Bekend is wel dat bij langdurig gebruik door ouderen het gevaar op vallen kan toenemen, met de kans op heupfracturen en andere botbreuken. Ook worden sommige mensen bij langdurig gebruik van antidepressiva dikker.
De middelen helpen bij acute psychoses, maar worden ook gegeven bij angst en gedragsproblemen, waarvoor ze niet baten. Ernstige bijwerkingen hebben ze wel, variërend van gewichtstoename en suikerziekte tot dodelijke hartritmestoornissen.
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.
Het idee dat extreme somberheid wordt veroorzaakt door een tekort aan de een stofje in het brein, namelijk serotonine, verliest aan grond. En dat terwijl de meeste antidepressiva – die soms wel, soms niet helpen – nog steeds op dat idee zijn gebaseerd. Van antidepressiva kun je soms nog somberder worden.
Het gebruik van bepaalde kruidensupplementen, zoals ashwagandha, rhodiola en Griffonia simplicifolia gaat niet goed samen met het gebruik van antidepressiva.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Antidepressiva zijn medicijnen die kunnen helpen bij een depressie of angststoornis, vooral bij ernstige klachten. U merkt pas na 4 tot 6 weken of de medicijnen bij u goed werken. U kunt al wel eerder bijwerkingen krijgen, zoals slaperigheid en duizeligheid. Sommige mensen worden eerst tijdelijk meer somber of angstig.
De oorzaken hiervan zijn niet helemaal duidelijk. Toch lijkt het erop dat er een vertraging in de stofwisseling optreedt. Daarnaast gaan veel mensen ook meer eten.
Het aantal mensen dat zogenaamde SSRI's, TCA's, MAO remmers, lithium en andere middelen gebruikt, stijgt behoorlijk. De nadelige gevolgen van het gebruik van anti-depressiva zijn aanzienlijk en het draagt meestal niet bij aan het verliezen van vetmassa.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel. Depressiviteit worden niet altijd tijdig herkend.
Bij een typische depressie kan het basisadvies worden aangevuld met vitamine B12 (1.000 – 2.000 mcg per dag) en foliumzuur in de actieve vorm (folaat, 400 tot 1000 mcg per dag). Wanneer er sprake is van een atypische depressie worden ontstekingremmende stoffen als curcumine ingezet.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI's genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor vermindert de depressie en verbetert de stemming. Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
'Natuurlijke' antidepressiva zijn alle middelen en methoden die niets met chemische antidepressiva te maken hebben. Hiertoe behoren hormonen, vitaminen, mineralen, lichaamseigen stoffen, geneeskrachtige kruiden, slaapkuren, ontspanningstraining, psychotherapie en creatieve activiteiten.
Maar zeker de helft van de mensen die antidepressiva proberen af te bouwen met het standaardschema, ondervindt wél problemen, variërend van slapeloosheid, misselijkheid, duizeligheid en zweten, tot angst(dromen), wanen en zelfmoordgedachten.
Tegenwoordig wordt er bij angstklachten het meest selectieve serotonine heropname remmers voorgeschreven, beter bekend als de SSRI's. Voorbeelden van SSRI's zijn o.a.: paroxetine, fluvoxamine, fluoxetine, sertraline, citalopram, mirtazapine en escitalopram.
Mensen die antidepressiva slikken hebben 21 procent meer kans op een gewichtstoename van meer dan 5 procent vergeleken met mensen die geen antidepressiva slikken. De kans op gewichtstoename bleef minstens 6 jaar bestaan.
Bij gelijktijdig gebruik van paracetamol en tricyclische antidepressiva, carbamazepine, fenytoine, rifampicine, insoniazide of sint-janskruid kan er schade aan de lever optreden. In dat geval wordt aangeraden contact op te nemen met uw huisarts.
Alcohol versterkt het versuffende effect van antidepressiva. Ook als je hier niets meer van merkt omdat je gewend bent geraakt aan het medicijn, kun je door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
U kunt niet verslaafd worden aan antidepressiva, dus is het veilig om de medicijnen langere tijd te gebruiken. Antidepressiva hebben, net als andere medicijnen, ook bijwerkingen. Als u begint met slikken, krijgt u helaas eerst last van de bijwerkingen voordat de depressie minder wordt.
Bepaalde psychologische interventies zoals Preventieve Cognitieve Therapie (PCT) en Mindfulness-Based Cognitieve Therapie (MBCT) zijn een goed alternatief voor antidepressiva. Dit blijkt uit onderzoek van Claudi Bockting en Josefien Breedvelt van het Amsterdam UMC.
Hersenactiviteit en volume kunnen gemeten worden met behulp van een MRI scanner. Er wordt gedacht dat mensen met een depressie- of angststoornis een verstoorde verwerking, reactie en geheugen hebben voor emotionele prikkels uit de omgeving.
Chronische depressie
Maar een depressie kan ook chronisch – langdurig – worden. We spreken van een chronische depressie wanneer de verschijnselen langer dan twee jaar duren en de klachten ernstig zijn. Periodes met zware klachten worden soms afgewisseld met periodes waarin het beter gaat.
Lichamelijke klachten van een depressie
Bijvoorbeeld: moe zijn zonder duidelijke oorzaak, of een loodzwaar gevoel in uw armen en benen. Slapen gaat vaak moeilijk. U slaapt moeilijk in, wordt midden in de nacht vaak wakker, of wordt erg vroeg wakker en kan niet meer inslapen. Of u slaapt juist te veel.