Sommige boeien zijn uitgerust met een bel of gong, lichten, reflectoren of dagmerken. Reddingsboei – is een hulpmiddel om een drenkeling boven water te houden. Sommige reddingsboeien hebben een licht of een rooksignaal. Vaak hangt er ook een touw aan waarmee de drenkeling aan boord of aan wal getrokken kan worden.
Er hoeft maar één lijntje te worden vastgemaakt. De wind houdt het schip automatisch weg van de boei. Omdat de boei van zacht kunststof is gemaakt, is het geen punt dat deze even wordt aangetikt bij het meren.
Het bestaat uit een oranje hoefijzeren reddingsboei, een 30 m drijflijn, een signaallamp... De hoefijzervormige reddingsboei maakt snelle berging uit het water mogelijk. Met paraatlijn en vast licht.
Deze boeien zijn meestal van rubber of plastic en opgeblazen met lucht. Ze liggen met een touw en een gewicht losjes verankerd op de bodem of drijven soms in het water (ze kunnen dan verplaatsen door stroming).
Betekenis boeien
De markering die de recreatievaargeul aangeeft is herkenbaar aan de rood-witte en groen-witte strepen. Op grotere wateren als de Waddenzee, Westerschelde en de Noordzee worden gele boeien gelegd om de recreatiegebieden aan te geven. Dit doen we in verband met internationale regelgeving.
Een boei is een drijvend lichaam met grote variatie aan vormen en doeleinden. Buiten het gebruik van boeien voor het veilig navigeren van wateren, worden ze ook gebruikt voor onder andere weersvoorspellingen en de studie van het klimaat. Een boei kan ofwel geankerd zijn of vrij rond dobberen.
De richting van het vaarwater
Laterale betonning zijn de rode en groene boeien die je op een rij op ongeveer gelijke afstand in het water ziet liggen. De markering kan ook als een walbaken op de oever staan. Ze geven de richting en breedte van het vaarwater aan.
Deze 1,8 meter lange boei is ontworpen voor snelle inzet in kustgebieden. Door zijn gewicht van 35 kilo is de boei ideaal voor gebruik door één persoon. Omdat ze overal eenvoudig kunnen worden opgepakt en opnieuw worden gepositioneerd worden ze veel gebruikt bij het baggeren.
Een kruisrak is een baan in een zeilwedstrijd waarbij het eindpunt bovenwinds ligt van het beginpunt. Men heeft dus tegenwind. Bij zeilwedstrijden wordt van boei naar boei gevaren Een stuk tussen twee boeien heet een rak.
De 750 Reddingsboei
De grote reddingsboei kan het beste worden gebruikt bij pieren, havens of aan boord van een boot. De grootte van deze reddingsboei biedt het bijkomende voordeel van een verbeterd drijfvermogen en kan tegelijkertijd meerdere slachtoffern ondersteunen.
Reddingsboeien met een zelf ontbrandend licht en automatisch rooksignaal; deze bevinden zich vooral op schepen en veerboten. Wanneer de boei in het water valt gaat er automatisch een lampje branden, maar ook automatisch een rooksignaal af.
Boeiboorden, ook wel windveren genoemd, worden voornamelijk gebruikt om dakranden en dakgoten af te werken. Boeiboorden zijn verkrijgbaar in verschillende materialen. De meest gebruikte materialen zijn Multiplex Okoumé, kunststof, onderhoudsarm plaatmateriaal en Red Cedar.
De boeidelen vervangen of de windveren vervangen bedraagt een prijs tussen de €50,- en de €110,- per meter. Hierbij zijn de manuren en het materiaal dat gebruikt wordt door de specialist al meegerekend. De kosten zullen verschillend zijn per situatie.
Een boeiboord is de opstaande rand van een plat dak, dakgoot, of dakrand. Door de verschillende weersomstandigheden in ons land heeft een boeideel veel onderhoud nodig, zeker als deze van hout gemaakt is.
Deze boei markeert het diepste punt van het vaarwater. Je kunt hem veilig aan beide kanten passeren. De haven invarend, zie je aan stuurboord zijde een groen baken en aan bakboord zijde een rood baken.
Varend vanaf de bron naar bijvoorbeeld de zee liggen de rode boeien en tonnen in principe altijd aan uw rechterzijde en de groene aan uw linker zijde. Op kanalen en meren is de stroomrichting niet altijd duidelijk. Aan de hand van de boeien kunt u wel concluderen hoe de wetgever de stroomrichting ziet.
betond vaarwater, waarvan enkele bakens of boeien van een licht voorzien zijn.
Wat je kan doen is een lege bigbag meenemen of misschien 2 en deze onder water vullen met stenen als die voorhanden zijn. Dan een kabel of touw door de hengsels en daar de boei aan vast maken. Dit is een simpele en doeltreffende manier maar er moeten wel stenen in de buurt zijn.
Er zijn boeien (met licht), tonnen (geen licht/ook wel blinde tonnen genoemd), sparboeien (deze zijn smal zodat ze minder last hebben van wind, stroom of kruiend ijs), drijfbakens (ton met staak en topteken), kopbakens (staak met kopteken op de kop van kribben) en steekbakens.
De geel/zwarte betonning geven een obstakel of een ondiepte aan. De officiële benaming is cardinale betonning. Aan een kant moet je de ton niet passeren want daar is het gevaar of is er een ondiepte. Je passeert de ton aan de andere kant.
Afk.: Fl Def.: het licht toont regelmatig schitteringen van al dan niet gelijkblijvende sterkte en van een duur korter dan die van de verduisteringen.
De bakens van het laterale stelsel bestaan in hoofdzaak uit groene, spitse, bakens en rode, stompe, bakens. De groene bakens liggen of staan aan de rechterkant van het vaarwater, de rode links.
Wanneer zich in het vaarwater een obstakel bevindt zoals een wrak of (tijdelijke) ondiepte wordt dit gemarkeerd door cardinale betonning. Vanuit het obstakel wordt het gebied verdeeld in vier kompaskwadranten.