Behalve je eigen arts, mag alleen de bedrijfsarts je medische gegevens met jouw akkoord inzien. Die heeft ook een beroepsgeheim. Dit houdt in dat de bedrijfsarts jouw gegevens, maar ook wat er is besproken tijdens afspraken, niet mag delen.
Dit mag de bedrijfsarts wel delen: welke werkzaamheden je nog wel/niet kunt uitvoeren. welke invloed dit heeft op het type werk dat je doet. de verwachte duur van het verzuim.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Vertel je bedrijfsarts hoe je hoofd momenteel werkt en dat je niet in staat bent om over je problemen na te denken. Vertel hem ook wat je wél doet op gebied van bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen om je herstel te bevorderen.
Het hele dossier opvragen bij de behandelaar mag wettelijk niet. De arbodienst mag alleen informatie inwinnen over de huidige medische en/of psychische problematiek. Daarnaast geeft de werknemer aan bij welke specialist(en) de gegevens kunnen worden ingewonnen: de huisarts, neuroloog, cardioloog, etc.
Behalve je eigen arts, mag alleen de bedrijfsarts je medische gegevens met jouw akkoord inzien. Die heeft ook een beroepsgeheim. Dit houdt in dat de bedrijfsarts jouw gegevens, maar ook wat er is besproken tijdens afspraken, niet mag delen.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
Het gesprek bij de bedrijfsarts is een dialoog en dat betekent dat jij ook vragen mag stellen. Bijvoorbeeld over welke informatie er naar je werkgever gaat. Het beste kun je dit vragen voordat je jouw verhaal doet. Dan kun je namelijk nog beslissen om bepaalde zaken niet te vertellen.
Het gesprek:
Geef dat wel meteen aan het begin aan. De vragen van de bedrijfsarts gaan over wat je wél kan. Leg duidelijk uit wat voor jou mogelijk is en wat je daarvoor nodig hebt, bijvoorbeeld een rustige werkplek. Vertel ook waar je grenzen liggen, bijvoorbeeld maximaal 2 uur per dag werken.
Als een werkgever het vermoeden heeft dat een werknemer zich onterecht heeft ziek gemeld, dan kan hij een spoedcontrole (laten) uitvoeren. Dit kan al vanaf het moment van ziek melden. Veel werkgevers voeren een ziekteverzuimbeleid waarin een procedure is opgenomen die de werknemer en werkgever moeten volgen bij ziekte.
De bedrijfsarts voert zijn beroep onafhankelijk uit. Hij brengt adviezen uit die in het belang zijn van de gezondheid van de werkenden. De bedrijfsarts werkt ook samen met de ondernemingsraad (of de personeelsvertegenwoordiging), de preventiemedewerker en met andere interne en externe deskundige(n).
Het korte antwoord is ja. De bedrijfsarts mag lichamelijk onderzoek doen. Iedere arts, en dus ook de bedrijfsarts, is gerechtigd lichamelijk onderzoek te doen. De vraag is echter of lichamelijk onderzoek nodig is.
Volgens de wet is het de werkgever niet toegestaan te vragen naar medische klachten, symptomen of naar de aard of oorzaak van de ziekte. Griep, migraine, nekklachten, een blaasontsteking, een burn-out of iets anders ergs.
De regels voor ziekmelding staan in uw arbeidscontract, cao of bedrijfsreglement. U hoeft de werkgever niet te vertellen wat uw klachten zijn. Uw werkgever mag geen medische informatie van u vragen. Wel mag uw werkgever vragen of u ziek bent door een bedrijfsongeval.
Binnen acht weken na de ziekmelding moet je als werkgever, in overleg met je zieke werknemer, een Plan van Aanpak (PvA) maken voor zijn re-integratie. Iedere zes weken moet je als werkgever met je werknemer de voortgang bespreken. Je kunt ook een 'casemanager' kiezen die dit samen met jou of namens jou doet.
Herstel in eigen of ander werk
Anders dan je misschien zou verwachten kunnen mensen met een burnout vaak beter wel gedeeltelijk aan het werk blijven. Wanneer zij elke dag iets nuttigs, iets ontspannends en iets gezelligs doen is de kans het grootst dat zij zichzelf hervinden en in het herstel gaan geloven.
En misschien dat we dan meteen ook het tweede grote misverstand kunnen tackelen: een burn-out kan je niet faken. Een getrainde professional prikt daar meteen doorheen en iemand met een burn-out wil dat ook helemaal niet faken, want wil niks liever als zijn werk gewoon blijven doen.
Na haar terugkeer besloot Julia als arts te gaan werken bij Zorg van de Zaak. Sinds maart 2021 is zij in opleiding tot bedrijfsarts. “Het eerste spreekuur duurt meestal zo'n 20 minuten. En als een werknemer dat fijn vindt, kan hij altijd iemand meenemen naar het gesprek, zoals de partner of een goede vriend/vriendin.”
Burnout duurt het langst van alle werkgerelateerde psychische klachten. Opvallend is ook de grote spreiding in duur van burnout: van drie maanden tot meer dan een jaar. Waarom duurt het herstel soms zo lang? Patiënten ogen niet ziek, maar kunnen maanden, soms jaren niet normaal functioneren.
Het uitgangspunt is dat een werkgever alleen datgene mag vragen en registeren wat zij noodzakelijkerwijs zou moeten weten om te bepalen hoe het verder moet met de werkzaamheden van de werknemer, en een werkgever mag informatie hebben om te beoordelen of zij loon moet doorbetalen aan de werknemer.
Je werkgever mag geen medische informatie van je vragen. Ook niet of je bij de huisarts bent geweest. Je werkgever mag wel vragen of je adequate behandeling hebt gezocht. En ook mag je werkgever vragen of de ziekte een gevolg is van een arbeidsongeval.
De bedrijfsarts is degene die de werkgever adviseert of een werknemer in staat is is om zijn of haar werk te doen. Een huisarts kan de werknemer ook een advies geven, maar voor de werkgever is het advies van de bedrijfsarts altijd leidend.