Er zijn verschillende inkomsten die geen invloed hebben op de hoogte van de IVA-uitkering. Denk hierbij aan het inkomen van de eventuele partner, het vermogen of spaargeld, inkomsten uit een erfenis of alimentatie.
In het geval van 80-100 WIA bent u voor 80-100 procent arbeidsongeschikt. Uw restcapaciteit is dan 20 procent (100-20). U mag dan maximaal 20 procent van uw manmaatloon bijverdienen. U dient bijverdiensten altijd te melden aan het UWV.
Als uw situatie niet verandert, krijgt u de IVA-uitkering tot u de AOW-leeftijd bereikt.
Heb je een IVA uitkering van de WIA uitkering en gaat werken dan mag je maximaal 20% van je laatstverdiende loon bijverdienen. Daarvan wordt 70% ingehouden. Als je bijvoorbeeld 500 euro extra verdient per maand dan mag je dus 150 euro zelf houden.
Vindt de arts dat u een kleine kans heeft op herstel? Dan krijgt u de eerste 5 jaar elk jaar een herbeoordeling. Er wordt dan opnieuw gekeken of u recht heeft op de IVA-of een WGA-uitkering. De herbeoordeling gaat hetzelfde als de WIA-beoordeling.
Ook voor de werknemer maakt het verschil: een WGA-uitkering is maximaal 70% van het dagloon, terwijl een IVA-uitkering 75% van het dagloon bedraagt. Bovendien gelden voor de IVA-uitkering geen re-integratieprikkels en voor de WGA-uitkering wel.
Als u arbeidsongeschikt bent en een IVA uitkering heeft dan kan u in toch een hypotheek krijgen, zelf een hypotheek met minder eigen geld. U moet dan over een toekenningsbesluit van het UWV beschikken. Hierin moet vermeld worden dat u tussen de 80% en de 100% arbeidsongeschikt bent.
Sinds de invoering van de WIA komen nieuwe arbeidsongeschikten in de nieuwe wet terecht. Dat zijn er steeds meer. In 2019 krijgen 326.000 mensen een uitkering vanuit de WIA. Bijna 40 procent van hen heeft een IVA-uitkering.
(Pre)pensioen en uw uitkering
Krijgt u (pre)pensioen uit werk dat u deed voor uw uitkering? Dan heeft uw (pre)pensioen geen invloed op de uitkering. Wanneer u (pre)pensioen ontvangt uit werk dat u deed tijdens uw uitkering, dan kan dit wel invloed hebben.
Er zijn 2 soorten WIA-uitkeringen: de WGA-uitkering en de IVA-uitkering. De IVA kunt u krijgen als u niet of bijna niet meer kunt werken. De WGA als u nu of in de toekomst nog wel (deels) kunt werken. Twijfelt u welke WIA-uitkering u heeft?
Inkomsten die geen invloed hebben op de hoogte van uw WW-uitkering, hoeft u niet aan ons door te geven. Ook als u naast uw WW-uitkering nog een andere uitkering van UWV ontvangt.
Bij blijvende invaliditeit of als de arbeidsongeschiktheid wordt geacht voor onbepaalde tijd te duren (stabiel genoemd), wordt drie jaar lang een jaarlijkse tegemoetkoming betaald. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van de mate van ongeschiktheid en van het loon dat de werknemer voor het ongeval verdiende.
Als de uitkomst van je WIA-keuring 80-100% WGA is, kan de verzekeringsarts dat op medische gronden vaststellen of de arbeidsdeskundige heeft niet voldoende functies gevonden die bij je beperkingen passen. Dat houdt in dat je op dit moment weliswaar niet kunt werken maar in de toekomst kan dat anders zijn.
Het doel van de transitievergoeding is de transitie van werk naar werk te vergemakkelijken. Je kunt met dit geld bijvoorbeeld kiezen voor om- of bijscholing zodat je sneller aan een nieuwe baan komt. De hoogte van de vergoeding is wettelijk bepaald en beslaat een derde van het bruto maandsalaris per gewerkt jaar.
Hoogte van de uitkering;
IVA 75% van het maandloon, WGA 80-100%; 2 maanden 75%, daarna 70% van het maandloon.
U heeft recht op een IVA-uitkering, wanneer u na de wachttijd van 104 weken volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent. Dit is het geval, wanneer: u niet meer dan 20% van uw laatstverdiende loon kunt verdienen, en. er geen of maar een zeer kleine kans is dat dit verbetert binnen een termijn van 5 jaar.
Verdient uw werknemer minder dan de helft van wat hij volgens de arbeidsdeskundige nog kan verdienen? Dan krijgt hij na de loongerelateerde WGA-uitkering een vervolguitkering. Het is lonend voor uw werknemer om zo veel mogelijk aan het werk te blijven.
De IVA-uitkering
IVA betekent: Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. Deze uitkering kunt u misschien krijgen als u aan 2 voorwaarden voldoet: U kunt 20% of minder van uw oude loon kunt verdienen. Dit blijft in de toekomst bijna zeker zo.
Wie betaalt de uitkeringen
De IVA-uitkeringen worden door het UVW betaald vanuit de Aof (Arbeidsongeschiktheidsfonds). Werkgevers betalen een basispremie Aof waarmee dit fonds wordt aangevuld. Dit premiepercentage is sinds 2022 gedifferentieerd.
Hoeveel spaargeld mag je hebben met een uitkering? Als je een bijstandsuitkering ontvangt dan mag je maximaal €6.225 spaargeld hebben als alleenstaande en €12.450 als alleenstaande ouder of gezin. Voor een WW ,WIA, Wajong en WAO uitkering maakt de hoeveelheid spaargeld niet uit.
Als je in je huidige woning wil blijven wonen en de overwaarde wil verzilveren, heb je een aantal mogelijkheden: een lening afsluiten bij de bank. een lening afsluiten via de gemeente. je huis verkopen en terug huren.
IVA staat voor Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. Deze is samen met de WGA-uitkering (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) onderdeel van de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Een medewerker komt in de IVA als hij of zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is verklaard.
als van 80 tot 100% bent afgekeurd ontvang je IVA-regeling (inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten). Hier is de uitkering 75% van je laatst verdiende inkomen tot maximaal 36.536 euro een IVA-uitkering ontvang je als je niet kunt werken en geen kans hebt op herstel.
Het aanvragen van een vervroegde IVA-uitkering moet je zelf doen. Je werkgever kan dit niet voor je doen. De uitkering kun je aanvragen als je minimaal 3 weken en maximaal 68 weken ziek bent. De IVA-uitkering wordt pas 10 weken na de aanvraag aan je toegekend.