Het gebruik van sondevoeding kan complicaties met zich meebrengen. Misselijkheid en diarree zijn de meest voorkomende complicaties. Daarna volgen ongemakken veroorzaakt door een verstopte sonde.
De volgende complicaties kunnen optreden: Tijdens de plaatsing van de PEG-sonde kunnen andere voorliggende organen aangeprikt worden. Tijdens de scopie kan uw kind zich verslikken waardoor er maaginhoud in de longen kan komen, met mogelijk een longontsteking tot gevolg. De insteekopening kan nabloeden.
Het toedienen van sondevoeding aan een bewoner met een PEG of een button is een risicovolle handeling. De bewoner kan gaan braken als de handeling niet op de juiste manier wordt uitgevoerd. Ook kan de sonde verstopt raken of de pomp niet lopen.
Bij voeding in de nacht is het belangrijk dat uw hoofd hoger ligt dan de rest van uw lichaam; Let op: bij braken of diarree moet u altijd uw (huis)arts waarschuwen. Zorg wel dat u voldoende vocht binnen krijgt. Drink extra of spuit extra water in via de PEG-sonde.
De sonde mag niet gedraaid worden! De dunnere sonde die door de PEG- sonde heen is gevoerd kan hierdoor namelijk terug krullen naar de maag. Het uiteinde van de sonde kan dan vanuit de darm in de maag terechtkomen.
De verzorging van de gastrotube is gelijk aan die van de MIC PEG-sonde (zoals beschreven staat in hoofdstuk 3 van dit PID). Wel is er één extra handeling vereist, namelijk de balloncontrole. Deze moet eenmaal per week uitgevoerd worden.
Zo weet u of de sonde nog diep genoeg zit; Controleer hierna de pleister door te kijken of de pleister nog goed vast zit rondom de sonde; Kijk, indien mogelijk, met een spiegel in de mond en keelholte. Als u ziet dat de sonde opgekruld ligt is dit een teken dat de sonde niet meer op zijn plek ligt.
U mag bij het gebruik van de button het volgende nooit doen: ■ vul de ballon nooit met meer ml water dan voorgeschreven op de button; ■ gebruik geen oliehoudende gel of vaseline als glijmiddel, dit kan de ballon beschadigen; ■ plaats nooit een spuit rechtstreeks op de voedingspoort van de button in verband met ...
Let op: ook al gebruikt u de PEG-sonde (tijdelijk) niet, spuit hem dan toch minimaal 1 keer per dag door. De PEG-J -sonde moet 4-6 keer daags doorgespoten worden met 20 ml lauwwarm water. De buitensonde minimaal 1 keer per week. Een goede verzorging van de PEG-sonde voorkomt problemen.
Pijn op de plaats van de PEG-sonde. Als de verdoving is uitgewerkt, kun je mogelijk pijn ervaren. Je mag daarvoor paracetamol slikken. Geen geschikte plaatsingsplek.
Dit zijn voedingssondes die via een kleine, hiervoor gemaakte opening (fistel) door de buikwand in de maag zijn geplaatst. Het grootste verschil tussen de PRG- en de PEG-sonde is de manier van plaatsing. De PEG-sonde wordt met een kijkbuis via de slokdarm geplaatst.
Mogelijk wordt u misselijk doordat de sonde niet goed zit. Hierbij kan het helpen de positie van de sonde te laten verplaatsen; Mogelijk bent u misselijk doordat er een te hoge toedieningssnelheid is ingesteld. Door de toedieningssnelheid te verlagen zal de misselijkheid mogelijk kunnen zakken.
j Blaas de fixatieballon op met de 5 ml (of hoeveelheid volgens voorschrift) water. k Verwijder de injectiespuit van het ventiel. l Trek voorzichtig aan de PEG om te controleren of deze goed gefixeerd is. 12 Droog de huid goed met een gaasje of handdoek.
Het doorspoelen is belangrijk om verstoppingen te voorkomen. U moet de sonde minimaal 4 tot 6 keer per dag doorspoelen met 20 cc lauwwarm water. In ieder geval voor en na het toedienen van sondevoeding of het geven van medicijnen.
Vervangen/verwijderen van een PEG-katheter
Deze heeft een ballon aan de binnenkant als interne fixatie en moet elke zes tot negen maanden verwisseld worden, afhankelijk van de conditie van de ballon. Tijdens het verwijderen van de PEG-katheter krijgt u een 'roesje”.
Een maaghevel zorgt ervoor dat de inhoud van de maag wordt geleegd. Hierdoor krijgen de maag en darmen rust waardoor u niet meer misselijk bent en niet meer braakt. De maaghevel blijft in principe een aantal dagen zitten. Hoe lang de maaghevel blijft zitten, is afhankelijk van de productie.
Na elke toediening van sondevoeding moet u de sonde met 20-30 ml lauw water doorspoelen. Als u continu sondevoeding krijgt, dient u 4 tot 6 keer per dag de sonde door te spuiten om deze schoon te houden. Ook als de sonde niet wordt gebruikt, moet u deze wel 3 keer per dag doorspuiten met 20-30 ml water.
− Draai de katheter helemaal rond (360 graden) om de lengteas in de insteekopening, zowel linksom als rechtsom. − Schuif het huidplaatje terug in de oorspronkelijke stand. Schoon en droog De huid rond de insteekopening en het huidplaatje moeten elke dag schoongemaakt worden met lauw water. Gebruik geen zeep.
93% van de patiënten met sondevoeding had een passagestoornis van oesofagus of maag en 58% van de patiënten met PV had een ileus. De mediane overleving was 17 weken voor de patiënten met SV en 12 weken voor de patiënten met PV; 29% was overleden binnen 6 weken.
Dagelijks de sonde Draaien (180 graden links- en 180 graden rechtsom). Twee keer per week de sonde “Dompelen” (plan hiervoor vaste dagen): Pak de sonde tussen duim en wijsvinger. Schuif de fixatiedisk ongeveer 3 à 4 cm van de buikhuid af. Duw de sonde minimaal 3 cm naar binnen en trek deze weer terug.