Je hand is gevoelig, de nagels kun je knippen. De kroonrand (buitenrand) van de hoef is te vergelijken met je nagels. Het paard heeft hier geen gevoel in.
De hoef is een uitgroeisel of verlengstuk van de huid. Het is een bijzondere vorm van huid die bestaat uit verhoornde cellen. De hoef van een paard komt overeen met de nagel van andere zoogdieren.
Een paard is een éénmagige herbivoor, wat betekent dat een planteneter is en één maag heeft. Anders dan een koe, die ook van gras leeft. Die heeft wel vier magen! Kenmerkend voor paarden is de relatief kleine maag en de sterk ontwikkelde blinde darm.
Meestal worden de jongen tussen maart en mei geboren, mits er voldoende voedsel is. Anders worden de jongen tussen juli en september geboren. Per worp krijgt een vrouwtje één tot acht jongen (gemiddeld drie). De jongen zijn bij de geboorte tien tot vijftien gram.
De tijger (Panthera tigris) is een zoogdier dat tot de familie der katachtigen (Felidae) behoort, en een van de vier 'grote katten' die tot het geslacht Panthera behoren.
Aan elke poot heeft het varken vier tenen maar ze lopen op de middelste twee waaraan hoeven zitten. Deze hoeven, klauwen genoemd, groeien door en moeten afslijten door op stenen te lopen, of ze moeten worden geknipt. Dit noem je bekappen.
De ossenhaas is het duurste stuk vlees van de koe. Het gewicht is afhankelijk van het soort dier dat je gebruikt. en varieert van 3 tot 5 kilo. Het vlees kan uitstekend in zijn geheel gebakken worden, maar wordt over het algemeen verwerkt tot verschillende stukken haasbiefstukken.
Meer vlees van de koe
Hachee: dit zachte vlees komt van de buik van het rund. Gehakt: wordt gemaakt van al het vlees van de koe. Bieflap: magere rundvlees delen als de nek en schouder. T-bone steak: komt van de dunne lende en ossenhaas met een T-vormig bot.