Dreumesen kunnen al staan en leren lopen. Ze zien nog geen gevaar en kunnen vaak al meer dan dat ze begrijpen. Hun wereld wordt snel groter. We laten hen deze zoveel mogelijk in vrijheid ontdekken.
Niet alleen in lengte en gewicht, maar ook in zijn denken en doen. Als je baby een jaar oud is, heeft hij leren kruipen, zitten, staan, brabbelen en misschien zelfs wel leren lopen en praten.
Het lopen gaat steeds zelfverzekerder. Knieën zijn licht gebogen, schouders gaan meer naar achteren en de armen meer gestrekt langs het lichaam; de voeten worden platter neergezet. Je peuter van 1,5 jaar kan nu ook leren de trap zelf op te lopen. Laat hem eerst een voetje op de tree zetten en dan de tweede voet erbij.
Leren, onthouden, denken en redeneren zijn intellectuele vaardigheden. In het begin zal jouw dreumes vooral leren door uit te proberen, te experimenteren en mensen na te doen. Op een gegeven moment herkent het kind bepaalde concepten en maakt van te voren een 'beeld' van het object of de gebeurtenis in het hoofd.
Een dreumes kan nog niet heel lang alleen spelen. Ze willen vooral graag bij een geliefd persoon in de buurt zijn en die nadoen of “helpen”. Ook dat is spelen! Geef ze een doekje om mee te helpen poetsen, een handdoekje om op te vouwen of laat ze de geschilde aardappels in de pan gooien.
Cognitieve en zintuigelijke ontwikkeling
Kinderen begrijpen al wel de vaste volgorde van dingen, maar nog niet wat ze met elkaar te maken hebben. Een kind snapt alleen regels op het moment dat ze gegeven worden. Daarbij zijn regels gekoppeld aan degene die ze geeft en de situatie waarin ze gegeven worden.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
Uw peuter leert de eigen gevoelens en die van een ander herkennen en begrijpen. Ook leert hij of zij hoe u met bepaalde gevoelens en situaties om kan gaan. Wanneer uw kind tussen de twee en drie jaar is maakt hij of zij grote sprongen op sociaal-emotioneel gebied.
Nu je kind 18 maanden oud is, gaat het beseffen dat hij of zij een eigen persoon is. Je kind gaat meer praten, denken en onthouden. Ook het geweten gaat zich ontwikkelen. Peuters moeten hiervoor heel veel oefenen, veel dingen kunnen ze nog niet.
Een dreumes van achttien maanden begrijpt zo'n tweehonderd woorden en korte zinnen, denk aan 'waar is je schoen' of 'pak de bal'. Het spreekt rond de vijftig woorden. Een dreumes begint nu te brabbelen en leert de eerste woordjes. Een taalontwikkelingsstoornis is dan wat makkelijker te herkennen.
Het lopen gaat steeds zelfverzekerder. Knieën zijn licht gebogen, schouders gaan meer naar achteren en de armen meer gestrekt langs het lichaam; de voeten worden platter neergezet. De fijne motoriek wordt steeds beter.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
1 - 2,5 jaar
Gemiddeld zegt het kind rond de eerste verjaardag het eerste woordje. Deze woorden zijn vaak belangrijke mensen in de omgeving (papa, mama), dieren (poes, hond), speelgoed (auto, bal) of groeten (doei, daag). Vaak gebruiken kinderen een ander (makkelijker) woord.
Kinderen van 13 maanden gebruiken actief gemiddeld 10 woorden en op de leeftijd van 1 jaar en 9 maanden 50 woorden. Binnen de actieve woordenschatontwikkeling is echter weer een enorme variatie tussen kinderen.
Veel dreumesen en peuters komen in de fase dat ze gaan slaan en/of bijten. Het is hinderlijk gedrag dat gelukkig goed af te leren is. Voor kinderen onder de drie jaar betekent slaan en bijten puur dat ze het juiste gedrag nog moeten aanleren. Het is geen voorspeller van negatief of zorgelijk gedrag als ze ouder zijn.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Je kind wordt naarmate hij ouder wordt steeds anders genoemd, voor jou blijft het altijd je kleine baby. Na de eerste verjaardag veranderde je baby in een dreumes. Wanneer je kind twee kaarsjes uitblaast is hij officieel een peuter. De peutertijd duurt vanaf het tweede tot het vierde jaar van je kind.
Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Je kind van 4 jaar kan:
tellen tot 10. de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen.
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Je baby van 15 maanden kan steeds steviger staan en is waarschijnlijk aan het oefenen met lopen of cruisen (of kan dit al). Tijd om die beentje en heupjes eens lekker los te schudden en een potje te swingen! Zet de favoriete muziek van je kleine aan, pak je kindje bij zijn handjes en dansen maar!
Naar een speelbos
Een speelbos of een natuurspeeltuin is net weer anders dan de speeltuin om de hoek. Je bent even lekker buiten en in de natuur. Je kind kan zich toch heerlijk uitleven op de speeltoestellen. Soms zijn er schommels en een glijbaan, maar vaak ligt de nadruk op natuurlijke elementen.