Ruwvoer zijn voedermiddelen met een vezellengte van ca.8 mm. Voedermiddelen zoals gras, hooi, luzerne, snijmaïs en stro zijn dus ruwvoeders. Andere voedermiddelen met een kortere vezellengte vallen onder krachtvoer.
We kunnen gras, kuilvoer, hooi, luzerne, snijmais, graszaadhooi en stro allemaal ruwvoer noemen, maar grasbrok of luzernebrok niet. Ook al zijn deze brokjes gemaakt van gedroogd gras of luzerne, voor het maken van een brokje moeten de vezels fijngemalen worden.
Het eetpatroon van een koe kun je onderverdelen in ruwvoer en krachtvoer. Maar wat is nu het verschil tussen ruwvoer en krachtvoer? Voer met een hoog percentage vezels, wordt ruwvoer genoemd. Krachtvoer bevat daarentegen juist een hoog energiewaarde, lage structuurwaarde, en een kleine deeltjesgrote.
Voor paarden zijn de volgende soorten ruwvoer geschikt, gras, hooi, voordroogkuil, stro, luzerne en eventueel takjes en blaadjes. Gras, hooi en voordroogkuil zijn de belangrijkste ruwvoer soorten, deze worden vaak aangevuld met stro, luzerne, takjes en blaadjes.
Ruwvoer is een diervoeder met een hoog percentage (langzaam verteerbare) vezels en grote deeltjesgrootte. Hierin verschilt het van krachtvoer, dat gekenmerkt wordt door weinig vezels en kleine deeltjesgrootte. Ruwvoer vormt de basis van het rantsoen en bestaat meestal uit kuilgras en snijmaiskuil.
Dat voer kan bestaan uit groenvoer, zaden en granen, wormen en insecten. Ook is er speciaal legvoer voor kippen of onderhoudsvoer. Dit voer kun je het beste onbeperkt aanbieden in een trapbak.
Soorten voer
In de veeteelt worden doorgaans grassen, graansoorten, maïs, ruweiwit en planten met veel vetten, zoals koolzaad of sojaschroot gebruikt voor voer. Ruwvoer zijn planten die vers aan de dieren worden gegeven, maar ook gedroogd tot hooi of stro.
Rekening houdende met de hoeveelheid droge stof dat een paard maar dagelijks kan opnemen, betekent dat het paard nog 10,2 kg D.S. in de vorm van hooi kan opeten. Dat komt overeen met 12 kg hooi. Meer geven heeft dus eigenlijk geen zin en leidt tot overschot of tot te veel opname!
Het advies is om een paard niet langer dan 3 uur zonder ruwvoer te hebben staan, maar het mag niet langer dan 6 uur zonder staan. Anders wordt de kans op maagzweren (zeer) groot.
Kuilgras is meestal veel minder grof dan hooi. Het ruwe celstof gehalte is lager en bevat daardoor minder structuur. De energiewaarde van hooi is gemiddeld hoger (per kg product) dan kuilgras, terwijl het eiwitgehalte van kuilgras gemiddeld hoger is dan van hooi.
Gezien de werking van de darmen is het beter je paard 's ochtends eerst ruwvoer te geven en daarna pas krachtvoer. Ruwvoer brengt immers de productie van speeksel en het maagdarmstelsel van het paard op gang en het krachtvoer, wat je daarna geeft, wordt dan beter opgenomen in het lichaam.
Veel paardenhouders denken dat muesli vooral als lekkernij gegeven wordt, maar net als brokken, is muesli een volwaardig krachtvoer. 'Volwaardig' betekent dat je, naast ruwvoer, geen ander krachtvoer of een vitaminen- en mineralenbalancer meer hoeft bij te voeren.
Bijna iedereen voert krachtvoer (brok, muesli of slobber) en bijna iedereen vindt ook dat krachtvoer onmisbaar is in het dieet van een paard. Maar niets is minder waar. Heel veel paarden zouden gemakkelijk zonder krachtvoer kunnen, als ze maar voldoende ruwvoer van goede kwaliteit kregen.
Koeien, schapen en geiten hebben ruwvoer nodig voor het herkauwen. Voor paarden, konijnen en cavia's is ruwvoer goed voor het verteringsproces in de darmen. Bij gedroogd ruwvoer, zoals hooi, hebben de dieren extra water nodig.
Hooi van goede kwaliteit is meestal diep groen tot geel-groen in plaats van geel of bruin van kleur. Maar let op: de kleur zegt niet altijd iets over het ruwvoer. Let daarnaast op onkruiden die eventueel giftig kunnen zijn. Een groot aandeel onkruid heeft ook invloed op de voedingswaarde.
Maïs kan er wel voor zorgen dat het paard snel dikker wordt, maar maïs is erg moeilijk te verteren voor een paard. Wanneer onverteerde maïs in de dikke- en blinde darm terecht komt, kan gaskoliek of diarree ontstaan. Pas hier dus mee op!
Echter brood is speciaal gemaakt voor menselijke consumptie en is niet het meest ideale paardenvoer. Veel vers brood is niet goed, omdat een paard deegballen kan vormen die slecht verteerbaar zijn en verstoppingen kunnen veroorzaken. Ook kan vers brood aan het gehemelte van een paard gaan plakken.
Paarden mogen maximaal ca. 1,2 – 2 kg wortelen per 100 kg lichaamsgewicht per dag krijgen. Dit betekent voor een volwassen paard van 600 kg ca. 7,2 – 12 kg wortels per dag.
Ondanks dat paarden lang met weinig water kunnen overleven, kan het fataal zijn voor een paard om helemaal geen beschikking te hebben over water. Wanneer een paard twee dagen niet gedronken heeft is het belangrijk om een dierenarts in te schakelen.
Antwoord: Om als paardenvoer te gebruiken worden haverstro, gerstestro, tarwestro en koolzaadstro gebruikt. Gerstestro en haverstro worden het meest gebruikt. Haverstro is het beste, aangezien het zachter is en de meeste voedingsstoffen bevat.
Kuilgras kan ook heel droog zijn, maar het fermentatieproces vindt wel altijd plaats. Stro kan als ruwvoer dienen voor een paard en voor afleiding zorgen als een paard dit eet terwijl het op stal staat. Stro is onder te verdelen in haverstro, tarwestro en gerststro. Vooral haverstro vinden veel paarden lekker.
Stro wordt meestal gebruikt als bodembedekking, maar kan ook als ruwvoer worden gegeven. Bijvoorbeeld gerstestro is geschikt als paardenvoer. Het voeren van uitsluitend stro is geen aanrader. Aangezien stro veel onverteerbare vezels bevat kunnen grotere hoeveelheden een slokdarmverstopping of koliek veroorzaken.
De koe heeft ten eerste minder weerstand en is hierdoor vatbaarder voor infectieziekten. Daarnaast moet de koe om het gebrek aan eiwit te compenseren, veel meer koolhydraten krijgen in het eten. Dat zorgt voor vervetting. Een te kort aan eiwitten heeft ook invloed op de melkproductie en de kwaliteit.
Sperziebonen en snijbonen hebben een hoge voedingswaarde, maar bevatten een bittere stof waardoor de koeien dit product minder graag opnemen. Rauwe bonen bevatten antitrypsine wat de eiwitopname remt. Daarom wordt humaan geadviseerd bonen altijd minimaal 5 minuten koken om de antitrypsine-activiteit te verwijderen.
Geen scheten, maar boeren
Niet alleen runderen, maar alle herkauwers stoten methaan uit bij hun verteringsproces. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt zijn het niet de scheten van runderen, maar de boeren die het gros van het methaan bevatten.