Samenstellingen (woorden uit twee of meer zelfstandige naamwoorden) schrijf je altijd aan elkaar, zonder spaties dus. Het is bijvoorbeeld autoverzekering en niet auto verzekering. Ook langere woorden schrijf je aan elkaar, tenzij er verwarring ontstaat. Autoverzekeringspolis schrijf je dus ook gewoon aan elkaar.
Een samengesteld woord is een woord dat uit twee of meerdere losse woorden bestaat. Deze delen vormen dan samen één nieuw woord. Alle delen van een samengesteld woord kunnen ook los van elkaar gebruikt worden.
Een samenstelling is een combinatie van woorden die samen weer een nieuw woord vormen. Voorbeelden hiervan zijn: fietstas (fiets + tas)
Een samenstelling is een combinatie van 2 of meedere woorden die samen 1 woord maken. Let op: als woorden eindigen op een -n dan schrijf je niet altijd de n in het samengestelde woord. Meestal schrijf je een samenstelling aan elkaar, maar soms zet je een streepje tussen de woorden.
In de wetenschap, een substantie die bestaat uit twee of meer verschillende elementen die chemisch zijn samengevoegd . Voorbeelden van verbindingen zijn water (H2O), dat bestaat uit de elementen waterstof en zuurstof, en keukenzout (NaCl), dat bestaat uit de elementen natrium en chloride.
Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van het woord alleen een meervoud heeft dat op 'en' eindigt. Voorbeelden: Krantenbericht (meervoud: kranten) Pannenkoek (meervoud: pannen)
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel).
Het woord onderwijs is samengetrokken. De regel is dat je in een samentrekking een streepje zet op de plaats waar een déél van een woord is weggelaten. Een bekend voorbeeld is land- en tuinbouw: dat is een verkorting van landbouw en tuinbouw.
Jazeker. Het woord uitgang bestaat uit het voorzetsel uit en het zelfstandige naamwoord gang.Die 2 zijn prima apart te gebruiken.
Het woord 2-in-1-leraar is gemodelleerd naar andere samenstellingen met 2-in-1, zoals 2-1-product, dat ook wel wordt gespeld als twee-in-éénproduct. Zulke samenstellingen zijn gevormd met de woordgroep twee in één ter aanduiding van een combinatie van twee zaken (of stoffen).
Zo-even is een samenstelling en betekent 'een paar momenten geleden, daarnet'. Vergelijkbare samenstellingen zijn zojuist, zonet, zopas en zostraks. Je kunt zo en even niet zomaar aan elkaar schrijven, want dan krijg je zoeven.
Ja, het is een voorvoegsel . Omdat "belong" is gevormd uit de twee werkwoorden "be" en "long". Omdat er vergelijkbare voorbeelden zijn: bemoan, beget, delittle, etc. Omdat de Oxford English Dictionary zegt dat het een voorvoegsel is.
Samenstellingen zijn twee of meer samengevoegde woorden die ook als afzonderlijk woord kunnen voorkomen (keuze + vak = keuzevak). In het Nederlands schrijf je samenstellingen in principe aan elkaar, ook als het een combinatie betreft van ingeburgerde Nederlands-Engelse woorden of Engels-Engelse woorden.
Die tekens gebruiken we als we de delen van een woord niet zonder meer aaneen kunnen schrijven, bijvoorbeeld als er klinkerbotsing is (auto-ongeluk, poëzie) of als er op de grens tussen twee delen een hoofdletter staat (anti-Amerikaans).
Het woord koffiedrinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling. Beide varianten voor televisie zijn goed.
Nog vòòr we ons konden aanmelden, moesten we onze rugzak laten controleren door een veiligheidsmedewerker. De spelling vòòr is niet correct. De correcte spelling is: nog vóór we ons konden aanmelden.
Om ervoor te zorgen dat zo'n woord makkelijk leesbaar is en goed wordt uitgesproken, plaatst je kind een koppelteken tussen de verschillende delen. Als twee of meer woorden met elkaar verwisseld kunnen worden, gaat het om gelijkwaardige woorden.Tussen deze twee woorden komt altijd een koppelteken.
Meervouden en verkleinwoorden zijn ook afleidingen. Voorbeelden: vriend + en = vrienden vriend + je = vriendje 1 Afleidingen gezocht!
Een voorvoegsel dat we in deze periode ontleend hebben, is het voorvoegsel aarts-, vanuit het Kerklatijn. Aanvankelijk kwam dit voor in de Latijnse leenwoorden aartsbisschop, aartsengel en aartsvader. Het voorvoegsel werd productief in woorden als aartsbedrieger en aartsvijand.
Omdat ape- hier vooral een versterking van de betekenis fier aangeeft en in deze en vergelijkbare samenstellingen niet meer echt naar het zoogdier verwijst, wordt de tussenklank zonder -n geschreven volgens spellingregel 8. F.
Je kind schrijft namelijk geen tussen -n als er maar één van is. Zo is het bijvoorbeeld 'zonnestraal' en geen 'zonnenstraal'. Er is namelijk maar één zon.
De spelling kostenloos komt ook geregeld voor en is een goed te verdedigen alternatieve spelling. In kosteloos mag officieel geen tussen-n staan, omdat het een afleiding is met het achtervoegsel -loos. Het is officieel ook punteloos, waardeloos, wolkeloos, krachteloos en zelfs ideeëloos.
Berensterk is niet correct gespeld. Wel correct is beresterk. We schrijven bere- als het in een bijvoeglijk naamwoord als versterkend linkerdeel wordt gebruikt met als betekenis 'heel erg'.