Het visvoer in de winter is zinkend voer. Dit komt omdat in de koude maanden de vissen zich op de bodem bevinden. Daar is het namelijk warmer dan aan de oppervlakte.
Vissen voeren in de winter
Begin pas weer met dagelijks voeren van de vissen bij een watertemperatuur van 10 °C of meer. Bij deze lagere temperaturen is de stofwisseling van de (koudbloedige) vissen zo laag, dat ze bijna geen voedsel nodig hebben. Beperk in deze periode de hoeveelheid voer.
Koivoer en de temperatuur
Tijdens de koude wintermaanden rusten de vissen op de reserves die ze opgebouwd hebben. Wanneer u in de winter voert met een hoge kwaliteit zomervoer, zullen de vissen deze niet volledig verteren waardoor er ammoniapieken kunnen ontstaan. Dit kan vissterfte veroorzaken.
In de winter vang je voornamelijk voorn, daarom gebruiken we vaak een kant en klare voorn mix en niet iets voor bijvoorbeeld brasem. Daarnaast is het water in de winter helderder waardoor de witvis veel meer opvalt voor de rovers.
Als aas voor het witvissen kan je van alles gebruiken. Meest voorkomende aas soorten zijn brood, maden, casters, wormen, mais, pellets en kleine boillies. Aas is het belangrijkste onderdeel van het vissen. Goed aas is het halve werk.
Bij zoetwatervissen gooit men het aas in de vorm van een bal in het water. Deze bal verspreidt een geurige wolk en trekt hierdoor de vissen aan. U kunt hierbij een redelijk dunne lijn gebruiken. Het aas (de voeding) zou ook aangepast moeten zijn aan de plek waar hij wordt geworpen.
Maïs. De maiskorrel kan uitstekend gebruikt worden voor brasem, voorn, winde, zeelt en karper en zijn net zoals doperwten vanuit blik direct te gebruiken. De zachtere mais doet het goed op de haak terwijl de wat hardere korrels ook op een hair gebruikt kunnen worden.
In de winter scholen de voorns samen op plekken waar het water net even warmer is en waar er sprake is van beschutting en voedselaanbod.
Vissen kan het hele jaar door, ook in de winter.
Zowel met de vaste hengel als met de match- of feederhengel kan in de wintermaanden worden gevist op witvis. De doorslaggevende factor voor succes is „licht vissen”! Vis met een dunne lijn, nog dunnere onderlijn, kleine haak (haakje 18 is niet te klein), weinig aas (1 of 2 maden is voldoende) en weinig lokvoer.
(ze 'happen' constant naar de steentjes op de bodem om deze gelijk weer uit te spugen en sinds een paar dagen happen ze de blaadjes van de plantjes en ook deze spugen ze uit. Met bij dit laatste het gevolg dat het water na een dag of twee vol zit met rond dobberende blaadjes.)
Vissen hebben een lang darmstelsel, dat wil zeggen dat ze altijd hongerig zijn. Je kan dus beter meerdere keren per dag kleine porties geven, dan alles in één keer. Zo hebben ze de ganse dag iets te verteren en zullen ze sneller groeien & reserves opbouwen.
Het overvoeren van je vissen heeft een aantal nadelen. Alles wat je vissen niet opeten, zakt naar de bodem van het aquarium. Daar gaan de restjes voer rotten en dat komt de watersamenstelling niet ten goede. Ook gaan vissen meer ontlasting produceren als ze teveel eten krijgen.
Sommige soorten gaan in winterrust, andere soorten trekken weg naar warmer of dieper water. Antivries, een beetje krimpen of de spierstructuur aanpassen: vissen doen er alles aan om de koude winter te overleven. Als de winter voor de deur staat zwemmen de vissen niet meer op hun normale stekje.
Daarom adviseren we om één of twee keer per dag de hoeveelheid te voeren die jouw vissen in ongeveer 3 minuten op hebben. In principe is het beter om iets te weinig dan te veel te voeren. Een overdaad aan voedsel in het aquarium, zal gaan rotten.
Hoe lang kunnen vijvervissen zonder eten? Vissen die in een vijver leven kunnen, afhankelijk van de omstandigheden, 2 tot 4 weken zonder eten. Vijvervissen zijn veerkrachtiger dan aquarium vissen en hebben minder voer nodig om te overleven. Sommige vijvervissen, zoals een Koi, kunnen in de winter maanden zonder eten.
Dit is een giftige stof die nauwelijks afbreekt, het spierweefsel van vissen blijvend rood kleurt en o.a. bekend staat als kankerverwekkend. Gezien het risico voor mens, dier en milieu, dient het gebruik van gekleurde maden direct te worden verboden.
Heek, leng, makreel, pijlinktvis (calamar), poon, rog, schar, schelvis, tarbot, zeebaars en zeeduivel zijn dé topvissen van februari. Zet deze vissen in februari zeker op het menu, want dan zijn ze op hun best.
April en mei. Van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei mag je niet met kunstaas, een stukje vis of met een dode vis vissen en moet je iedere snoek, snoekbaars of baars die je eventueel vangt, direct terugzetten (zowel gesloten tijd voor aassoorten als voor de vissoorten snoek, snoekbaars en baars).
Wanneer het best vissen op voorn? In principe is het bijna het hele jaar door goed mogelijk om op voorn te vissen. Het moet alleen gezegd dat de beste vangtijd de maanden maart en april zijn. Dan begint het water op te warmen waardoor blankvoorns het diepe water verlaten om naar het ondiepe te zwemmen.
De diepte van je dobber hangt af van de diepte van het water. In de meeste gevallen is het verstandig om 20 tot 30 centimeter boven de bodem te vissen. Als het een warme zomerdag is, en je de voorns vaak ziet zwemmen, is het verstandig om wat hoger in het water te vissen.
Vleesmaden en/of muggenlarve ("vers de vase") zijn de aassoorten voor blankvoorn. Grote rode muggenlarve samen met kleine "vers de vase" in het lokvoer wordt zelden overtroffen voor de vangst van blankvoorn. Het enige nadeel is dat men er vaak de kleinere voorns mee vangt, samen met baarsjes en alvertjes.
Naast de maden heb je nog de casters, casters zijn de verpopte maden en ondanks dat het niet beweegt hebben ze een grote aantrekkingskracht op de vooral wat grotere voorns en brasems. Casters kun je kant-en-klaar in de viswinkel krijgen, maar je kunt ze natuurlijk ook zelf laten ontpoppen.
Brasem kan je het beste vangen met brood, deeg, aardappel, maden, wormen en muggenlarven. Een andere manier om op brasem te vissen is met de winkle picker of de feederhengel.