Sinds midden jaren vijftig hebben Nederlandse huizenbezitters de grootste prijsstijging ooit meegemaakt. Een huis uit 1947 brengt nu ongeveer 28 keer zoveel op. Kostte dat huis toen 9.000 euro, in 1965 was dat opgelopen tot 20.000, in 1973 tot 30.000, in 1982 tot 57.000 en in 2008 tot 250.000 euro.
De eerste geregistreerde huizenprijs stamt uit het jaar 1949. Toen kostte een eigen huis € 9.200. Nu, bijna 70 jaar later, is de prijs vijfentwintig keer zo hoog. Als je in dit huis had belegd, was je rendement 4,85% per jaar geweest.
In 50 jaar tijd is er heel wat veranderd op de huizenmarkt. Zo kon je in 1970 nog voor (omgerekend) gemiddeld € 23.578 een huis kopen. Inmiddels is dat bedrag opgelopen tot ruim 445 duizend euro, bijna 19 keer zo duur. Hoe zag de ontwikkeling van de huizenprijzen in de afgelopen 50 jaar eruit?
De crisis van de jaren '80
De economie ging achteruit. De hypotheekrente was hoog en door de elkaar opvolgende bezuinigingen kwam er minder geld beschikbaar. Het klimaat voor de huizenmarkt verslechterde drastisch. In 4 jaar tijd daalden de huizenprijzen met maar liefst 45%.
Die daling is echter ruimschoots gecompenseerd door de totale waardestijging van 1 biljoen euro sinds 2013, aldus Calcasa. De gemiddelde woningwaarde lag eind 2021 op een recordhoogte van 431.000 euro. Op het dieptepunt van de kredietcrisis halverwege 2013 lag deze waarde per huis nog op 223.000 euro gemiddeld.
Nee, in 2022 stort de huizenmarkt in Nederland niet in maar de vraag is of de inflatie roet in het eten gaat gooien. De laatste ontwikkelingen geven aan dat de gemiddelde huizenprijs iets aan het zakken is t.o.v. een kwartaal ervoor.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
De gemiddelde kosten van een huis in 1950 waren gewoon $ 7.354 momenteel.
De prijs was in 1945 natuurlijk wel veel vriendelijker. Een woning kostte gemiddeld veel minder dan een ton. Tegenwoordig is dat nog minder dan de prijs die je neerlegt voor een starterswoning in de stad.
Hoe het in de Tweede Wereldoorlog toeging, die kennis ontberen zij, maar als nu bij ons door oorlogsgeweld een koophuis wordt verwoest, blijven de hypotheekverplichtingen in stand. ,,In het algemeen geldt dat die blijven doorlopen”, aldus de VvZ-woordvoerder.
Sinds midden jaren vijftig hebben Nederlandse huizenbezitters de grootste prijsstijging ooit meegemaakt. Een huis uit 1947 brengt nu ongeveer 28 keer zoveel op. Kostte dat huis toen 9.000 euro, in 1965 was dat opgelopen tot 20.000, in 1973 tot 30.000, in 1982 tot 57.000 en in 2008 tot 250.000 euro.
In 1975 koste een huis gemiddeld nog maar ruim 100.000 gulden. In deze periode was het kopen van een huis interessant door een sterke inflatie van 10%.
Lagere prijzen
Een woning in Duitsland is een mooie oplossing. De grondprijzen - en daarmee ook de huizen - zijn een stuk goedkoper. De markt in Duitsland is net zoals Nederland volop in beweging, maar het is niet zo overspannen als hier.
Onder normale omstandigheden stort een huis niet zomaar in. Er moet wel écht iets aan de hand zijn zoals een gasexplosie of aardbeving. Laat je huis periodiek inspecteren op gaslekkage. Vooral in oudere woningen, en door slechte aansluitingen van een gastoestel kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.
Kopen blijkt lastig, ook voor Korten. De kans op een huis is in veel gemeentes namelijk nihil voor alleenstaande starters met een modaal salaris (dat is rond de 38.000 euro) en zonder enorme spaarrekening of vermogende ouders, aldus Kassa. Korten verdient 42.000 euro bruto per jaar.
De belangrijkste oorzaak is het enorme tekort aan woningen. Meer over de oorzaken van de woningnood lees je hier. De woningmarkt is al decennialang overspannen. Daarnaast staat de hypotheekrente historisch laag, waardoor mensen heel goedkoop kunnen lenen.
"Als de huizenprijzen dalen dan zie je in de hele economie gevolgen: mensen geven minder geld uit, daar hebben bedrijven last van, en uiteindelijk kan dat ook overslaan naar banken." De prijsstijgingen worden dus gefinancierd met leningen. Dat lijkt op een piramidespel, en op lange termijn is dat niet houdbaar.
Dat de huizenprijzen in 2022 blijven stijgen, daar zijn de economen het over eens. De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%.
Druk op de huizenmarkt leidt tot een grotere vraag naar bouwgrond. Bouwgrond is schaars en dus stijgen de prijzen. Bovendien wil je als grondbezitter graag meeprofiteren van het succes van de markt. En nu komt het: de meeste van die grondbezitters zijn gemeenten.
Dalende huizenprijzen⭐
Voor het eerst dalen de woningprijzen sinds juni 2022✔️. Er staan meer woningen te koop in het 2e kwartaal van 2022 dan het laatste kwartaal 2021. Je kan dit zelf bijhouden op Funda. Er staan bijna 10 keer zoveel huizen te koop dan met de kerst 2021.
De makelaars signaleerden een lichte daling van de huizenprijzen in het eerste kwartaal van dit jaar, ten opzichte van de laatste drie maanden van 2021. Wie heeft het meeste last van de stijgende hypotheekrente? Carien van RTL Z zocht het uit.
Gemiddelde huizenprijzen toen en nu
Kijken we naar de ontwikkeling van de huizenprijzen zoals gemeten door het CBS, dan zien we dat we nu op het hoogste prijspeil zitten sinds het begin van de meting in 1995. Vorig jaar was de gemiddelde transactieprijs €386.714 terwijl dit in 1995 nog €93.750 was.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.
De krapte houdt aan, wat betekent dat er nog steeds veel vraag en weinig aanbod is. De prijzen zullen daarom zeker nog even doorstijgen. Het aantal transacties gaat voor ook in 2022 weer dalen door het steeds minder wordende aanbod. Ook het percentage huizen dat van eigenaar gaat wisselen zal hierdoor lager uitvallen.