Een droge mond, verandering of verlies van smaak en reuk is een veelvoorkomende klacht na stamceltransplantatie. Perioden van misselijkheid, braken en/of een veranderd ontlastingspatroon kunnen tot een aantal maanden na de transplantatie nog optreden. Bij deze klachten kan er ongewenst gewichtsverlies optreden.
Na een stamceltransplantatie zijn de eerste 3 tot 6 maanden lichamelijk erg zwaar. Vooral na een allogene stamceltransplantatie is langdurig intensieve controle vereist. De eerste drie maanden onderzoekt uw arts u wekelijks op infecties, de graft-versus-host ziekte (transplantaat tegen gastheer) en andere complicaties.
De gekregen stamcellen groeien niet direct uit tot bloedcellen. Het duurt zo'n 2 tot 3 weken voor dat zover is. Deze periode heet 'de dip'.
Verschillende studies hebben aangetoond dat de ingrediënten in ananas het risico op kanker kunnen verminderen. De reden hiervoor is het feit dat deze oxidatieve stress en ontstekingen kunnen tegengaan. Zo bleek uit onderzoek dat het spijsverteringsenzym bromelaïne het lichaam helpt om tegen de kanker te vechten.
Eet of drink geen grapefruit(sap) of kruisingen hiervan als je chemotherapie krijgt. Vraag bij andere medicatie altijd na of je grapefruit(sap) en kruisingen hiervan mag eten en drinken. Voor, tijdens en na chemotherapie mag je gewoon (sap van) sinaasappels, mandarijnen en citroenen eten en drinken.
Nee, echt pijnlijk is de afname van stamcellen niet. Er zijn twee manieren om stamcellen af te nemen bij een donor: uit het bloed en uit het beenmerg. Een afname uit het beenmerg gebeurt onder algemene verdoving, wat op zich vrij ingrijpend is om als gezond persoon te ondergaan.
Een patiënt die na twee jaar nog in leven is, heeft ongeveer f 231.000,- aan kosten gegenereerd. Voor transplantaties met onverwante donoren komen de kosten per patiënt op ongeveer f 334.500,- (en f 382.500,- indien de patiënt na twee jaar nog in leven is).
Partiële antibiotische decontaminatie (PAD) en isolatie
In de periode waarin het eigen beenmerg is uitgeschakeld en de donor stamcellen nog moeten uitgroeien (de 2 weken na de transplantatie) is de afweer tegen infecties met bacteriën sterk verminderd.
De belangrijkste bijwerkingen van een stamceltransplantatie zijn een verhoogd risico op infecties en bloedingen (hemorragie, bloeduitstortingen). Dat zijn niet de bijwerkingen van de stamceltransplantatie zelf, maar van het feit dat vóór de transplantatie je eigen (resterende) beenmerg volledig vernietigd moet worden.
Als een stamceltransplantatie mislukt, kunt u overlijden. Dit kan komen doordat de donorstamcellen niet aanslaan. Maar vaker komt het door ernstige complicaties zoals de graft-versus-host-ziekte of infecties. De kans op overlijden na een allogene stamceltransplantaties ligt tussen 15 en 20%.
Met beenmerg transplantatie wordt bedoeld het transplanteren van afgenomen beenmerg. Met stamceltransplantatie wordt bedoeld het transplanteren van stamcellen die door een speciale voorbehandeling vanuit het beenmerg naar het bloed verplaatst zijn.
Afhankelijk van de soort stamceltransplantatie verblijft u nog enkele dagen tot meer dan een maand in het ziekenhuis. De eerste periode na de stamceltransplantatie ervaren veel patiënten als een zware tijd. Er is sprake van bijwerkingen van de intensieve behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie.
Stamceltransplantatie. Aan het eind van de behandeling met chemotherapie blijft er nog steeds een grote kans bestaan dat de leukemie 1 tot 2 jaar na de behandeling weer terugkomt. Bij sommige patiënten is er daarom nog een behandeling met chemotherapie gevolgd door een stamceltransplantatie nodig.
Isala heeft een samenwerkingsverband met het Amsterdam UMC (locatie VUmc) op het gebied van allogene stamceltransplantaties. De eventuele voorbehandeling met chemotherapie gebeurt in Isala, net als voorbereidende onderzoeken voorafgaande aan een allogene stamceltransplantatie.
Aan het afnemen van het beenmerg zelf zijn geen risico's verbonden, behalve het geringe risico van de algehele narcose. Er kan een lichte bloedarmoede ontstaan na de beenmerg-afname, wat vermoeidheid kan veroorzaken. Vaak krijgt u voor een maand ijzertabletten mee om dit tekort weer aan te vullen.
De procedure. De patiënt moet eerst een voorbehandeling met chemotherapie ondergaan om de tumor zo ver mogelijk terug te dringen. Bovendien kan zo worden beoordeeld of de kwaadaardige cellen nog wel reageren op chemotherapie. Als na enkele kuren de respons bevredigend is, kunnen er stamcellen worden verzameld.
Bij acute leukemie rijpen de witte bloedcellen in het beenmerg niet uit. Bij chronische leukemie rijpen de cellen nog redelijk goed uit, maar werken ze niet helemaal normaal. Het soort bloedcellen dat ongecontroleerd gaat delen, bepaalt of het om lymfatische of myeloïde leukemie gaat.
“Iedere inschrijving van een donor kost de stichting 35 euro. Wanneer we deze besteden aan een potentiële match, is dit rendabeler dan dat we dit aan mensen ouder dan 35 jaar uitgeven die minder kans hebben op een match,” legt Bert Elbertse van Stichting Matchis uit.
Het toedienen van de stamcellen duurt ongeveer een half uur. De nieuwe stamcellen vinden vanuit het bloed zelf hun weg naar het beenmerg waar ze in actie schieten en bloedcellen gaan aanmaken.
In tegenstelling tot de pluripotente embryonale stamcellen komen deze volwassen of adulte stamcellen dus van nature voor in het lichaam en deze blijven gedurende ons hele leven aanwezig. Een voorbeeld van volwassen stamcellen zijn cellen in het beenmerg die zorgen voor de vorming van bloedcellen.
Deze tweede chemo is harder binnen gekomen dan de eerste. Ik voelde op de eerste dag de chemo daadwerkelijk met een hoog tempo door mijn lichaam razen. De tweede dag was dat minder en ben ik in de ochtend zelfs nog naar de markt geweest, 's-middags een uurtje geslapen, daarna nog veel op geweest.
Vermijd hele warme of zeer koude dranken, koffie, cafeïnehoudende thee en alcohol. Eet en drink vaak kleine beetjes in plaats van drie maaltijden per dag te nemen.
Je gedrag kan veranderen door chemo. Je kunt prikkelbaarder worden. Of je trekt je meer terug of wordt duidelijk emotioneler: je gaat bijvoorbeeld snel huilen. Het is mogelijk dat je je moeilijker kunt concentreren.