Je zult dan ook merken dat de nieuwe gesprekstechnieken snel wennen. Van alle technieken zijn de vier basisvaardigheden: Open vragen stellen, Reflectief luisteren, Bevestigen en Samenvatten. Insiders noemen dit ook wel de ORBS-vaardigheden.
Verschillende soorten gesprekstechnieken
Wel zijn er enkele attitudes of ingesteldheden die je kunnen helpen om betere gesprekken te voeren: Luister met het doel om de ander beter te begrijpen. Herhaal wat de coachee zegt in jouw eigen woorden. Stel open vragen die aanzetten tot denken.
We leggen hier uit wat de vier gesprekstypen zijn: dialoog, debat, tirade en redevoering.
Een gesprek bestaat uit een voorbereiding, een introductie, de kern van het gesprek en de afsluiting en afspraken.
Omdat de communicatie tussen gesprekspartners verschillend kan verlopen, kun je een onderscheid maken in de diverse didactische werkvormen die als gespreksvorm ingezet kunnen worden: • klassen- of groepsgesprek; discussie; onderwijsleergesprek; vragen stellen.
Door op een rustige manier te blijven praten en vragen te stellen, kun je proberen om de andere persoon uit te nodigen om verder te praten over hun zorgen. Dit kan leiden tot een constructieve dialoog waarin je samen kunt werken om tot een oplossing te komen.
Vaardigheden die tot doel hebben orde en duidelijkheid in een gesprek te bewaken. Voorbeelden zijn het noemen van doelen, het afspreken van een tijdsduur, het handhaven van de structuur van het gesprek, terugkoppelen naar de doelen, de tijd in de gaten houden, samenvatten en afspraken benoemen.
Daarnaast kunnen gesprekstechnieken je helpen in het gesprek. Deze noemen we de ORBS: Open vragen, Reflecties, Bevestigen en Samenvatten. Deze technieken stimuleren de ander om te vertellen, waarbij je ondertussen bouwt aan vertrouwen.
Motiverende gespreksvoering is een gesprekstechniek die met name in de (verslavings)zorg wordt gebruikt, met als doel om verandering aan te wakkeren. In feite: de persoon tegenover je laten inzien dat hij of zij zijn gedragingen, denkbeelden of leefwijze moet aanpassen.
Elk effectief gesprek heeft een zogenaamde 'kop – romp – staart' structuur: een begin, een kern en een einde. Voorafgaand aan deze drie fasen is het cruciaal om elk gesprek zorgvuldig voor te bereiden en na afloop van het gesprek kort en krachtig te evalueren.
De verschillende gespreksdoelen (EMOII) zijn:
Emotie (goede sfeer maken, onderhoudend zijn, aandacht hebben voor gevoel) Motiveren (aanzetten om iemand iets te laten doen) Overtuigen (aanzetten tot een andere manier van denken) Informeren (informatie verschaffen)
Geef rustig en duidelijk aan hoe jij de situatie beleeft, wat je voelt en wat je wilt. Vraag hoe de ander de situatie beleeft, wat hij voelt en wat hij wil. Probeer zowel negatieve als positieve opmerkingen te maken. Toon begrip voor de situatie van de ander en voor zijn argumenten of opvattingen.
Verschillende gesprekstechnieken
OMA = Oordelen, Meningen en Adviezen. OMA kan je beter thuis laten. ANNA = Altijd Navragen, Nooit Aannemen. Neem Anna dus wel altijd mee.
We spreken van een communicatieproces, omdat zender en ontvanger elkaar steeds beïnvloeden door de verbale en non-verbale communicatie. Hoewel de verbale communicatie bepaalt over welk onderwerp een gesprek gaat, bepaalt de lichaamstaal hoe de woorden moeten worden geïnterpreteerd.
Zender: degene die de boodschap zendt. Boodschap: informatie in de vorm van gedachten, gevoelens, gedrag. Kanaal of Medium: gesprek, verhaal, boek, videofilm, facebook etc.