Deze zogenaamde primaire smaken zijn zoet, zuur, bitter en zout. Alles wat je proeft in je mond is een combinatie van die vier. Zo smaakt een grapefruit bijvoorbeeld zoet en ook een beetje zuur en bitter; olijven vooral zout en bitter enzovoorts.
Onze smaakpapillen herkennen zuur, zoet, zout, bitter en umami. Het maakt voor je tong niet uit op welke temperatuur ze je eten proeft: ze herkent de vijf basissmaken altijd even goed.
Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt dat de mens naast de basissmaken zoet, zuur, zout , bitter en umami, een zesde smaak kan onderscheiden.
We kunnen vijf verschillende basissmaken herkennen: zout, zoet, zuur, bitter en umami. Onze tong bezit ook tastzintuigen waarmee we ons voedsel voelen. We kunnen voelen wat de textuur is: korrelig of glad, zacht of hard, draderig of slijmerig.
Zout, pittig, zuur, vet, umami, bitter en zoet zijn de zeven smaken die je wilt gebruiken in de keuken.
Ontdekt in 1908 door de Japanse Kikunae Ikeda – scheikundig professor op een universiteit van Tokio – en afkomstig van het Japanse woord umai ('heerlijk'): umami. Het is de vijfde basissmaak naast zoet, zuur, zout en bitter en wordt al eeuwenlang gebruikt als natuurlijke smaakversterker in de Aziatische keuken.
Recent onderzoek aan de Universiteit van Miami wijst uit waarom: naast de vier primaire smaken zoet, zout, zuur en bitter bestaat er nog een vijfde smaak: umami. Wat je ruikt en proeft, bepaalt hoe iets smaakt.
Voorop de tong zou je bijvoorbeeld zoet beter proeven en achterop de tong zou je bitter beter proeven. Dit blijkt helemaal niet waar te zijn. Binnen de smaakknoppen zitten dus smaakcellen. Elke smaakcel neemt één hoofdsmaak waar, dus: zoet, zout, zuur, bitter of umami.
Umami verhoogt de speekselafscheiding en versterkt de zoute en zoete smaken. Umami komt van nature in veel etenswaren voor die vrij veel glutamaat bevatten, zoals tomaten, champignons, vlees, erwten, belegen kaas en zeewier. In 2002 werd aangetoond dat op de tong een specifieke aminozuurgevoelige receptor aanwezig is.
Op je tong (en op je verhemelte) hebben we duizenden smaakpapillen, dat zijn die rode stipjes, en die smaakpapillen bestaan weer uit smaakcellen. Deze smaakcellen hebben specifieke receptoren waarmee ze maar 1 smaak kunnen herkennen: zoet, zuur, zout, bitter en umami.
Proeven doen we via de smaakpapillen, die zich op de bovenkant van de tong bevinden. Op de tong vang je een smaak op: we kennen de basissmaken zoet, zout, bitter, zuur en hartig (umami). In de mondholte worden de temperatuur en de structuur van wat je eet of drinkt opgemerkt.
De smaak van umami is te omschrijven als hartig, wat dus wordt veroorzaakt door de stof glutamaat. In lage concentraties is deze stof te vinden in tomaten, zalm, truffel, paddenstoelen en kaas. Hoe ouder de kaas, hoe meer glutamaat. Dat houdt in dat oude kaas dus meer umami is dan jonge kaas.
Bepaalde bekende smaken, zoals kaneel en menthol, zijn eigenlijk geuren. Je proeft ze dus alleen goed, als ook de neus meedoet.
Je tong proeft dus vijf smaken, maar er zijn ontelbaar veel geuren die onze neus kan ruiken. Je neus is veel gevoeliger dan je tong en is heel belangrijk bij het proeven. Houd je neus en ogen maar eens dicht als je iets eet, je proeft dan veel minder goed.
Hoewel onze tong het detecteert als aparte smaak, kunnen wij umami niet onderscheiden van de andere smaken die we proeven. Anders dan de andere vier smaken, die we goed uit elkaar kunnen houden, herkennen we umami eigenlijk alleen als een kleuring van een andere smaak, of in combinatie met andere smaken.
In werkelijkheid kunnen we overal op de tong en zelfs op het gehemelte, bitter, zoet, zuur en zout proeven. Dat is gemakkelijk aan te tonen door een in azijn of zout water gedrenkt doekje tegen de tongpunt aan te houden. Daarnaast is intussen umami officieel als 5e basissmaak erkend.
Dan blijkt dat we al veel klassieke combinaties hebben met umami. Bijvoorbeeld zuurkool met rookworst, mosterd en jus.” Vooral chefs die geïnspireerd zijn door de Oosterse keuken, gebruiken inmiddels producten met deze smaak. Sommige restaurateurs verwerken umami zelfs in hun bedrijfsnaam.
Een umami-smaak wordt veroorzaakt door het stofje glutamaat, dat ook een zoete smaak kan versterken. Glutamaat komt van nature voor in tomaten, paddenstoelen, ansjovis, sojaproducten, oude kaas, vlees, kombu en meer.
Bitter eten ontgift onmiddellijk en bevordert de natuurlijke reiniging van de lever. Het geeft calcium, kalium, magnesium, foliumzuur, vezels en plantaardige natrium aan het lichaam af. Daarnaast activeert bittere voeding de spijsvertering en darmwerking.
Overal op je tong proef je zoet, zuur, zout, bitter en umami, sinds enkele jaren de vijfde smaak. Het is dus niet zo dat je zoet op het puntje van je tong proeft en bitter aan de zijkant. Overal op je tong liggen smaakpapillen en die kunnen alle smaken waarnemen, want één papil bevat alle smaakreceptoren.
Minder proeven
Geuren van wat we eten en drinken gaan door onze neus. Daar ruiken we ze en zo kunnen we veel verschillende smaken proeven. We proeven ook met onze tong. Maar in de mond proeven we alleen of iets zoet, zuur, zout, bitter of umami (hartig) is.
Het blijkt onmogelijk te zijn om na één keer proeven al te kunnen zeggen dat je iets niet lust. Althans dat beweren experts. Je smaakpapillen hebben immers minstens tien à vijftien keer proeven nodig om gewend te kunnen geraken aan smaken. Pas daarna kun je oprecht zeggen of je iets walgelijk vindt of niet.
Waar komt umami vandaan? De naam komt voort uit twee Japanse woorden, namelijk umai (Japans voor heerlijk) en mi (Japans voor smaak). Samen vormen deze umami, ofwel 'smaak van heerlijkheid' of 'heerlijke smaak'.
Zoet is een van de vijf basissmaken, naast zout, zuur, bitter en umami. Vroeger dacht men dat je zoet op het voorste deel van je tong proeft, maar later bleek dat niet zo te zijn. Er zijn verschillende stoffen die een zoete smaak oproepen, waarvan suikers wel de bekendste zijn.
Zoet, bitter, zout, zuur en umami; iedereen ter wereld proeft deze vijf basissmaken.