De visus (Snellen-visus) wordt dan uitgedrukt in een getal. Een gemiddeld oog ziet 1.0 (100%). Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.2 (120%) of 1.6 (160%). Een oog dat minder ziet dan normaal ziet bijvoorbeeld 0.8 (80%), 0.6 (60%), 0.5 (50%), 0.4 (40%), 0.3 (30%), 0.2 (20%), 0.1 (10%) of 0,05 (5%).
Als één oog niet meer of verminderd werkt, dan dient de visus in het andere oog minstens 0,5 (50%) te zijn. Het gezichtsveld is horizontaal 120 graden en verticaal 40 graden. In het centrale deel van het gezichtsveld mogen geen defecten zijn. Het gezichtsveld wordt met twee ogen samen vastgesteld.
Om te mogen rijden moet de gezichtsscherpte van uw beste oog minimaal 0,8 zijn. En van uw slechtste oog moet de gezichtsscherpte minimaal 0,1 zijn. Als u met 1 oog minder gaat zien dan 0,1 en u al een groot rijbewijs heeft, dan mag u tot 3 maanden niet rijden. U kunt dan het beste naar uw oogarts voor advies.
Bij een score van 30% (0,3) of minder is iemand officieel slechtziend. Bij een score van minder dan 5% spreken we van blindheid. Wereldwijd vormt glaucoom (waarbij er een verhoogde oogdruk is) een van de belangrijkste oorzaken van slechtziendheid.
Slechtziendheid betekent dat iemand minder dan 30 procent ziet of een gezichtsveld heeft dat kleiner is dan 30 graden. Een normaal gezichtsveld is 140 graden. De visuele beperking kan niet worden gecorrigeerd door het dragen van een bril of contactlenzen.
De visus (Snellen-visus) wordt dan uitgedrukt in een getal. Een gemiddeld oog ziet 1.0 (100%). Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.2 (120%) of 1.6 (160%). Een oog dat minder ziet dan normaal ziet bijvoorbeeld 0.8 (80%), 0.6 (60%), 0.5 (50%), 0.4 (40%), 0.3 (30%), 0.2 (20%), 0.1 (10%) of 0,05 (5%).
Het normale oog (zonder brekingsafwijking)
De brekingssterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrieën (zoals de sterkte van een vergrootglas). Hoe groter het aantal dioptrieën, hoe sterker de lens. De brekingssterkte van het hoornvlies is ongeveer 40-45 dioptrieën, die van de lens is ongeveer 20-22 dioptrieën.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
Een patiënt met glazen van +6 ziet dus op het netvlies een beeld dat ongeveer 12% groter is dan het beeld van een persoon die niet brildragend is.
De oogarts bepaalt voorafgaand aan de operatie welke sterkte de kunstlens zal moeten hebben. Vaak is de wens om op een sterkte van ongeveer 0 uit te komen (d.w.z. dat er geen bril voor veraf nodig is na de operatie).
Horizontaal vanuit één oog in de richting van de zijkant van het hoofd is dit ongeveer tussen de 90 en 100 graden begrensd. In de richting van de neus is het tussen de 40 en 50 graden begrensd. Het menselijke gezichtsveld met twee ogen is ongeveer 140 graden horizontaal en 80 graden verticaal.
Percentage: De gezichtsscherpte kan ook worden uitgedrukt in percentages of decimalen, bijvoorbeeld 80% (0,8), 100% (1,0) of 120% (1,2). In dit systeem betekent 100% of 1,0 het gemiddelde zicht. 200% of 2,0 is de hoogst mogelijke waarde en wijst op een zeer scherp zicht, ver boven het gemiddelde.
Uw patiënt moet een minimale visus van 0,5 met één of twee ogen hebben om te mogen rijden. Dit mag ook met bril of lenzen zijn. Verder mogen er geen ernstige afwijkingen zijn in het centrale deel van iemands gezichtsveld. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 120 graden zijn en verticaal 40 graden.
Onder verminderd gezichtsvermogen verstaan we elke afwijking die gepaard gaat met een verstoring van het beeld dat we zien.
Voordat ze naar het examenvoertuig lopen, vraagt de examinator de kandidaat een kenteken te lezen op ongeveer 25 meter afstand (dit geldt niet voor het examen AM en AVB). Als de kandidaat hierin niet slaagt, dan wordt hem gevraagd een ander kenteken te lezen.
x 5 = 66,76 km + 10 km hoogteverschil vanaf het aardoppervlak = 76,76 km van mijn oog verwijderd. Is deze berekening correct.
Als één oog niet meer (goed) werkt, heeft dat invloed op het leven. Naast (mogelijke) angst dat er iets met het goede oog gebeurt, ervaren mensen problemen in het dagelijks leven. Zo is bij diepte zien de verwerking van informatie door twee ogen van essentieel belang.
Bijziendheid uitgelegd
Als u bijziend bent ziet u dichtbij goed, terwijl u veraf juist wazig ziet. Dit wazige zicht komt omdat uw oog in de (as)lengte zo sterk groeit dat de afbeelding waar u naar kijkt niet meer óp het netvlies afgebeeld wordt, maar ervóór.
De meerderheid van de blinden kan licht zien, maar de dingen in hun gezichtsveld zijn buitengewoon wazig. Grote voorwerpen en mensen kunnen zichtbaar zijn voor mensen die blind zijn, maar alles is onscherp. Op enige afstand kan een blinde kleuren zien of scherp zien.
“Uit recent Europees onderzoek (2016), waar Nederland ook aan meegedaan blijkt dat de helft van de twintigers in Europa bijziend is. In datzelfde onderzoek hebben we gekeken naar de mensen die nu zestig zijn, die veertig jaar geleden twintig waren. In die groep is één op de vier bijziend.
We kunnen ons zicht niet corrigeren zonder professionele hulp, en er is geen snelle oplossing voor problemen met het gezichtsvermogen. Maar met zaken zoals goede voeding kunt u uw gezichtsvermogen nog steeds op natuurlijke wijze zelf helpen. Bespreek dat, zoals altijd, met uw oogarts.
Ogen kunnen in de loop van tijd veranderen. Dat kan komen door vervorming van de ooglens of van het oog. Verandering van ogen is vrij normaal, eens in de 2-3 jaar. Vaak veranderen de ogen in de leeftijd rond 40 - 45 jaar naar meer + sterkte (minder min of meer plus).