Bij verdenking op een hypofyseaandoening wordt er onderzoek gedaan worden naar de werking van alle hormoonsystemen. Dit gebeurt met bloedonderzoek. Vaak is het nodig om stimulatie testen van de hypofyse te doen om de functie goed te kunnen beoordelen.
Aandoeningen van de hypofyse kunnen leiden tot te veel of te weinig productie van bepaalde hypofysehormonen. Overmaat aan hypofysehormonen wordt meestal veroorzaakt door een gezwel (adenoom) in de hypofyse. De meeste hypofyse adenomen ontwikkelen zich langzaam (loop der jaren), en zijn vrijwel altijd goedaardig.
Een hypofysetumor is bijna altijd goedaardig, maar geeft wel klachten omdat het belangrijke hersendelen drukt, met name de oogzenuwen. Daarnaast kan zo'n gezwel een verstoring veroorzaken van de functie van de hypofyse.
Als uw hypofyse niet meer (goed) werkt, kunnen we u behandelen met de hormonen die het eindorgaan aanmaakt. Dus met schildklier-, bijnierschors- of geslachtshormonen. Hebt u een tekort aan groeihormoon, dan kunnen we u groeihormoon per injectie geven. ADH kunt u als tablet krijgen als u hier een tekort van hebt.
De resultaten tonen aan dat de hypofyse zichzelf kan herstellen - zelfs op volwassen leeftijd, kadert Vankelecom: “Bij beschadigingen van de hypofyse net na de geboorte gaat herstel nog vlot, want alles is nog heel plastisch.
De hypofyse produceert een aantal hormonen die de functie van andere klieren reguleren. Zo regelt de hypofyse de werking van de schildklier, de bijnieren, de geslachtsorganen (teelballen danwel eierstokken) en is het betrokken bij groei, melkproductie en waterhuishouding.
MRI-scan van de hypofyse
Bij (het vermoeden van) een hypofysetumor wordt er een MRI-scan van je hypofyse gemaakt. Hierop is te zien waar de tumor zich precies bevindt, hoe groot hij is en of hij eventueel is vergroeid met omliggende bloedvaten.
Functie van de hypofyse
De hypofyse controleert de werking van een aantal hormoonproducerende klieren zoals de bijnieren en de schildklier, bij vrouwen de eierstokken en bij mannen de zaadballen. De hypofyse produceert zelf ook hormonen, en is dus ook een klier.
Aanwezigheid van oestrogeen en testosteron in het bloed remt de aanmaak van LH en FSH in de hypofyse weer. Zo blijven deze hormonen constant in balans; zakt de bloedwaarde van deze hormonen weer, dan zal de hypofyse weer gestimuleerd worden om nieuwe LH en FSH te maken, tot er weer genoeg is.
Het ligt in de holte van de schedelbasis. De precieze locatie van dit orgaantje bepaal je als volgt: trek een denkbeeldige lijn van links naar rechts tussen de slapen. Vlak achter de neusbrug ligt de hypofyse.
Hoe vaak komt het voor? Niet-functionerende hypofysetumoren komen heel weinig voor. Elk jaar krijgen ongeveer 100 mensen in Nederland te horen dat ze dit type hypofysetumor hebben.
Te weinig oestrogeen kan vooral in de overgang voorkomen en dit kan een lange lijst van klachten geven: opvliegers, watten in het hoofd, stemmingswisselingen, depressieve klachten, laag libido, botontkalking, pijnlijke gewrichten en slaapproblemen, om er enkele te noemen.
We kunnen vaststellen of u het syndroom van cushing hebt met laboratoriumonderzoek van bloed, urine en speeksel. Soms doen we speciale bloedtesten, waarbij u kortdurend medicijnen (tabletten of via een infuus) krijgt toegediend.
De operatie via de neus is meestal de makkelijkste manier. De hypofyse ligt namelijk achter de rug van de neus. De operatie duurt 1 tot 3 uur. Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer op de afdeling Recovery, of naar de Medium Care op verpleegafdeling C5.
Het onderzoek duurt lang, ongeveer 30 tot 60 minuten. Omdat het moeilijk is om stil te liggen krijgen kinderen vaak medicijnen waardoor ze rustig worden of zelfs in slaap vallen. Omdat de MRI gebruikmaakt van een sterk magneetveld, moet je alle sieraden, muntjes, sleutels en andere magneetgevoelige materialen afgeven.
De ziekte van Cushing is een aandoening waarbij een gezwel op de hypofyse te veel bijnierschorsstimulerend hormoon (ACTH) produceert. Dit gezwel is meestal goedaardig. Door het teveel aan ACTH maakt de bijnier te veel cortisol aan.
De hoofdpijn bij een hersentumor is niet voor iedereen gelijk, maar de typische hoofdpijn bevindt zich achter de ogen, heeft een drukkend karakter en is niet kloppend, zoals bijvoorbeeld bij migraine het geval is. Bij tumoren in de kleine hersenen kan de hoofdpijn juist in het achterhoofd zitten.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.
Door de verhoogde hersendruk krijg je last van hoofdpijn, misselijkheid en overgeven. Je oogzenuw kan door de druk in de hersenen ook opzwellen, dat noemen we papiloedeem. De oogarts kan dat zien. Je kunt ook prikkelbaar worden en je gedrag en je ontwikkeling kunnen veranderen.
De pijnappelklier heeft nauwe verbindingen met de hypothalamus, een belangrijk regelcentrum in de hersenen en met verschillende delen van het middenbrein en met endocriene klieren en andere organen. Het vormt samen met o.a. de hypofyse het hele systeem dat de geslachtsklieren en de groei van het lichaam regelt.
Toelichting normaalwaarden
Per laboratorium zijn de grenzen bepaald van het gebied van TSH waarde dat we als normaal beschouwen. Ook voor andere bloedwaarden zijn deze intervallen bepaald. De gebruikelijke ondergrens voor TSH is tussen de 0,30 en 0,50 de bovengrens tussen 4,0 en 5,0 mE/liter.
In de voorkwab van de hypofyse (adenohypofyse) zitten zes verschillende soorten cellen die allemaal een ander hormoon aanmaken: thyroïd stimulerend hormoon, TSH : dit hormoon stimuleert de schildklier tot het aanmaken van schildklierhormoon.