Materiële beginselen zijn beginselen die betrekking hebben op de inhoud van de besluiten. Het bestuursorgaan mag slechts belangen behartigen waarvoor die wet of regeling een grondslag biedt. Het bestuursorgaan dient de belangen af te wegen van de belanghebbende die rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Als belangrijkste algemene beginselen van behoorlijk bestuur kunnen worden genoemd: het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het fair play beginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het gelijkheidsbeginsel.
Zorgvuldigheidsbeginsel. Een besluit moet door de overheid zorgvuldig worden voorbereid en genomen. De feiten en belangen moeten goed worden onderzocht, de burger moet goed worden behandeld, de procedure moet correct worden gevolgd en de besluitvorming moet deugdelijk zijn.
Formele beginselen hebben betrekking op de voorbereiding en/of totstandkoming van besluiten. Materiële beginselen hebben daarentegen betrekking op de inhoud en/of de uitvoering van besluiten. Het onderscheid is puur gemaakt om het verschil tussen de beginselen te kunnen duiden.
De overheid moet een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming (art. 3:2 Awb).
Het specialiteitsbeginsel
Dat beginsel zorgt ervoor dat het openbaar bestuur in speciale gevallen waarvoor wet- of regelgeving is vastgesteld, alleen het specifieke belang behartigen waarop die wet- of regelgeving zich richt.
1a.
Bij de voorbereiding van een besluit moet het bevoegd gezag alle relevante factoren en omstandigheden opsporen. Deze moeten allemaal meespelen bij het nemen van de beslissing. Het bevoegd gezag moet de feiten en de belangen weten. Dit staat in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In het materieel recht wordt bepaald hoe (rechts)personen zich naar elkaar toe moeten gedragen in hun onderlinge verkeer. Tegenover het materieel recht staat het formeel recht, ofwel procesrecht. Formeel recht betreft de wijze waarop materieel recht wordt gehandhaafd.
Voorbeelden van algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn: het legaliteitsbeginsel, het formele zorgvuldigheidsbeginsel, het verbod op détournement de pouvoir, het verbod van vooringenomenheid, het gelijkheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel, en het vertrouwensbeginsel.
Zorgvuldigheidsbeginsel (het belangrijkste beginsel!)
De overheid moet een besluit zorgvuldig voorbereiden en nemen: correcte behandeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming.
Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat voorschrijft dat een burger erop moet kunnen vertrouwen, dat een bepaalde toezegging van een bestuursorgaan ook nagekomen wordt of een wettelijke bepaling wordt nageleefd.
Het 'fair play'-beginsel heeft betrekking op de manier waarop bestuursorganen in brede zin moeten handelen. Dat varieert van het (op de juiste manier) in behandeling nemen van verzoeken, tot het voorkomen van een niet-redelijke verdeling van de bewijslast bij bezwaarprocedures.
Wij moeten onze beslissingen goed motiveren. Bijvoorbeeld bij het opleggen van een correctie of bij het afhandelen van bezwaarschriften moet voldoende duidelijk zijn op basis waarvan en waarom we een bepaalde beslissing nemen.
Algemene rechtsbeginselen zijn fundamentele opvattingen die behoren tot het wezen van een samenleving en die geacht worden van een dergelijk groot belang te zijn, dat zij juridisch normerend zijn.
Het zelfstandige naamwoord materieel komt alleen als verzamelnaam voor en heeft dan ook geen meervoudsvorm. De betekenis is 'al wat nodig is voor werk of bedrijf, in het bijzonder machines en middelen voor het vervoer van personen of goederen'.
Het materiële strafrecht is onderdeel van het strafrecht. Het is het geheel aan rechtsvoorschriften, dat aangeeft welke gedragingen strafbaar zijn en welke straf op welke strafbare gedraging van toepassing is.
Het materieel recht omvat alle wettelijke regels die zien op de inhoud van rechten en plichten. Bijvoorbeeld zoals hoe personen zich onderling moeten gedragen en wanneer een bepaalde rechtshandeling nietig of vernietigbaar is.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
De Awb vermeldt hoe de overheid besluiten moet voorbereiden en bekendmaken. Ook staat hierin binnen welke termijn de overheid een besluit moet nemen.
Gelijkheidsbeginsel. Gelijke gevallen moeten op een gelijke manier worden behandeld. Een overheidsinstantie mag geen onderscheid maken tussen partijen bij haar besluitvorming of het aangaan van contracten. Iedereen moet gelijke kansen krijgen.
Wat is een beschikking? In het bestuursrecht: Een beslissing van een overheidsorgaan in een concreet geval, bijvoorbeeld het verlenen van een bouwvergunning. In het civiele recht: een rechterlijke uitspraak in een procedure die begint met een verzoekschrift.
Een verkeerde belangenafweging is wel een schending van het specialiteitsbeginsel die beschreven staat in artikel 3:4 lid 1 AWB. Het specialiteitsbeginsel vloeit voort uit het legaliteitsbeginsel, de overheid mag enkel handelen op basis van een wettelijke grondslag.
De bevoegdheid om wetten in materiële zin vast te stellen kan rechtstreeks in de Grondwet of een wet in formele zin zijn toegekend aan een bepaald orgaan. Dit heet attributie. Wanneer de geattribueerde wetgevende bevoegdheid, binnen zekere grenzen, wordt overgedragen aan een ander orgaan is sprake van delegatie.
Er zijn drie soorten besluiten van algemene strekking, namelijk algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en concretiserende besluiten van algemene strekking. Art.
Bij beginselethiek wordt steeds een beginsel (of principe) als uitgangspunt genomen voor de ethische beslissing. Voorbeeld van zulke beginselen zijn: recht op privacy, gelijkwaardigheid, eerbied voor het leven, menselijke waardigheid.