Je kunt zuigverwarring voorkomen door je baby uitsluitend aan de borst te laten drinken. Hoe jonger je baby is, hoe groter de kans is dat hij zuigverwarring ontwikkelt. Laat daarom in de eerste weken na de geboorte een fopspeen liever achterwege.
Als de tepel-speenverwarring langer dan een paar dagen duurt, begin dan met kolven; Als ze heeft gedronken aan de borst, en laat los en gaat aan de borst stribbelen, kun je beter stoppen. Je kunt dan de andere borst aanbieden en als dat ook niet lukt, dan forceer je het niet.
Hoe weet ik of mijn kind last heeft van tepel-speenverwarring? De baby weet niet wat hij met de borst aan moet: hij kauwt erop, pakt hem vast, steekt zijn tong niet meer uit om de melk te laten toeschieten en wordt al snel erg onrustig. Hij huilt, lijkt de borst weg te duwen, raakt overstuur en overstrekt zich.
De pijn gaat normaal gesproken na enkele dagen weg, als je lichaam gewend is geraakt aan borstvoeding en je baby efficiënter gaat zuigen. Raadpleeg een deskundige, lactatiekundige of borstvoedingsspecialist als de pijn tijdens de borstvoeding niet na enkele dagen verdwijnt.
Soorten spenen
Kersvorm: deze heeft een ronde top en lijkt het meest op de vorm van een tepel. Hij is dus herkenbaar voor je kindje. Dentalspeen: deze speen heeft een platte, schuin aflopende vorm. Daardoor valt hij minder snel uit het mondje van je baby.
Niet waar: Fopspenen mogen niet langer dan 6 uur per dag worden gebruikt. 7 Daarnaast ontwikkelen de mond en tanden van elk kind zich anders. Het gebruik van een speen voor kinderen ouder dan 24 maanden is een keuze die elke ouder zelf in overleg met een arts of tandarts moet maken.
Het langdurig zuigen aan een fopspeen kan de stand van de tanden en kaak beïnvloeden. Dat is dan vooral te zien bij het melkgebit, maar gelukkig niet meer bij volwassenengebit. Als je kindje op tijd stopt met het speenzuigen (voor het tandjes wisselen), dan blijft het risico op gebitsproblemen als volwassene erg klein.
Lanoline is niet schadelijk voor je baby, dus hoef je het niet af te wassen voordat je borstvoeding geeft. Hydrogel pads kunnen op pijnlijke tepels worden gelegd voor onmiddellijke verlichting van pijn bij de borstvoeding. Ze zorgen tevens voor ideale genezingsomstandigheden.
Gebruik één arm om je baby te steunen en met de andere hand ondersteun je je borst, zodat de tepel ter hoogte van zijn neusje komt. Streel met de tepel zacht de bovenlip van je baby. Je baby herkent het signaal en opent in een 'zoekreflex' spontaan zijn of haar mondje. Gun je baby even tijd om actief te gaan aanhappen.
Er kunnen ook tekenen van een ontsteking in de tepel of tepelhof zijn. Dit gaat gepaard met pijn, met name tijdens het aanleggen, een rode huid, oedemen en een verhoogde temperatuur. Bij een bacteriële infectie is er mogelijk sprake van gelige afscheiding en een rode tepel.
Als je te weinig melk of een vertraagde toeschietreflex hebt, kan je kind ook onrustig aan de borst drinken. Als je kind onrustig aan de borst drinkt, minder plast (en in de eerste weken minder poept), bijna niet tevreden is en/of minder goed gaat groeien, dan kan het zijn dat je melkproductie niet meer voldoende is.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
Oudere baby's hebben vaak in de gaten dat ze een afnemende toeschietreflex kunnen prikkelen door aan de tepel te trekken. Wanneer de melkstroom minder wordt, gaan ze met de tepel in de mond hun hoofd naar achteren heen en weer bewegen, om de melk weer op gang te brengen.
Het kan ook heel geleidelijk gaan. Een baby die geen problemen lijkt te hebben met de verschillende manieren van zuigen of het gebruik van een fopspeen, begint aan de borst alsmaar minder efficiënt te drinken. In uitzonderlijke gevallen kan een baby ook met zuigverwarring geboren worden.
Tenslotte kan je kind ook moeite hebben met drinken aan de borst omdat het pijn doet, bijvoorbeeld na een kunstverlossing, bij een beschadiging aan de kaakgewrichten, een gebroken sleutelbeen, en dergelijke. Pijn bij het drinken kan ook veroorzaakt worden door spruw in het mondje van de baby of op je tepel en tepelhof.
Breng het hoofdje van je baby richting je borst en zijn neusje bij je tepel. Wacht tot zijn mondje wijd open is. Duw vervolgens je kindje met zijn lijfje tegen je aan. Als het goed is neemt je baby nu een grote hap: niet alleen van je tepel, maar ook van een deel tepelhof.
Veel moeders zweren tijdens de borstvoedingsperiode bij een tepelzalf die uit 100% lanoline bestaat, bijvoorbeeld Purelan. Zo'n zalf verzacht en verzorgt de tepel en hoef je er voor het voeden niet af te halen (door het wegvegen kunnen nieuwe kloofjes ontstaan).
Zorg dat uw kindje nooit aan de tepel trekt maar houdt hem dicht genoeg zodat het goed bij de borst kan. Zorg dat de baby niet alleen tepel maar zoveel tepelhof binnenkrijgt als mogelijk is. Wrijf na elke voeding, maar ook tussen de voedingen door, de tepel in met een dikke druppel moedermelk en laat goed opdrogen.
Borsten en tepels komen in verschillende soorten en maten. Een te klein of te groot borstschild kan ervoor zorgen dat kolven pijn doet OF dat je minder melk gaat kolven. Kolven mag geen pijn doen! Bij sommige winkels kan je verschillende kolven proberen onder begeleiding van professionele hulp.
Je baby moet zijn mond wijd opendoen om de borst te pakken. Voor een fopspeen hoeft hij zijn mondje niet wijd te openen. De tepel komt ver achter in de mond van je kindje liggen; een (fop)speen ligt vrij voorin de mond. Je baby pakt de borst zelf; een fopspeen kan hem in de mond worden gestopt.
Gevaren van een ronde (Bibs) speen
„Door de grote kop die op de speen zit kan de kaak versmald worden en kan er na verloop van tijd een open beet ontstaan. Dit is te herkennen aan een gebit dat 'rond' gaat staan, hierbij ontstaat er een opening als de kaken op elkaar geklemd worden.
De drie gaatjes in het schildje zullen ervoor zorgen dat je kindje gewoon kan blijven ademen. Inspecteer het speentje altijd voor je het aan je kindje geeft. Vooral als het kindje tandjes heeft. Trek aan de fopspeen in alle richtingen en gooi de speen weg bij de eerste tekenen van beschadiging of zwakte.