De kernvakkenregel geldt voor Nederlands, Engels en wiskunde. Dit gaat om het eerste wiskunde vak. De kernvakkenregel geldt daarom niet voor wiskunde D, want dat vak kun je alleen volgen als je ook wiskunde B in je pakket hebt.
KernvakkenJe bent geslaagd met:
De kernvakken zijn: Nederlands, Engels en wiskunde.
Sinds 2014 is Engels, samen met Nederlands en wiskunde, officieel een kernvak in de onderbouw. Deze drie vakken krijgen om die reden meer aandacht. In de bovenbouw van het vmbo is Engels geen kernvak.
Je bent niet geslaagd wanneer je een 4,4 hebt voor Nederlands, een 8,2 voor Engels en een 9,0 voor Wiskunde. Je mag namelijk nooit lager dan een 4,5 (afgerond een 5) halen voor de kernvakken.
Het belangrijkste verschil tussen vmbo-basis en -kader is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met vmbo-basis kun je naar niveau 2 van het mbo en met vmbo-kader kun je naar niveau 3 of 4. Met de theoretische leerweg kun je naar niveau 4 van het mbo.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Er zijn geen landelijke regels over het overstappen naar een ander schooltype. Elke school beslist zelf wanneer een leerling van schooltype kan/mag wisselen. De regels die de school hanteert liggen vast in beleid. De school moet dit beleid volgen.
Bijvoorbeeld Groen of Horeca, bakkerij & recreatie. Bij vmbo-t en mavo is er keuze uit vier profielen: Economie, Landbouw, Techniek en Zorg & welzijn. Alle profielen binnen het vmbo en het mavo zijn afgestemd op de opleidingsrichtingen in het mbo. Zo kunnen leerlingen na hun examen makkelijk doorstromen.
Je bent geslaagd als al je eindcijfers gemiddeld 6 zijn of hoger, met de volgende uitzonderingen: Je mag één 5 hebben als al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn. Je mag één 4 hebben, maar dan moeten al je andere eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van al je eindcijfers ten minste 6,0 zijn.
In schooljaar 2023/2024 is het slagingspercentage van alle examenleerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs gestegen naar 91,4%.
In alle andere gevallen wordt een leerling afgewezen. Kernvakken in leerjaar 1 zijn Nederlands, Engels, wiskunde en Latijn. Kernvakken in leerjaar 2 zijn Nederlands, Engels, wiskunde, Grieks en Latijn.
Eindcijfers alle examenvakkenJe bent geslaagd als:
je 2 keer een 5 hebt, een 7 of hoger en voor de rest 6 of hoger;geen enkel eindcijfer lager dan een 4 is. Let op: ook voor de afzonderlijke keuzevakken moet je tenminste het eindcijfer 4 halen.
Volg je de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-basis of -kader)? Dan mag je een deel van of het hele centraal schriftelijk en praktisch examen (cspe) overdoen. Daarnaast mag je ook het centraal examen herkansen van 1 ander vak.
Een 5 (of lager) geldt als onvoldoende, een 6 (of hoger) geldt als voldoende.
Wat is vmbo-kader? Vmbo-kader is voor leerlingen die het liefst kennis opdoen in de praktijk. Deze leerweg bereidt de leerling voor op de vak- en middenkaderopleidingen in het mbo (niveau 3 en 4). Het verschil met de mavo is dat iets minder diep wordt ingegaan op de algemene vakken.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Beroepsgerichte, kaderberoepsgerichte en gemengde leerweg
Als je gezakt bent voor je examens op bb-, kb- of gl-niveau, zijn er drie opties voor je. Met twee daarvan kun je alsnog je vmbo-diploma halen. Met de derde optie kun je je kwalificeren voor een opleiding op het mbo.
Deze schoolsoort is de opvolger van het mulo, of ulo. Mavo-3 voor ulo (uitgebreid lager onderwijs) en mavo-4 voor mulo (meervoudig uitgebreid lager onderwijs). Sinds 1999 is het mavo opgegaan in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), waarbij het onderwijs wordt aangeboden als de theoretische leerweg.
Ook binnen het mbo is het onderscheid tussen de niveaus 1 t/m 4 nodig om de aansluiting met de ISCED te behouden. Dat is omdat de entreeopleiding binnen het mbo op dit moment tot laagopgeleid wordt gerekend, en mbo 2-4 tot middelbaar opgeleid.
Vwo bereidt je voor op het wetenschappelijk onderwijs
Het vooroordeel dat gymnasium beter of hoger is dan atheneum klopt niet. Er bestaat geen niveauverschil tussen gymnasium en atheneum.
Doorstroom vmbo/havo en havo/vwo wettelijk geregeld
Per 1 augustus 2020 kunnen vmbo'ers en havisten doorstromen naar havo of vwo. Dit is geregeld in een nieuwe wet en een besluit doorstroomrecht. Vmbo'ers die zijn geslaagd voor hun eindexamen vmbo-gl of -tl met een extra vak, moeten worden toegelaten tot de havo.
VMBO-KGT staat voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs met een Korte Gerichte Tijd. Dit betekent dat het onderwijs is gericht op korte opleidingstermijnen om bepaalde beroepskundige vaardigheden te leren. VMBO-K en VMBO-T zijn andere niveaus van vmbo, maar met verschillende richtingen.
Wiskunde is op het vmbo geen verplicht examenvak. Heb je dyscalculie? Dan kun je een profiel kiezen waarin wiskunde geen verplicht examenonderdeel is. Je moet dan wel het schoolexamen rekenen maken.