Baby's met autisme spelen bijvoorbeeld vooral met één speeltje of doen steeds hetzelfde. Voorbeelden van repetitieve bewegingen zijn het fladderen met de handen bij emoties, of het kenmerkende heen en weer schommelen, wat je waarschijnlijk kent uit films. Doorgaans leidt dit alles tot problemen in het dagelijks leven.
Kinderen krijgen de diagnose autisme gemiddeld als ze vijf jaar oud zijn.
Persisterende vuistjes, weinig variatie in het bewegingspatroon, een te lage spierspanning: allemaal zaken die kunnen duiden op een afwijkende motorische ontwikkeling. Zo zijn er nog veel meer signalen om aan de bel te trekken. Kinderen maken na hun geboorte in hoog tempo stappen in hun motorische ontwikkeling.
Kinderen met autisme spelen niet zoals andere kinderen. Om met andere kinderen te kunnen spelen, moet een kind kunnen communiceren en sociaal gedrag kunnen begrijpen. Het moet ook verbeelding hebben om de werkelijkheid na te spelen. Gewone kinderen zijn in de ogen van kinderen met autisme vaak onvoorspelbaar.
Fladderen: uw kindje maakt onrustige of fladderende bewegingen. Meestal komt dit door een te laag bloedsuikergehalte in het bloed. Soms zie je heftigere trillingen van armen of benen of smakken.
Geen interesse hebben in communiceren
Communicatie komt bij kinderen met autisme doorgaans niet spontaan tot stand, maar moet continue worden gestimuleerd. Ze praten rond hun derde levensjaar nog erg weinig of niet.
Overeenkomsten lichte vorm van autisme herkennen
Problemen in de sociale interactie in hun privéleven of werkomgeving. Meer moeite met plotselinge veranderingen. Moeilijk los kunnen laten, scherpe focus en oog voor details. Chaos in het hoofd bij drukte, onrust of veel prikkels.
,,Bij baby's die later hoogbegaafd blijken zien we dat ze een hoge mate van alertheid hebben en heel wijs de wereld in kijken, intens oogcontact maken en veel eerder dan zes weken bewust lachjes laten zien. Ook zie je snel een sterke eigen wil naar voren komen.
Afnemend oogcontact
Onderzoekers hebben ontdekt dat baby's die autismespectrumstoornis (ASS) ontwikkelen, rond de leeftijd van 2 maanden minder oogcontact maken. De afname in oogcontact kan een vroege indicator van autisme zijn.
Autisme spectrum stoornis ontstaat waarschijnlijk door een combinatie van erfelijke aanleg en andere factoren. Dat heet multifactoriële overerving. Soms is autisme een kenmerk van een erfelijk syndroom. Bijvoorbeeld Rett syndroom of fragiele X syndroom.
Het heeft veel voordelen voor hun fysieke, emotionele, sociale en neurologische ontwikkeling. Baby's en kinderen houden van schommelen omdat het leuk is en voelt alsof ze vliegen, maar terwijl ze met hun benen pompen en schommelen, maken hun hersenen en lichaam grote vorderingen.
Kind & Adolescent Praktijk, 16(4), 16-23. Vanaf welke leeftijd kan autisme worden vastgesteld? Vanaf een leeftijd van 24 maanden is de diagnose ASS betrouwbaar te stellen.
Overgevoeligheid of juist helemaal niet gevoelig voor pijn, warmte en kou en geluiden. Afwijkende motoriek. Houterig bewegen, veel met de handen zwaaien (praten met de handen). Overmatige gerichtheid op een onderwerp en weinig tot geen belangstelling hebben voor andere onderwerpen.
Het komt vaak voor dat sommige kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) zeer beperkte speelvaardigheden hebben. Dit kan betekenen dat een kind met slechts een paar speeltjes speelt, op een repetitieve manier speelt of niet met speeltjes speelt zoals de meeste kinderen doen.
Als je merkt dat je kind je weinig aankijkt, niet graag knuffelt, laat begint met praten, weinig interesse toont in anderen en weinig behoefte heeft om dingen te delen of samen te doen, kan dit wijzen op autisme. Ook kan je kind gevoeliger of juist minder gevoelig zijn voor prikkels zoals licht, geluid of pijn.
Mensen met kenmerken van autisme kunnen (op verschillende manieren) problemen hebben in sociale interactie, problemen op het gebied van communicatie en problemen rondom beperkte, repetitieve en stereotype patronen in gedrag, interesses en activiteiten.
Symptomen autisme kind (0-24 maanden)
Heeft geen interesse in andere mensen bij 12 maanden. Lacht niet naar anderen bij 12 maanden. Reageert niet wanneer hij of zij wordt toegesproken bij 12 maanden. Maakt geen gebaren (wijzen, zwaaien) bij 12 maanden.
Soms zijn er signalen die bij baby's kunnen wijzen op motorische problemen, bijvoorbeeld het uitblijven van de ontwikkelingsmijlpalen, zoals gaan rollen, gaan zitten, staan of lopen, eenzijdig bewegen, weinig kracht, overstrekken, een voorkeurshouding, een lage spierspanning etc.
In het kort. Je kunt de baby in je buik laten onderzoeken met een bloedtest (de NIPT) en een echo. Deze onderzoeken laten zien of de kans groter is dat je baby downsyndroom, een open rug of een andere afwijking heeft.