Het kan gebeuren dat u na een bloedtransfusie antistoffen tegen andermans bloedcellen aanmaakt. U krijgt dan een transfusiekaartje waar dit op staat.Dit moet u de volgende keer dat u naar het ziekenhuis gaat altijd aan uw arts laten zien. Ook als dat in een ander ziekenhuis is.
De bijwerkingen die tijdens of na een transfusie kunnen op treden zijn: Een allergische reactie: koorts, rillingen, galbulten, jeuk of een rode huid. De klachten treden binnen enkele minuten tot enkele uren op en zijn met medicijnen te verhelpen. Een koortsreactie.
Zodra het circulerend bloedvolume is hersteld, verhoogt transfusie van een erytrocytenconcentraat het Hb met circa 0,6 mmol/l. In een stabiele situatie is een bepaling van het Hb 15 minuten na toediening betrouwbaar.
een zakje plasma duurt ongeveer een half uur. een zakje bloedplaatjes duurt 15-30 minuten. een zakje rode bloedcellen duurt één tot twee uur.
Bij patiënten kan tijdens of na een bloedtransfusie een allergische reactie optreden. Zo'n reactie is te herkennen aan koorts, rillingen, galbulten, jeuk of een rode huid. Dit kan vaak eenvoudig met medicijnen worden behandeld.
Tijdens/na de bloedtransfusie kan een allergische reacties optreden. Deze zijn te herkennen aan een rode huid, jeuk en/of galbulten, soms ook met koorts of koude rillingen. Deze allergische reacties zijn met medicijnen te behandelen. Met elke bloedtransfusie van rode bloedcellen krijgt men ook ijzer binnen.
Wat zijn de mogelijke complicaties? Elke bloedtransfusie, ook al is ze correct uitgevoerd, kan bijwerkingen geven. De meest voorkomende zijn koorts en een milde allergische reactie met jeuk en huiduitslag, die kunnen verholpen worden met medicatie.
De absolute transfusie-indicatie is Hb< 3 mmol/l. Ook mag de kwaliteit van leven bij de indicatie worden betrokken; hiertoe kan men eenvoudige leeftijdsparameters hanteren.
Deze regel houdt in dat men een Hb-afkapwaarde van 4,0 mmol/l hanteert voor een bloedtransfusie bij voorheen gezonde personen (ASA-klasse I), een waarde van 6,0 mmol/l voor patiënten met comorbiditeit (ASA-klasse IV) en voor de rest een waarde van 5,0 mmol/l.
Nee, na een transfusie met donorbloed kunt u geen bloeddonor worden of blijven. Dit heeft te maken met een voorzorgsmaatregel om een zogenaamde 'besmettingsketen tussen mensen' voor de variant ziekte van Creutzfeldt-Jakob (een zeldzame hersenziekte) te voorkomen.
3 De sterftekans neemt bij zowel mannen als vrouwen toe naarmate de Hb-waarde lager is. Dit is het duidelijkst voor Hb-waarden die onder de WHO-grenswaarden voor anemie liggen: 8,0 mmol/l en lager bij mannen, en 7,5 mmol/l en lager bij vrouwen (zie figuur 1).
IJzer uit plantaardige voeding wordt iets beter opgenomen als je bij de maaltijd iets eet of drinkt met vitamine C, zoals groente of fruit. Door bij een broodmaaltijd bijvoorbeeld fruit, rauwkost of een glas sinaasappelsap te nemen, wordt het ijzer uit brood beter opgenomen.
Het lichaam gaat na afname weer nieuw bloed maken. Het volume van het bloedplasma is na ongeveer 12 uur weer op het oude peil, het bloedplasma en de bloedplaatjes zijn binnen enkele dagen aangevuld, de rode bloedcellen zijn na enkele weken vervangen, en het ijzergehalte is na circa twee maanden hersteld.
Minder zuurstof in het lichaam zorgt voor de klachten bij bloedarmoede. Met bloedonderzoek kan het Hb gemeten worden: Mannen hebben bloedarmoede als het Hb lager is dan 8,5 mmol/l. Vrouwen hebben bloedarmoede als het Hb lager is dan 7,5 mmol/l.
Nederlands bloed is het duurste bloed in Europa. Nederlandse zorginstellingen betalen 214 euro voor één zakje bloed (rode bloedcellen). Ter vergelijking: Duitsers betalen 85 euro per zakje. Voor ziekenhuizen is dit prijsverschil enorm.
U ernstige bloedarmoede wanneer u veel van klachten heeft of uw Hb-gehalte lager is dan 6,2.
Ieder jaar ontvangen zo'n 250.000 Nederlanders een bloedtransfusie. Dit zijn bijvoorbeeld slachtoffers van ongevallen, patiënten die een (grote) operatie ondergaan, patiënten met veel bloedverlies en patiënten die voor kanker of (kwaadaardige) bloedziekten worden behandeld.
Ieder jaar ontvangen zo'n 250.000 Nederlanders een bloedtransfusie. Het betreft onder andere slachtoffers van ongevallen, patiënten die een (grote) operatie ondergaan en patiënten die voor kanker of (kwaadaardige) bloedziekten worden behandeld.
Hemoglobine te laag
Als je Hb-waarde lager is dan normaal, dan heb je misschien bloedarmoede. Het gaat hierbij niet om een tekort aan bloed, maar om te weinig hemoglobine. Het bloed kan dan te weinig zuurstof vervoeren. Dit kan klachten geven als moeheid, duizeligheid, hoofdpijn en kortademigheid.
Bij bloedarmoede door ijzertekort, bijvoorbeeld door bloedverlies, door zwangerschap of na een operatie. U heeft dan te weinig rode bloedcellen in uw bloed. U kunt last hebben van snel moe voelen en minder kleur in uw gezicht. Het duurt enkele weken tot maanden tot de hoeveelheid ijzer in uw bloed weer normaal is.
Anemie door verhoogde afbraak: hemolytische anemie. In het geval van hemolyse (heem = bloed, lysis = uiteenvallen) worden de rode bloedcellen versneld afgebroken. Ze leven dan niet de gebruikelijke 100 tot 120 dagen, maar kunnen na enkele dagen, soms al enkele uren, weer afgebroken worden.
Een zak bloed (300 ml) wordt meestal in 1,5 tot 2 uur toegediend. In sommige situaties wordt het langzamer of sneller toegediend. Bloedplaatjes zijn nodig om bloedingen te voorkomen of te stelpen.
Een bloeddonatie wordt wettelijk toegestaan met een minimumtermijn van 2 maanden tussen 2 giften. Het Belgische Rode Kruis beveelt echter een termijn van 3 maanden aan. In beide gevallen mag je gespreid over 365 dagen maximaal 4 keer doneren. Een plasmadonatie is om de 15 dagen toegestaan.
Tips om klachten na bloeddonatie te voorkomen
Sta na de donatie niet te snel op, blijf liever nog even liggen. Zorg dat je na de donatie genoeg drinkt. Je moet het vocht dat je net hebt gedoneerd aanvullen. Doe het de komende dag rustig aan.