Kenmerken van de leerling Leerlingen heeft GEEN IQ lager dan 55. aandacht dan in het regulier onderwijs mogelijk is.
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Scholen voor speciaal onderwijs (so)
Deze basisscholen zijn voor kinderen die veel extra ondersteuning nodig hebben. Bijvoorbeeld als uw kind verstandelijk beperkt is of ernstige gedragsproblemen heeft. Als uw kind blind, doof, slechtziend of slechthorend is, kan het naar een speciale school.
Je kind kan niet zomaar naar het speciaal onderwijs, het speciaal basisonderwijs of het praktijkonderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. De reguliere school waar je kind naar toe gaat of waar jij je kind hebt ingeschreven bekijkt of je kind voldoet aan de eisen.
Is uw kind verstandelijk gehandicapt of langdurig ziek? Of heeft u kind een stoornis of gedragsproblemen? Dan heeft uw kind een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs.
Het speciaal onderwijs in Nederland is onderwijs voor kinderen met een handicap, chronische ziekte of stoornis. Deze kinderen krijgen in het speciaal onderwijs meer aandacht en ondersteuning dan in het gewone onderwijs. Je kunt als ouder niet zelf beslissen dat je kind naar een school voor speciaal onderwijs gaat.
Voor de ontwikkelscore geldt bij alle vaardigheden: bij een score van 60 heeft de leerling 1F behaald, en bij een score van 80 heeft de leerling 2F/1S behaald. Als je meer wilt weten over de inhoud van de toetsen, raadpleeg dan de toelichtingen. Deze vind je via 'Menu', 'Toetsinformatie' en klik op de toets.
Intelligentietestscores en opleidingsduur zijn positief gecorreleerd . Deze correlatie kan op twee manieren worden geïnterpreteerd: studenten met een grotere neiging tot intelligentie voltooien meer onderwijs, of een langere opleiding verhoogt de intelligentie.
Cluster 1: blinde, slechtziende leerlingen; Cluster 2: dove, slechthorende leerlingen of met een taal-spraakontwikkelingsstoornis; Cluster 3: lichamelijk gehandicapte en/of verstandelijk gehandicapte en langdurig zieke leerlingen (somatisch); Cluster 4: kinderen met psychische stoornissen en gedragsproblemen.
Nee, er is geen specifieke diagnose nodig om een kind te kunnen plaatsen op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Het kan wel helpen bij het organiseren van de juiste begeleiding.
Op daltonscholen ligt de focus op vijf kernwaarden: (1) samenwerking, (2) vrijheid en verantwoordelijkheid, (3) effectiviteit, (4) zelfstandigheid en (5) reflectie. Binnen het daltononderwijs wordt gewerkt aan een brede vorming van het kind. Naast de verplichte lesstof is er ruimte voor keuzewerk.
De grenswaarde voor intellectueel vermogen is een IQ van 71-85. Op welke score wordt een verstandelijke beperking over het algemeen gedefinieerd? Een IQ-score van 65-75 is het criterium voor de diagnose van een verstandelijke beperking, en verdere beoordelingen door een clinicus worden aanbevolen om het ernstniveau te bepalen.
Kenmerken van de leerling
Leerlingen met een IQ tussen 35 en 55.
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
lager dan 80 LWOO of praktijkonderwijs 80 t/m 90 vmbo bbl of vmbo bbl/kbl 90 t/m 100 vmbo kbl of vmbo kbl/tl 100 t/m 105 vmbo-tl of vmbo-tl/havo 105 t/m 110 vmbo tl/havo 110 t/m 115 havo vanaf 115 havo/vwo vanaf 130 vwo (gymnasium, TTO etc.)
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging, omgaan met geld en gebruik ...
Dan beheerst je groep de doelen van 5b (de SLO-leerdoelen van de tweede helft van leerjaar 5) en zit je groep op niveau. Je kunt ook de lijn van de schoolweging aanzetten, dan kun je zien of jouw groep net zo scoort als andere scholen met dezelfde schoolweging.
Hoewel de IEP-toets verfrissend aan doet, lijkt ze zich niet veel te onderscheiden van de Cito-toets. De afname is heel kort. De moeilijkheidsgraad loopt op en dat wordt door IEP als een voordeel beschouwd, maar hoeft dat – zeker voor zwakker kinderen – niet te zijn.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Cluster 4-scholen zijn er voor leerlingen die door (ernstige) gedrags- of psychische stoornissen niet (meer) kunnen meekomen in het regulier onderwijs. Deze leerlingen hebben baat bij structuur en duidelijkheid, en bij leraren die verder kijken dan hun gedrag.
Speciaal onderwijs
Misschien kan de school van je kind niet de benodigde ondersteuning geven. Dan kan de school een toelaatbaarheidsverklaring voor het gespecialiseerd onderwijs aanvragen. Dit is mogelijk bij een lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke beperking, psychische problemen en/of gedragsproblemen.