Middeleeuwse stedelingen (inclusief de kinderen) dronken daarom voornamelijk bier. Deze drank werd namelijk tijdens het brouwproces tot het kookpunt verhit, waardoor de meeste bacteriën en virussen werden gedood. Dit speelde echter alleen in de steden, op het platteland bleven de meeste mensen gewoon water drinken.
Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
De rijkere mensen in de middeleeuwen dronken meer wijn. In vergelijking met bier was wijn duur en dus een luxe drank. Er werd verder ook nog gewoon water en melk gedronken. In de steden werd in die tijd het water uit een gracht gehaald.
Veel bier in middeleeuwen ook voor kinderen met alcohol
Zo dronken middeleeuwers per jaar ongeveer 300 liter bier wat overigens minder alcohol bevatte dan het tegenwoordige bier. In de middeleeuwen was het ook heel gewoon dat kinderen bier dronken.
En kinderen dronken toen vermoedelijk geen 'kinderbier', maar hetzelfde als volwassenen. Een eeuw later hadden koffie, thee, chocolade en limonade de drankenmarkt ruimschoots veroverd. Limonade schijnt toen echter vooral een volwassenendrank te zijn geweest.
Het bier dat de Middeleeuwer dagelijks dronk lijkt overigens niet op het bier dat we nu drinken. Het bevatte nauwelijks alcohol en smaakte waarschijnlijk vrij zuur. Men dronk bier als alternatief voor water dat toen gehaald werd uit sloten en grachten. Dit water bevatte veel bacteriën en leidde tot ziektes.
Als ontbijt aten ze pap, pannenkoek, aardappel of brood met reuzel, stroop en af en toe jam. Als hoofdmaaltijd aten ze meestal een stamppot met veel aardappelen of een gerecht van peulvruchten, zoals bruine bonen en erwtensoep. Rijke mensen konden vaker vlees, vis en zuivel kopen.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Naast vlees en vis, waren brood en bier in de middeleeuwen het voornaamste eten. Men kende erwten, bonen, wortelen en knollen, maar berichten daarover zijn schaars.
'Mede' gemaakt van honing is waarschijnlijk het oudste alcoholische drankje dat we kennen. Het werd 8000 jaar geleden al gedronken. Het is waarschijnlijk toevallig ontstaan doordat honing en water op een warme plek met gist in aanraking kwam. Bier was 5400 jaar voor Christus al bekend.
De Romeinen dronken vooral water en wijn. Wijn was goed te betalen, maar echte goede wijn was heel duur en alleen voor de rijken. Ook melk was duur, omdat het moeilijk was een koe te onderhouden, en er niet zo heel veel koeien waren in Italië.
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als kruiden werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
Bijvoorbeeld door gleuven in rotsen te hakken of geulen in het zand te maken. Later werden holle palmbomen gebruikt om water te transporteren. In China en Japan hadden ze een soortgelijk systeem: daar gebruikten ze buizen gemaakt van bamboe.
In de middeleeuwen was het juist zeer gebruikelijk om kinderen al op jonge leeftijd bier te laten drinken. Bier is een van de oudste dranken van de menselijke beschaving. Vermoedelijk werd het alcoholische goedje zowel in Azië als in Mesopotamië al rond 3000 voor Christus gebrouwen.
Gegist graan, fruitsap en honing worden al duizenden jaren gebruikt om alcohol (ethylalcohol of ethanol) te maken. Alcoholische dranken bestonden al in de vroege Egyptische beschaving en er is bewijs van een oude alcoholische drank uit China rond 7000 v.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Wanneer je naar heel Nederland kijkt dan kun je stellen dat we in heel Nederland graag als hartige snack een kroket, bitterbal, haring, kibbeling, kaas of een patatje eten. Zoete snacks die in heel Nederland worden gegeten zijn poffertjes, pannekoeken, drop en stroopwafels.
Toen aten Nederlanders gemiddeld 39,5 kilo vlees per persoon per jaar, ruim 20 kilo meer dan een halve eeuw ervoor. Sinds 2010 neemt de vleesconsumptie gemiddeld af, al stagneert het wat sinds 2016. Inmiddels noemt meer dan de helft van de Nederlanders zich flexitariër en zeggen steeds meer mensen minder vlees te eten.
Nederlanders waren rond 1900 geen grote drinkers vergeleken met andere Europeanen. In de jaren 1900–1904 was het hoofdelijke gebruik van bier, wijn en gedistilleerd in ons land 5,6 liter pure alcohol.
1300-1600: pap, erwten en knollen
Het vee dat daarop graasde leverde zoveel vlees dat ook armere mensen vlees gingen eten. Verder was er rogge en tarwe. Rogge in streken met arme grond en een gematigd klimaat, tarwe in gebieden met een vruchtbare bodem en wat meer zon.
Zo ging van 1850 tot 1900 tarwe de plaats innemen van het goedkopere roggebrood. Brood en aardappelen domineerden dus het dieet in de eind 19e eeuw. Vlees werd gezien als een luxe product. Omstreeks 1890 verscheen bij arbeidersgezinnen hooguit eenmaal per week vlees op tafel.
Wie de uitvinder van alcohol was is niet meer te achterhalen. Want het oudste document dat over alcohol gevonden is, is een bierbrouwersrecept van 5000 jaar oud. Dit is een kleitafel uit Sumerië. En een Sumerische tekst van zo'n 1000 jaar later heeft het over bier én wijn.
België is het beste bierland ter wereld (en deze 12 landen volgen ons)
Maar is Weihenstephan, het oudste bier? Het kreeg volgens het geschiedenisverhaal de brouwrechten in 1040. En er is geen brouwerij in de wereld die zo'n lange staat van dienst heeft.