Verzilting, het zouter worden van grond- en oppervlaktewater, is een probleem voor de landbouw. Waterbeheerders bestrijden verzilting door hun systeem door te spoelen met zoet water. Dit doorspoelen is in toenemende mate problematisch. Er is steeds meer water voor nodig, terwijl er minder goed water beschikbaar is.
Verzilting vind plaats wanneer de bodem zouter wordt, dit maakt het erg lastig en bij ernstige verzilting zelfs onmogelijk om land te verbouwen. Dit wordt veroorzaakt door overmatige irrigatie, dat wil zeggen dat teveel water geïrrigeerd wordt. Hierdoor verdampt water wat zorgt voor zout dat neerslaat op de grond.
1. Inleiding Het is vanouds bekend dat het grondwater in Nederland op veel plaatsen niet zoet is, maar brak tot zout. In feite treft men op elke willekeurige plek in ons land zout grondwater aan, als men maar diep genoeg boort.
Brak water komt voor in het kustgebied en de laagveengebieden die ooit onder invloed van de zee gestaan hebben. Het gaat vaak om ondiepe en kleine watertjes; kolkgaten, poelen en dobben van kwelders of inlagen en kwelsloten achter de dijk, maar ook om oude (geïsoleerd liggende) kreken.
Het zoutgehalte van brak water varieert van een halve gram per liter tot 30 gram per liter. Water met minder dan een halve gram zout per liter wordt als zoet beschouwd. Water met meer dan dertig gram zout is zeewater. In brakwater leven kenmerkende dieren en planten.
Ophoping van oplosbare zouten in ondiepe of diepe bodems. Als gevolg van verzilting neemt de grondwaterkwaliteit en de bodemvruchtbaarheid af. Verzilting wordt in Nederland veroorzaakt door oppompen of kwellen van brak grondwater en verdringing van zoet grondwater door brak grondwater.
Gevolgen van droogte en verdroging
schade aan natuur en afname biodiversiteit - door verdroging groeien planten, bloemen, struiken, heide, grasland en bomen minder goed. Hierdoor ontstaat schade. Ook neemt de kans op bosbranden toe.
Met verzilting wordt bedoeld dat water of de bodem steeds zouter wordt. Verzilting kan verschillende oorzaken hebben en komt al eeuwenlang voor. De oudste vermelding van verzilting is dan ook in 2400 v. Chr.
Verzilting (bodemverzouting) is het geleidelijk toenemen van het zoutgehalte van bodem of water. Dat kan komen door overstromingen vanuit zee, door zoute kwel (opwelling) waarbij zeewater via de ondergrond het land binnendringt of door onzorgvuldige irrigatiemethoden.
Tegenwoordig wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar de mogelijkheden die zout water kan bieden, bijvoorbeeld binnen de landbouw. Dit wordt zilte landbouw genoemd. Door zilte landbouw toe te passen kan er voedsel worden gekweekt op voorheen onbruikbare bodem.
Zoetwater in ons land heeft een chloridegehalte tussen de 50 en 130 milligram per liter. Ter vergelijking: zeewater bevat gemiddeld 18.000 milligram chloride per liter.
Effecten van zout
Zout in bodem of gietwater veroorzaakt een aantal effecten in planten: s bodemvocht kan de plant te weinig water opnemen s in de plant, wat onder andere zichtbaar wordt als groeiremming s als fosfor en kalium) uit het bodemvocht slecht opnemen wanneer er te veel andere ionen aanwezig zijn.
Irrigatie is het met gebruikmaking van allerlei technische middelen toevoegen van water aan landbouwgewassen bij een tekort aan neerslag. Hierdoor wordt de verbouw van gewassen met een betere opbrengst mogelijk gemaakt.
Een bellenscherm is letterlijk een scherm van bellen in het water. Dit creëert een plaatselijk verticale stroming en fungeert daarmee als een scherm. Bellenschermen worden gebruikt om planten of drijflagen tegen te houden in oppervlakte water.
Ook hier komt 1921 verreweg als droogste jaar naar voren, en wordt ze gevolgd door de droogtes van 1996, de jaren vijftig (1949, 1953-1954, 1956, 1959-1960) en 1976. De meest recente droogtes van 2017 en 2018 waren behoorlijk intens, maar niet in dezelfde mate als de grootste droogtes van de 20ste eeuw.
Het droogste seizoen van het jaar is de lente, van half maart tot mei.
Syn.: ontzouting Def.: het verwijderen van zout uit de zee of brak water.
De verzilting van de bodem en het water in het westen van Nederland neemt toe. Dat komt door de extreme droogte en de zeer lage waterstand van de grote rivieren.
Ontzilting is een proces waarbij zout en bacteriën of virussen uit zeewater of brak water verwijderd worden om water te verkrijgen dat veilig is voor consumptie.
Ontstaan zoet water
Het water uit de zeeën en oceanen verdampt continu. Tijdens deze verdamping blijft het zout achter. Op deze manier ontstaat zoet water. Het zoete water valt na verdamping weer als regen, hagel of sneeuw neer op het land en komt in meren, rivieren en ondergrondse bronnen terecht.
Een brakwater aqua maak je door 1 eetlepel zeezout per 10 liter toe te voegen. eventueel iets minder zout mag ook. bv 3/4 eetlepel op 10 liter.. maar gebruik wel zeezout..
Dat zout in het zeewater komt van rivieren die in de zee uitmonden. Voordat ze dat doen stromen ze eerst door allerlei gebergten en landschappen. Daarbij voeren ze kleine stukjes gesteente mee. Die steendeeltjes kunnen chemische verbindingen met elkaar aangaan waardoor er zout wordt gevormd.