Niveau I: 4,21 – 5,0. Niveau II: 3,41 – 4,20. Niveau III: 2,61 – 3,40. Niveau IV: 1,68 – 2,60.
Niveau IV : onvoldoende (zwakste 40%); percentiel 21 t/m 40 (niveau VMBO-KBL). Niveau V : zwak (zwakste 20%); percentiel 0 t/m 20 (niveau VMBO-BBL). Percentiel 76 betekent: 76 % van de leerlingen scoort hetzelfde, of lager. Zie ook de uitleg bij de vraag “Wat is een percentielscore?”
Wat betekent een IV Score op een Cito-toets? Een IV score betekent dat een kind 'onder het landelijk gemiddelde' scoort op een Cito-toets uit het leerlingvolgsysteem.
Cito Eindtoets
De CITO-score voor de eindtoets is een cijferscore tussen de 500 en de 550. Een leerling met een score van 535 kan waarschijnlijk naar de HAVO. Als de score boven de 545 ligt, dan kan de leerling waarschijnlijk naar het VWO. De CITO-score is een richtlijn bij het advies dat de school geeft aan de ouders.
CITO scores
Wat zeggen die scores nou eigenlijk? Scoort een leerling een A of B of in een I of II gebied, dan scoort het boven gemiddeld. Veel scholen hanteren beide scores, dit geeft namelijk beter aan op welk niveau de leerling scoort.
Een C-score is een uitslag op een Cito-toets uit het leerlingvolgsysteem (LVS) op de basisschool. De C-score betekent dat je kind tot de 25% behoort die 'net tot ruim onder het landelijk gemiddelde' scoren.
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd. Dit jaar behaalden de leerlingen gemiddeld een standaardscore van 535,2.
Met welke score voor je CITO-toets mag je naar het VWO? Voor het VWO adviseert CITO, de organisatie die de eindtoets maakt, een score van minstens 545. Bij een iets lagere score wordt de havo aanbevolen (zolang de score wel minstens 537 is). Bij een score van 536 of lager past dan weer één van de vmbo-leerwegen.
Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd.
Hoogbegaafdheid en hoger scoren op IQ-tests
Vaak veronderstelt men bij hoogbegaafden dat ze wel uitzonderlijk hoog moeten scoren op IQ-tests, dus een score hoger hebben dan 130. 100 is het gemiddelde dat overeenkomt met mavo/vmbo-denkniveau.
Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs. Leerlingen worden in het voortgezet onderwijs voorbereid op het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) of het wetenschappelijk onderwijs (wo).
Meer specifiek, past een Cito-score tussen de 501 en 523 bij het vmbo basis, een Cito-score tussen de 524 en 528 bij het vmbo kader en een Cito-score tussen de 529 en 536 bij vmbo gtl. Cito specificeert deze tabel nader per brugklastype, zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Voorbeeld: met een vmbo-t/havo advies is de leerling toelaatbaar voor vmbo-t, maar niet voor havo. Deze leerling kan zich niet aanmelden voor een school die alleen havo aanbiedt.
Voor de maximale score van 550 moest een leerling 20 fouten of minder maken (van in totaal 220 taal- en rekenopgaven). Bij deze score adviseren scholen het vwo-niveau. Deze leerlingen scoren dan een A+ score of een I+ score.
De eindtoets meet de kennis en vaardigheden van een leerling. Terwijl de leerkracht in zijn of haar advies ook andere aspecten als werkhouding en motivatie meeweegt. Het schooladvies van de leerkracht weegt het zwaarst.
Dat zijn scores binnen een bepaalde bandbreedte: een Cito-score van 545 tot 550 betekent bijvoorbeeld een vwo-advies.
Conclusie. De middelbare school waar uw kind naartoe gaat bepaalt het niveau van uw kind door middel van een toelatingsexamen, proefklasse, onderzoek van de basisschool en/of psychologisch onderzoek. Meestal is dit een combinatie van de Citotoets en het advies van de leerkracht van groep 8.
Is er wel een havo/vwo dakpanklas dan kunnen zowel kinderen met een havo, een havo/vwo en een vwo advies hierin terecht komen. In een dakpanklas wordt zowel op havo als vwo niveau les gegeven waardoor leerlingen in twee jaar tijd kunnen kijken bij wel niveau zij zich het prettigst voelen.
Hoeveel fouten er gemaakt kunnen worden om toch de maximale score te halen, verschilt per jaar. Hiervoor worden de scores van alle leerlingen met elkaar vergeleken en op basis van daarvan wordt de schaalverdeling gemaakt. Meestal kan een kind maximaal rond de twaalf antwoorden fout beantwoorden om toch 550 te scoren.
„Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.”
Veel herhaling en een hoger tempo
In groep 8 zijn de kinderen vooral bezig met het herhalen van de rekenstof uit de voorgaande jaren. Moeilijke onderdelen als breuken, procenten, staartdelingen, verhaaltjessommen en het metriek stelsel worden flink geoefend om het gewenste eindniveau van de basisschool te halen.
De score op de Cito Eindtoets
De resultaten van toetsen die het kind maakte in groep 8. De resultaten uit het leerlingvolgsysteem. Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerling. Eigenschappen van de leerling, bijvoorbeeld werkhouding, taakgerichtheid en motivatie.