Verdiepend leren gaat om het toepassen van nieuwe kennis om problemen uit het echte leven op te lossen en verenigt een scala aan vaardigheden en eigenschappen. Dit maakt het leren betekenisvol.
Leerlingen worden oprecht geïnteresseerd in het onderwerp en zullen er hierdoor meer tijd aan besteden. Dit maakt dat leerlingen het onderwerp vervolgens beter begrijpen, wat gunstig is voor de uiteindelijke prestaties.
Het geven van betekenisvolle uitleg Door betekenisvolle uitleg te geven en aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen wordt de intrinsieke motivatie van leerlingen gestimuleerd. Aansluiten bij het dagelijks leven van de leerlingen of de actualiteit kunnen hierbij helpen.
Goed onderwijs is gericht op de autonomie van leerlingen en op het samenwerken; beide aspecten hebben betrekking op de toekomstgerichtheid van het onderwijs. Vorming is het doel van goed onderwijs. Goede leraren hebben oog voor kinderen en laten hen leren.
Betekenisvolle activiteiten zijn alle mogelijke activiteiten die vrijwillig door een persoon gekozen worden. Of ze nu voor het plezier zijn of daadwerkelijk een nut hebben, maakt niet uit.
Bij een betekenisvolle leeromgeving horen: Een professionele leerkracht, van wie je kunt leren. Hij legt niet alles uit, maar richt zich op het leerproces van zijn leerlingen. Diverse soorten uitnodigende materialen en activiteiten, ook m.b.t. ICT.
Creativiteit ontwikkelen door middel van diverse kunst- en knutselactiviteiten. Sport en spel activiteiten. (Voor)lezen ter bevordering van taalontwikkeling, woordenschat, concentratie, fantasie en luistervaardigheid.
Voor het onderwijs worden drie kernopgaven onderscheiden: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (Biesta, 2012, 2014).
Onderwijs is de manier om ervoor te zorgen dat mensen en landen zichzelf kunnen ontwikkelen en geen hulp meer nodig hebben. Onderwijs is een essentiële bouwsteen voor de toekomst van elk kind, waar dan ook ter wereld.
Scholen voor ontwikkelingsgericht onderwijs stimuleren leerlingen om in hun ontwikkeling steeds een stap verder te zetten. Dat doen ze door te werken in betekenisvolle thema's. Het doel is dat leerlingen hun persoonlijkheid in brede zin kunnen ontwikkelen.
Authentiek leren vindt plaats in voor de lerende relevante, praktijkgerichte en levensechte con- texten, waarbij hij/zij een actieve constructieve en reflectieve rol vervult, mede via de communicatie en interactie met anderen.
Unieke leraren behouden hun eigen persoonlijkheid, hebben hun eigen manier van interactie met leerlingen, van reageren op situaties en leerlingen. Zij houden vast aan hun eigen standpunten en gedragen zich consequent in hun rol. Ten slotte is er afstand, een begrip dat conceptueel verschillend is van de vorige drie.
Als leerkracht ben je verantwoordelijk voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces in jouw eigen groep en in de school. Je bereidt zelfstandig lessen voor en voert deze uit. Ook ben je als leerkracht verantwoordelijk voor het beoordelen van de onderwijsprestaties van leerlingen.
In het onderwijs leren leerlingen en studenten kennis en vaardigheden om goed te kunnen functioneren in de maatschappij, zoals lezen, schrijven en rekenen. Ook burgerschap en sociale vaardigheden dragen daaraan bij.
Leerplannen, interdiocesane proeven en OVSG-toetsen
De onderwijsverstrekkers controleren vervolgens zelf hoe hun leerlingen presteren en of ze hun leerdoelen en eindtermen halen. Ze meten dus zelf de kwaliteit van hun onderwijs.
Er wordt gedifferentieerd op basis van instructie- en leerbehoeften van de kinderen. Dit betekent dat de leerlingen niet alle vakken in hun eigen groep volgen, maar dat het voor deze vakken mogelijk is dat ze voor de instructie en verwerking naar een andere groep gaan. Dit gebeurt voor de vakgebieden rekenen en lezen.
Effectief leraargedrag in vijf rollen
De vraag is hoe dit nu tot uiting komt in de klas. Als u goed kijkt naar het gedrag van leraren die ruim boven het gemiddelde scoren, dan ziet u dat hun gedrag te herleiden is naar vijf verschillende rollen: de gastheer, de presentator, de didacticus, de pedagoog en de afsluiter.
Deze zijn geordend in zeven domeinen: Nederlands, Engels, wiskunde, mens en natuur, mens en maatschappij, kunst en cultuur, bewegen en sport. Scholen hebben daarmee de ruimte gekregen om zelf inhoudelijke keuzes te maken in het onderwijsprogramma voor leerlingen.
Stimuleer de ontwikkeling door te zorgen voor een uitdagende en betekenisvolle omgeving, het spelen van leuke spelletjes, het doen van leuke activiteiten en uitstapjes en het aanbieden van geschikt speelgoed.