Eén van de eerste klachten die kunnen duiden op osteoporose kan een botbreuk of een plotselinge wervelinzakking zijn. Door het inzakken van meerdere wervels wordt de rug krommer met als gevolg dat u steeds kleiner wordt. Rugpijn kan een gevolg zijn van wervelinzakkingen.
Soms ontstaat de pijn acuut, bijvoorbeeld in de rug doordat een wervel inzakt. Inzakken klinkt niet zo dramatisch maar is toch ook een breuk! De pijn is dan heftig, neemt langzaam af en kan na een aantal weken ( 6-8) helemaal weg zijn. Maar kunt ook pijnklachten houden: de pijn kan chronisch worden.
Botontkalking geeft geen klachten. U heeft wel meer kans dat een bot breekt. Botbreuken door botontkalking komen meestal pas voor op hogere leeftijd: Een wervel kan een beetje inzakken.
U krijgt pijn en door de breuk kan uw lichaamshouding veranderen of het bot gaat anders staan. De rugwervels zakken langzaam in als gevolg van verminderde botsterkte door osteoporose. Dit geeft vooral pijn bij het opstaan en bij beweging. Patiënten kunnen hierdoor ook een voorovergebogen houding krijgen.
Gebroken pols, wervel of heup
Wel als er sprake is van osteoporose. Het verlies aan botmassa merkt je pas als je iets breekt. Soms kan een lichte val, struikelen of verstappen al tot een vervelende breuk leiden. Vaak ontstaan er breuken, als eerste in de pols of de ruggenwervels (en die merk je niet altijd op!)
Botpijn komt voor als er uitzaaiingen zijn in een van de botten van het skelet. Botpijn wordt vaak omschreven als een diepe, doffe pijn (zoals groeipijn) die je niet echt kunt 'aanraken'. Tumoren en uitzaaiingen scheiden ook chemische stoffen af die soms ook rechtstreeks pijnzenuwen prikkelen en dus pijn veroorzaken.
Bisfosfonaten zijn medicijnen die botontkalking remmen. Ze maken de kans kleiner om een bot te breken kleiner. Ze kunnen botontkalking niet genezen. Voorbeelden van deze medicijnen zijn alendroninezuur en risedroninezuur.
Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd. Bij osteoporose worden je botten minder stevig en minder sterk, doordat de botdichtheid afneemt. De structuur van je bot verandert en gaat er vanbinnen meer als een spons uitzien.
te weinig calcium in de voeding; te weinig zonlicht (gebrek aan vitamine D); roken; gebruik van alcohol of te veel cafeïne.
Wat is botpijn precies? Botpijn is een van de meest voorkomende symptomen van botkanker, dus we moeten het niet over het hoofd zien of veronachtzamen. In dat geval is snel uitzoeken van groot belang. Botpijn treedt meestal op in de lange botten van de bovenarmen of benen, maar kan ieder bot aantasten.
Als u een ingezakte wervel heeft, kunt u het volgende voelen: Pijn in de rug die plotseling opkomt of langzaamaan ontstaat en die erger wordt bij het rechtop zitten of staan en minder wordt als u gaat liggen. Pijn, gevoelloosheid of verlamming in de benen. Pijn bij het hoesten, niezen, lachen of diep ademhalen.
Voedings middelen of gewoonten die een negatieve invloed hebben op botontkalking. Teveel (dierlijke) eiwitten. Des te meer dierlijke eiwitten, des te hoger de uitscheiding van calcium. Iemand die veel dierlijke eiwitten eet heeft dus een veel hogere calciumbehoefte.
Osteoporose (botontkalking) is een vorm van reuma waarbij uw botten brozer worden waardoor ze makkelijker breken. De Sint Maartenskliniek heeft veel expertise in de behandeling van reumatische aandoeningen zoals osteoporose en baseert zich hierbij op recent wetenschappelijk onderzoek.
Bij botontkalking heb je meer kans op botbreuken. Het risico op osteoporose en botbreuken neemt toe bij: een leeftijd van 50 jaar of ouder.
Als er meer bot wordt afgebroken dan er nieuw bot wordt aangemaakt, verliezen we botmassa. Dan begint er osteoporose. Onze botten worden zwakker en zullen eerder breken. Dat leidt tot blijvende misvormingen zoals een bochel, die geheel valt toe te schrijven aan het verloren gaan van botmassa.
Osteonecrose ontstaat doordat er (tijdelijk) weinig of geen bloed kan gaan naar het bot van de kaak. Het bot van de kaak sterft dan af. Dit kan zorgen voor het verlies van tanden en het verlies van botweefsel in de kaak.
Magnesiumolie belangrijk bij oseoporose
Magnesium bij Osteoporose is dus erg belangrijk voor gezonde botten, misschien zelfs belangrijker dan calcium. 60% van de magnesiumvoorraad van het lichaam ligt opgeslagen in de botten, vooral in die van de polsen, dijbenen en wervelkolom.
Bij patiënten met osteoporose wordt een hoeveelheid van 800 IE vitamine D per dag aanbevolen. Dit komt overeen met 20 microgram. Vitamine D is een essentiële voedingsstof die nodig is voor de opname van calcium en voor gezonde botten.
Pijnklachten komen minder vaak voor bij osteoporose. Echter ingezakte rugwervels kunnen weldegelijk pijnklachten of uitvalsverschijnselen geven. Het verschil is dus dat bij artrose de laag kraakbeen af neemt tussen de gewrichten en dat bij osteoporose de botdichtheid afneemt in het bot zelf.
In de meeste gevallen zijn er bij osteoporose zelfs helemaal geen duidelijke veranderingen in het bloed aantoonbaar. Met een bloedonderzoek is dus niet vast te stellen of iemand nu wel of juist geen osteoporose heeft. Daarvoor zijn röntgenfoto's of moderner onderzoek (DPA en DEXA) van het bot nodig.
Met de huidige 'gewone' röntgenfoto's is osteoporose pas in een vergevorderd stadium te ontdekken, omdat minstens een derde deel van de botmineraal moet zijn verdwenen, voordat het verlies aan botmineraal op de foto duidelijk zichtbaar is geworden.
Wereldwijd krijgt ongeveer één op de drie vrouwen en één op de acht mannen osteoporose. Iemand met osteoporose die ten val komt, heeft een hoger risico op botbreuken in vergelijking met mensen zonder osteoporose. Een verhoogd valrisico bij osteoporose brengt dus ook een verhoogd risico op botbreuken mee.
Voor calcium volstaat het om 500 mg tot 1g per dag in te nemen. Hogere dosissen kunnen obstipatie veroorzaken. Aangezien de afbraak van het bot 's nachts het grootst is, kun je dit het beste 's avonds innemen.
Sporten waarbij je je eigen gewicht draagt en die dus je botten belasten, zijn zeer goed voor mensen met osteoporose; denk hierbij aan wandelen, fietsen, tennissen of tuinieren. Ook het trainen van conditie en spierkracht is bevorderlijk voor de lenigheid en de behendigheid.