In Nederland vinden periodiek verkiezingen plaats voor het Europees Parlement, de Eerste Kamer der Staten-Generaal, de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten, de gemeenteraden en de waterschappen.
De Kiesraad adviseert de minister BZK over de Kieswet en de verkiezingen van de Tweede Kamer, Eerste Kamer en het Europees Parlement. Sinds 1951 is het ook het centraal stembureau voor de verkiezingen dat wil zeggen de Raad stelt de officiële verkiezingsuitslagen vast.
In de Verenigde Staten wordt de president niet rechtstreeks gekozen, maar indirect, met getrapte verkiezingen. Feitelijk wordt op de dag van de verkiezingen niet de president gekozen, maar een college dat hem of haar pas enige tijd later kiest.
Het grootste deel van de landen heeft de kiesleeftijd vastgezet op de leeftijd van 18 jaar, meestal ook de leeftijd waarop men volwassen wordt. In vroegere tijden echter was de kiesleeftijd meestal 21 jaar, wat in Aruba en Suriname nog altijd de leeftijd is waarop iemand verkozen kan worden.
Verkiezingen. Tijdens verkiezingen voor de gemeenteraad, Europese Unie et cetera kan er ook blanco gestemd worden. Een blanco stem wordt in Nederland wel meegerekend in het opkomstpercentage, maar heeft geen invloed op de uitslag van de verkiezingen.
Gemeenteraden. Een kandidaat voor de gemeenteraad wordt met voorkeurstemmen gekozen als deze ten minste een aantal van 25% van de kiesdeler aan stemmen gehaald heeft (voorkeursdrempel) (bij raden met 19 of meer zetels) of 50% van de kiesdeler (bij raden met minder dan 19 zetels).
De kiesdeler is bij verkiezingen het totaal aantal stemmen gedeeld door het aantal zetels dat te verdelen is. Bij een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging is dit in principe ook het aantal benodigde stemmen per te behalen zetel. = 100.000. Voor elke 100.000 behaalde stemmen krijgt een partij dan 1 zetel.
De methode wordt in Nederland toegepast voor verkiezingen voor een vertegenwoordigend lichaam met 19 of meer zetels (zoals een grotere gemeenteraad, de Tweede Kamer of de Eerste Kamer). Bij deze procedure wordt het aantal stemmen voor elke partij gedeeld door het aantal behaalde volle zetels plus 1.
Links-rechts
Linkse partijen pleiten over het algemeen voor een gelijkere welvaartsverdeling en een grotere rol van de staat, terwijl rechtse partijen het belang van individuele verantwoordelijkheid en de vrije markt benadrukken.
Regeringscoalities komen in vrijwel alle landen voor waar de volksvertegenwoordiging gekozen wordt door middel van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging, waarbij geen van de deelnemende politieke partijen op basis van meerderheid van stemmen alleen kan regeren.
De vereniging Volt Nederland is een Nederlandse politieke partij die deel uitmaakt van de Europese beweging Volt Europa. De partij is vertegenwoordigd in de Tweede Kamer met twee zetels, geleid door Laurens Dassen.
Soorten kabinetscrises
Het kabinet dreigt af te treden als het parlement een bepaald voorstel niet aanneemt. Het centrale discussiepunt is het toekomstige beleid. Er is zodanige kritiek op de regering vanwege (vermeend) wanbeleid, dat de regering onvoldoende vertrouwen van het parlement heeft om door te kunnen regeren.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
Deze soeverein heerst voor ieders bestwil over de burgers die deze in eerste instantie hebben gekozen. Zolang deze de burgers bescherming kan bieden, kan deze niet meer afgezet worden. Om terugkeer naar de natuurtoestand te voorkomen, hebben burgers namelijk de plicht om te gehoorzamen.
Gedoogsteun is, in de politiek, steun die een oppositiepartij geeft aan een minderheidskabinet ofwel rompkabinet. Een rompkabinet kan in tegenstelling tot een demissionair kabinet wel beleid maken, maar is daarvoor altijd afhankelijk van gedoogsteun, bijv. uit de Tweede Kamer in Nederland.
De minister-president wordt bij koninklijk besluit benoemd en ontslagen (artikel 43 van de Grondwet). Aanvankelijk benoemde en ontsloeg de koning ministers 'naar welgevallen' en droeg daar zelf verantwoordelijkheid voor.
Als een minister het vertrouwen van de Kamer verliest, moet hij zijn ontslag aanbieden aan de koning. Soms zal deze het ontslag aannemen, namelijk als duidelijk is dat er snel een opvolger kan worden gevonden. Dan is de minister echt afgetreden.
Specifieke betekenissen. In sommige landen, zoals Nederland, is premier een synoniem van minister-president of eerste minister. In andere landen kunnen die namen voor verschillende functies gebruikt worden. In sommige landen wordt de term premier gebruikt voor de leiders van deelstaatregeringen.
De vertrouwensregel is een ongeschreven regel van het Nederlandse staatsrecht die inhoudt dat een minister, staatssecretaris of het kabinet als geheel moeten aftreden als zij niet langer het vertrouwen geniet van een van de Kamers van de Staten-Generaal.
Over de formatie zelf bestaan geen wettelijke bepalingen of regels. Alleen het begin en het einde van de kabinetsformatie zijn vastgelegd: het ontslaan van het oude kabinet en het benoemen van het nieuwe kabinet door het staatshoofd.
Het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer heet het presidium en bestaat geheel uit Tweede Kamerleden. Het staat onder leiding van de voorzitter, ook een Tweede Kamerlid.
De Kamer telt sinds 1995 150 leden (voordien 212 leden) die rechtstreeks verkozen worden bij algemeen enkelvoudig stemrecht door alle meerderjarige kiesgerechtigde Belgen, voor wie een opkomstplicht geldt.
De federale regering bestaat uit ten hoogste 15 ministers. Hiernaast kunnen er ook nog staatssecretarissen worden toegevoegd aan de regering. Deze regering is samengesteld uit evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen, eventueel de eerste minister uitgezonderd.
Duitsland (82,5 miljoen inwoners) heeft 96 zetels, dus één zetel voor 859.000 inwoners.
Brussel, dat sinds een aantal decennia de Europese instellingen huisvest, wordt beschouwd als de de facto hoofdstad van de Europese Unie (EU). Officieel heeft de Europese Unie echter geen hoofdstad noch de intentie er een vast te leggen.