Soms kan een manier van kijken, iets zeggen of een bepaalde houding al agressie uitlokken. Interesse kan geïnterpreteerd worden als bemoeizucht ("Hé, wat kijk je nou? Heb ik iets van je aan?"), terwijl dat helemaal niet zo bedoeld is.
Agressie kan heel wat verschillende oorzaken hebben. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de agressor heel bewust iets van je gedaan wil krijgen. Ook drugs, alcohol of medicatie kunnen leiden tot agressie. Of het kan ontstaan vanuit een gevoel van onmacht, uit frustratie.
Agressief gedrag kan verschillende oorzaken hebben. Het kan te maken hebben met het karakter van je kind, maar ook met de vrienden met wie je kind omgaat. De oorzaak kan ook liggen in spanningen en stress. Het is ook mogelijk dat je kind moeite heeft om emoties te beheersen.
Besef je als begeleider dat verschillende factoren agressie uit kunnen lokken, zowel persoonlijke als omgevingsfactoren: Lichamelijk: pijn, nachtrust, reflux, urineweginfecties, bloedsuiker, etcetera. Fysieke omgeving: herrie, prikkels. Sociale omgeving: familie, wisseling van personeel, groepsgenoten.
Kenmerken kunnen zijn: Chagrijnig. Negatieve gevoelens, boosheid en frustratie uiten. Niet of slecht luisteren en/of communiceren.
Kritiek op hun gedrag leidt in hun gedachte vaak direct tot het onderuithalen van hen als persoon. Ze reageren in dit soort gevallen vaak met woede, maar verbergen daarmee de onmacht, onzekerheid en schaamte die ze diep van binnen voelen.
De belangrijkste verklaring voor het ontstaan van gedragsproblemen is een negatieve spiraal tussen kenmerken of gedrag van een kind en de reactie van de omgeving daarop. Probleemgedrag roept een negatieve reactie van de omgeving op, die het probleemgedrag versterkt en zo opnieuw tot negatieve feedback leidt.
Oorzaak woedeaanvallen
Boosheid en woede komt meestal voort uit een zekere spanning in je lichaam die er uit wil. Doordat je wellicht een bepaalde onzekerheid hebt, onverwerkte stress vasthoudt of snel getriggerd wordt omdat je hoge verwachtingen hebt, uit deze spanning zich in een woedeaanval.
Luister naar de oorzaak
Meestal ligt de aanleiding voor frustratieagressie in regels, afspraken, begrenzing of gedragscorrectie. De agressie kan gericht zijn tegen jou als persoon. Maar even goed krijg je de agressie over je heen omdat jij het systeem, de instelling, de regelgeving of de autoriteit vertegenwoordigt.
De periodieke explosieve stoornis is een psychische aandoening. Wie aan deze aandoening lijdt, kan zijn woede of drift niet beheersen en vertoont buitensporig gewelddadig gedrag. In het DSM-V is de aandoening ingedeeld bij de stoornissen van de impulsbeheersing.
Psychopathologische agressie: deze vorm zie je vaak in combinatie met middelengebruik (drank/drugs, medicatie) of als gevolg van neurologische of psychiatrische aandoeningen, zoals dementie en PTSS. Doordat je niet precies weet wat er in het hoofd van de cliënt omgaat is het lastig in te schatten hoe hij zal handelen.
Frustratie-agressie
begrip tonen en een gevoelsreflectie geven. vragen stellen en doorvragen naar de oorzaken van de frustraties. samenvatten om te controleren of je de ander goed hebt begrepen. het gesprek afronden met een aanbod dat je waar kunt maken en dat voor de ander acceptabel is.
Herken agressief gedrag en zet uw vaardigheden in. Zorg altijd voor voldoende ruimte tussen u en de agressor. Geef uw grens tijdig aan en stel vragen waardoor de agressor even moet nadenken. Geef ruimte aan frustratie-agressie en vertel wat u wel en wat u niet kunt doen.
Ga naar je huisarts en bespreek de situatie. Hij/zij kan je doorverwijzen voor hulp. Bijvoorbeeld door Fier. Je kunt ook rechtstreeks contact opnemen met Fier via 088 – 20 80 000 of met Veilig Thuis, via 0800-2000.
Kort gezegd is boosheid een emotie waarbij er uiting wordt gegeven aan onderliggende frustraties. Een frustratie die overal over kan gaan, onbegrip van de omgeving of juist onbegrip over jezelf. Op het moment dat frustratie toeneemt, neemt ook de emotionele spanning toe.
Wie emoties opkropt, wordt op den duur ziek of raakt gefrustreerd. Af en toe je boosheid ventileren, is dus best gezond. Maar als je andermans grenzen overschrijdt, (bewust) schade berokkent aan iets of iemand, of als je met je woede iets probeert te af te dwingen ten koste van de ander, dan is er sprake van agressie.
Je lichaam voelt zwak en leeg aan en je ledematen lijken van lood. Boosheid en woede maken adrenaline vrij en je lichaam reageert daarop door spieren op te spannen en de ademhaling te versnellen. Dit is het natuurlijk verdedigingsmechanisme van de mens, namelijk vechten, vluchten of verstijven bij gevaar.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Probleemgedrag is alle gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving. Menselijk gedrag ontstaat vanuit een complexe interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren (bio-psycho-sociaal model).
Sociale omgeving
De mensen om ons heen beïnvloeden ons gedrag: familie, vrienden en collega's, maar ook mensen die we als autoriteit zien. Twee normen spelen hierbij een rol: Injunctieve norm: de perceptie van wat voor ons belangrijke men- sen gewenst gedrag vínden.
Je kunt een narcist boos maken door het ontvangen van een compliment. Ongeacht of het nou een compliment is voor een prestatie die je hebt geleverd, of een beloning op je werk. Wanneer iemand anders dan de narcist een compliment ontvangt worden ze boos. Ze geven hieraan uiting door je te devalueren.
Narcisten houden van ruzie maken. Ze zullen je porren, uitlokken en provoceren. Als je niet hapt vinden ze dat frustrerend, omdat hun behoefte niet bevredigd wordt. Na een tijdje zullen ze boos worden, dan verveeld raken en uiteindelijk laten ze het los (in ieder geval met jou).