Een vlinder met kapotte vleugels heeft moeite met het vinden van voedsel. Waarschijnlijk zit hij al een tijd zonder voeding en is hierdoor verzwakt geraakt. Nadat je de vleugel gerepareerd hebt geef je de vlinder eerst wat te eten. Zo kan hij op krachten komen en is klaar om uit te vliegen.
Hun vleugels zijn erg kwetsbaar. Als ze beschadigd raken, herstellen ze niet meer. Dus kijken mag, maar aanraken niet… Metamorfose Vlinders zijn leuk en mooi, maar hun kinderen zorgen voor overlast.
Gewonde vlinders helpen om te eten. Houd het bij drinken als sap, cola en bowl. Sap, cola en fruitponsen zijn de beste eerste hulp voor gewonde, zieke of jonge vlinders. Gebruik deze als voedsel, indien mogelijk, en zorg ervoor dat ze op kamertemperatuur of warmer zijn.
Voedsel voor vlinders
De meeste vlinders leven van nectar, een stroperig vocht dat ze uit bloemen halen. In nectar zitten suiker en kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Vooral de vrouwtjes hebben dit nodig om eitjes aan te maken. Behalve nectar uit bloemen eten sommige vlinders nog ander voedsel.
Nee, helaas. Als je de vleugels van vlinders van dichtbij bekijkt, bijvoorbeeld door een vergrootglas of een microscoop, dan zie je allemaal kleine schubjes, net als bij vissen. Die schubjes hebben een bepaalde kleur, bijvoorbeeld rood of geel. Daardoor heeft een vlinder kleuren.
De kleine wintervlinder is een bekend voorbeeld van een vlindersoort zonder vleugels. Deze nachtvlinder kan je tegenkomen van oktober tot eind december. In het najaar komen deze vlinders uit hun pop om zich voort te planten.
Kunstnectar kunt u maken door negen delen water in een bakje te doen met één deel suiker of honing. Doe ook een pannenspons in het bakje, of doe er een deksel met gaatjes op. De eerste dagen hebben de vlinders vaak nog geen honger, omdat ze als rups al zoveel blaadjes hebben gegeten.
Maak je plek voor vlinders dus op een zonnige plek in de tuin. Zorg voor een beschutte plek, vlinders houden niet van wind. Dus staat er vaak veel wind in je tuin, zorg dan voor een windvrije plek met bijvoorbeeld wat grotere planten die de wind tegenhouden. Let wel op dat je de windvrije plek in de zon maakt.
Vlinder, als de vlinder in jouw leven verschijnt dan geeft de vlinder jou de boodschap mee van transformatie. Komt de vlinder in jouw leven dan laat deze je weten dat er een nieuw begin heel dichtbij is. Een transformatie naar een leven in liefde, vreugde en gezondheid, Elk dier brengt een boodschap mee.
Vlinders houden ook van een lekker kruidenhoekje met lavendel, marjolein, tijm en salie. Met een vlinderstruik, klimop of een wilde kamperfoelie maak je ze ook helemaal blij.
De vlinders zullen niet komen als je geen voer in je voerbak doet! Vlindervoer maken doe je door water met suiker te mengen. Warm het mengsel op totdat de suiker oplost en laat het afkoelen.
Sommige vlinders kruipen weg in een beschut hoekje in een schuur of in een holle boom. Ze houden een soort winterslaap en komen in de lente weer tevoorschijn. De citroenvlinder is een taaie: die gaat gewoon ergens aan een blad of een takje hangen en kan zelfs overleven als de temperatuur onder nul komt.
Ze vertegenwoordigen een gevoel van onschuld, liefde en zachtmoedigheid. Het komt ook zelden voor dat je ze tegenkomt omdat ze de mens ontlopen. Dit wordt door velen gezien als een boodschap van iemand die van bovenaf op je neerkijkt.
Verreweg de meeste vlinders worden beschouwd als onschuldige en nuttige dieren omdat ze bestuivers zijn die niet kunnen steken of bijten.
Zoals: In februari - Dagpauwoog. In maart - Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Dagpauwoog; Kleine vos; Citroenvlinder. In april - Klein koolwitje; Boomblauwtje; Gehakkelde orelia; Bond zandoogje; Dagpauwoog; Kleine vos; Distelvlinder; Landkaartje; Koninginnepage; Citroenvlinder; Klein geaderd witje.
Een aantal soorten vlinders kan geluiden opvangen met de antennes en dienen dus als gehoor, niet alle vlinders kunnen geluiden horen, bij vlinders die dat wel kunnen zijn er viert typen gehoororganen waar dit er één van is.
Een overwinterende vlinder kan je het beste even vangen in een glas. Als je de vlinder vervolgens op een koude, veilige plek met de poten tegen de wand aan zet zal hij zich snel vastgrijpen en kun je hem loslaten. De volgende dag is hij waarschijnlijk wel verplaatst, want hij zoekt zelf de beste plek uit.
Zo lok je ze naar je tuin
Elke vlinder heeft z'n favoriete bloem of plant. Ze drinken van de nectar die in bloemen zit. Daarom kun je die vlinders goed lokken met suikerwater, dat is net zo zoet als nectar. Sommige soorten - zoals de atalanta - houden meer van rottend fruit.
Dat wil zeggen dat ze vocht uit hun lichaam halen, hun spijsvertering op een heel laag nivo zetten en een soort van antivries aanmaken, vergelijkbaar met dat wat wij in onze auto's gebruiken. Deze vlinders kunnen zo uitstekend tegen de kou en 15 of 20 graden vorst kunnen ze prima hebben.
Vlindervleugels zijn superkwetsbaar. Als er een te grote regendruppel op de vleugel van een vlinder landt, kan het kleurrijke diertje doodgaan. Daarom verstopt-ie zich tijdens een regenbui onder grote bladeren, in struiken, onder hout en in het gras.
Er zit maar een piepklein beetje nectar in elke bloem. Daarom moet een vlinder bij heel veel bloemen langs voor zijn honger gestild is. Elke keer stopt hij z'n dunne slurf erin en zuigt de nectar op. Alsof het een rietje is.
Suikerwater met spons
Kunstnectar kunt u maken door negen delen water in een bakje te doen met één deel suiker of honing. Doe ook een pannenspons in het bakje, of doe er een deksel met gaatjes op. De vlinders kunnen dan droog zitten en met hun roltong toch bij de kunstnectar komen.
Naast de opvallende vleugels van veel soorten zijn ook de grote, samengestelde ogen van de vlinder heel opvallend. Deze ronde bollen, met honderden kleine, zeshoekige facetten, bevinden zich aan de zijkanten van de kop. Daartussen steken twee lange antennen, die bij dagvlinders altijd eindigen in een knopje.
Vlinders zoals het koolwitje of citroenvlinder zijn vaak in groepjes aan de rand van een (regen) plas te vinden om te drinken. Ook drinken vlinders van waterdruppels op bladeren of ander vocht.