8 x 7 = 56.
halveren: als 10 × 8 = 80 dan is 5 × 8 = 80/2 = 40. een keertje meer: als 5 × 8 = 40 dan is 6 × 8 = 40 + 8 = 48.
x is om te vermenigvuldigen. Bijvoorbeeld: 5 x 5 = 25.
Vermenigvuldigen is herhaald optellen. Je hebt 3 zakjes met in elk zakje 2 snoepjes. Hoeveel snoepjes heb je dan samen? deze erbijsom kun je ook een keersom maken (vermenigvuldigen).
4 × 12 = 48 (vier keer twaalf is achtenveertig).
48 = 9 x 5 + 3.
52 (tweeënvijftig) is het natuurlijke getal volgend op 51 en voorafgaand aan 53.
We gaan eerst deze kwadraten helemaal uit ons hoofd leren. Ten eerste geldt: 502 = 2500 en 602 = 3600. De kwadraten van 51 tot en met 59 liggen tussen 2500 en 3600 in, en wel op de volgende manier: 2500, 2601, 2704, 2809, 2916, 3025, 3136, 3249, 3364, 3481, 3600.
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Vermenigvuldig eerst de eenheid met de bovenste rij. Vermenigvuldig daarna het tiental met de bovenste rij. Vermenigvuldig als laatste het honderdtal met de bovenste rij. Cijferend vermenigvuldigen lijkt op kolomsgewijs vermenigvuldigen.
De 4x7 wordt omgeschreven als de klassieke Luikse wafel, die u overal in het straatbeeld terugvindt. De wafels zijn ovaal van vorm en een stuk groter dan de 4x5 en de 4x6. Deze suikerwafels, zoals we ze ook wel noemen, worden perfect bereid in een 4x7 wafelijzer.
Bij de tafel van 25 heb je steeds een aantal keer 25. Leg daarna uit hoe een keersom is opgebouwd met het keerteken en dat het eerste getal aangeeft hoeveel keer je iets hebt en het tweede getal hoeveel het er steeds zijn.
Samengevoegd zijn dat vijf appels. Daarom is 1 + 2 + 2 = 5. Hierbij noemt men de getallen 1, 2 en 2 de termen.
De wortel van 144 ligt dus tussen 10 en 15 in. Probeer nu bijvoorbeeld 12 x 12. Dat komt precies uit op 144. Dus: √144 = 12.
Een getal is deelbaar door 5 als het laatste cijfer van dat getal een 0 of een 5 is. Zo is 4310 deelbaar door 5. Een getal is deelbaar door 6 als dat getal deelbaar is door 2 en door 3.
De getallen die je moet kiezen zijn 6 en 3. 6 x 3 = 18. Bekijk eerst de som. Wat is het antwoord en uit welke getallen kun je kiezen?