De beste manier om te ontkomen is de hoogte opzoeken: in een boom klimmen of op een auto gaan staan. Everzwijnen kunnen niet klimmen. Als je nergens in kan klimmen, kan je het dier proberen te verjagen door in de handen te klappen. Probeer intussen de afstand tussen u en het everzwijn langzaam te vergroten.
Wilde zwijnen zijn rustige dieren, niet agressief en “Ze hebben meer angst voor de mens”. Geen wonder: De mens is de grootste vijand van de wilde zwijnen. Eigenlijk waren de wilde zwijnen overdag actief, echter door de dreiging van de jacht hebben zij hun activiteiten in de schemering en 's nachts verplaats.
Zwijnen en wilde varkens zijn intelligente en sterke dieren: zij beuken met gemak een niet elektrische afrastering omver of drukken met hun neus hekken omver. Door te kiezen voor elektrisch schrikdraad, met voldoende voltage, is dat gegeven verleden tijd.
Overdag houden wilde zwijnen zich doorgaans schuil in hun nest (leger), dat zich meestal in dichte dekking bevindt. De aanwezigheid van wilde zwijnen kan best worden vastgesteld aan de hand van loopsporen, zoelplekken waar ze hun modderbad nemen, schuurbomen, wroetsporen en uitwerpselen.
Een wild zwijn kan bijna een meter hoog springen en over hekken van ruim 1,5 meter klimmen, zodat een hek van minimaal 1 meter 20 hoog moet worden geplaatst.
Een vrouwtje wordt een zeug of bagge genoemd. Jonge of eenjarige wilde zwijnen heten biggen of frislingen. Tweejarige wilde zwijnen heten overlopers.
In Nederland zijn enkele leefgebieden aangewezen voor wilde zwijnen zoals de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg. Voor overige gebieden geldt een provinciaal 'nulstandbeleid' wat betekent dat er formeel geen enkel wild zwijn mag leven.
De meeste kans om wild te zien, heb je in de vroege ochtend en late avond. Dan gaat het wild op zoek naar voedsel en grazen de dieren op open plekken (vaak aan de bosrand). Overdag houden de dieren zich juist verscholen om in de avond weer tevoorschijn te komen, op zoek naar hun avondmaal.
Zorg dat je iets weet over de dieren die je zult tegenkomen. Wandel altijd in een open ruimte (nooit in bosgebieden) en vertoon geen overhaast of roekeloos gedrag. Probeer met de wind mee te wandelen. Op die manier weten dieren dat je in aantocht bent, ze kunnen je dan namelijk horen en ruiken.
Het meest toegepaste lokvoer voor wilde zwijnen in Nederland is maïs, uitgestrooid op de voerplek.
Wat sommigen gemakkelijk afdoen als triviaal grommen en gillen, blijkt een goed ontwikkeld communicatiesysteem. Wilde zwijnen zijn sociale dieren en hebben een zeer gevarieerd repertoire ontwikkeld om mee te communiceren.
Hij wordt met gemak ingehaald door het jachtluipaard, dat tot 100 kilometer per uur kan halen. Maar ook het edelhert (67 km/u), de haas (65 km/u) en zelfs het everzwijn (55 km/u) zouden de Jamaicaan verslaan in een wedstrijdje sprinten. Ook de zwemmers van het dierenrijk doen het beter dan die van ons.
Wilde zwijnen zijn alleseters; omnivoren dus. Ze eten o.a. eikels, kastanjes, wortels en knollen, maar ook wormen, larven en soms staan er zelfs knaagdieren op het menu. Ze wroeten daarbij vaak in de bodem, op zoek naar alles wat eetbaar is.
In 2019 waren er nog 4800 wilde zwijnen en afgelopen zomer dus al 10.000. De enorme toename komt vooral door de grote hoeveelheid voedsel in de bossen. Er gingen de afgelopen jaren nauwelijks zwijnen dood van de honger en ze konden zich optimaal voortplanten.
Bekend is dat wilde zwijnen goed kunnen zwemmen. Boerma: "In Overijssel zijn in het verleden overigens wel vaker wilde zwijnen gespot." Voor wilde zwijnen geldt dat buiten de leefgebieden een nulstand wordt nagestreefd. Dit betekent dat de soort in andere gebieden niet mag voorkomen.
Het wild zwijn (Sus scrofa) wordt ook wel everzwijn genoemd maar ook zwart wild of borstelwild. Een mannetje heet ook wel keiler, het vrouwtje zeug en een groep noemt men rotte of rot. Hij heeft een gedrongen romp en een langwerpige kop met een afgeplatte, sterke snuit.
Maar onze ergste vijand – en 's werelds gevaarlijkste dier – is de mug. De kleine bloedzuiger brengt elk jaar ziekten over op honderden miljoenen mensen en ongeveer 1 miljoen mensen sterven daaraan. De mug is dan ook het dier dat wereldwijd de meeste mensen doodt.
Dassen zijn beschermde dieren. Verjagen, verstoren, doden of iets dergelijks is verboden. Voorkomen dat ze in je tuin komen is het enigste wat je kunt proberen. Dassen zijn echter sterke dieren en kunnen uitstekend graven.
Zuinig zijn op edelherten
Het edelhert is het grootste zoogdier van ons land. Je treft hem alleen op de Veluwe aan en bij de Oostvaardersplassen. Imposante dieren waar we zeer zuinig op moeten zijn.
Vroeger leefden edelherten vooral in het open veld langs de grote rivieren. Later werd hun leefgebied teruggedrongen tot de Veluwe. De Veluwe vormt nog altijd het kerngebied van edelherten in Nederland, al leven ze nu ook in de Oostvaardersplassen, Noord-Brabant en Limburg.
Oudere zeugen krijgen grotere worpen. Het aantal jongen is ook afhankelijk van de voedselsituatie en de conditie van de zeug in de periode van bevruchting. Meestal krijgt een zeug één worp per jaar, maar mocht de eerste worp vroeg verloren gaan, dan kunnen de zwijnen nog in de zomer een tweede worp krijgen.
Het geslacht van de varkens (Sus) bevat tien soorten, waaronder het wild zwijn (Sus scrofa). Het wild zwijn komt van oorsprong voor in Nederland en wordt ook wel everzwijn of ever genoemd. Deze everzwijn is de wilde voorouder van ons varken, het boerderijdier.