Het aanwijzend voornaamwoord dit verwijst naar enkelvoudige het-woorden (dit meisje); deze verwijst naar enkelvoudige de-woorden (deze jongen) en naar meervoudige woorden (deze meisjes en jongens).
Met deze en die verwijs je naar de-woorden: 'Ik zoek een nieuwe tas en die/deze lijkt me wel leuk. ' Met dit en dat verwijs je naar het-woorden: 'Ik zoek een dun boek en dit/dat lijkt me wel wat. '
De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat verwijzen naar enkelvoudige het-woorden (dit boek, dat boek). Als ze contrasterend worden gebruikt, wijst dit een persoon of zaak aan die dichtbij is, terwijl dat een persoon of zaak aanwijst die verderaf is. Dit kastje verven we wit, dat bankje verven we blauw.
'Dat' of 'dit' gebruik je bij het-woorden.
Het-woorden zijn woorden die het lidwoord 'het' hebben, bijvoorbeeld: 'het schilderij', 'het horloge' of 'het kasteel'. 'Dit' gebruik je als het woord waarnaar je verwijst dichtbij is.'Dat' gebruik je als het woord waarnaar je verwijst niet zo dichtbij is.
De aanwijzende voornaamwoorden dit en dat verwijzen naar enkelvoudige het-woorden; deze en die naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden. Dit en dat kunnen ook naar een hele zin verwijzen.
Als ze contrasterend worden gebruikt, wijzen deze en dit een persoon of zaak aan die dichtbij is, terwijl dat en die een persoon of zaak aanwijzen die verderaf is. Hij valt niet voor dit meisje, maar voor dat meisje. Ze zoende niet met deze jongen, maar met die jongen.
Ja, deze middag is standaardtaal in het hele taalgebied in de betekenis 'vanmiddag'. Hetzelfde geldt voor deze morgen ('vanmorgen'), deze avond ('vanavond'), deze nacht ('vannacht'). In België worden zulke tijdsaanduidingen met deze vaker gebruikt dan in Nederland.
Zowel in het begin van dit jaar als begin dit jaar is correct.
Deze keer, die keer en dit keer zijn alle drie correct.
De combinatie dat keer* is ongebruikelijk en niet als correct te beschouwen.
Beide aanwijzend voornaamwoorden zijn mogelijk.
Het woord 'these' wordt gebruikt met meervoudsvormen van zelfstandige naamwoorden wanneer het verwijst naar een object dat zich dicht bij de spreker bevindt . Deze auto's staan heel dicht bij mijn oprit geparkeerd.
Deze week is ook correct.
Ik heb Willy deze week nog gesproken. Ik zal het Willy deze week nog vragen.
(de broek, dus die)
Het woord 'dat' wordt gebruikt als je verwijst naar een bepaald zelfstandig naamwoord.Voor onbepaalde verwijzingen gebruik je daarentegen 'wat'.
De aanwijzende voornaamwoorden deze en die verwijzen naar enkelvoudige en meervoudige de-woorden (deze roman, die roman, deze kippen, die kippen) en naar meervoudige het-woorden (deze boeken, die boeken).
dit gebruik je (meestal ) voor "het-woorden dit huis, dit boek. deze voor de "de"woorden deze schoen, deze tafel. die en dat gebruik je voor dingen die wat verder weg zijn. die man(die daar loopt) is met deze vrouw (hier op de stoel) getrouwd.
Van wat ik op de Engelse school heb geleerd, hangt de volgorde van "it" en "is" in een vraag af van of deze begint met "do". Volgens mijn begrip is de juiste volgorde "is it" als de vraag direct/enkelvoudig(?) is, terwijl de juiste volgorde "it is" is voor een dubbel(?)
Aanwijzende voornaamwoorden
Met welk aanwijzend voornaamwoord er verwezen wordt, hangt af van of het om een 'de'- of 'het'-woord gaat. Aanwijzende voornaamwoorden kunnen overigens ook zelfstandig gebruikt worden. Voorbeelden: dit.
De dag dat, de dag waarop en de dag toen zijn alle drie correcte formuleringen. Als er op de combinatie van de/het (of die/dat) en een zelfstandig naamwoord zoals dag, uur, maand, periode of jaar een bijzin volgt, kan die worden ingeleid door dat, maar ook door waarop of waarin, of door toen of wanneer.
De tijdsaanduider uur blijft gewoonlijk enkelvoudig na een bepaald hoofdtelwoord dat groter is dan één (behalve na beide). Ook na nul, na een kommagetal en na hoeveel, zoveel en een paar wordt de enkelvoudsvorm gebruikt.
' Het meervoud jaren is het gebruikelijkst. hierbij aan. Een aantal jaar is ook juist. Het enkelvoud sluit aan bij combinaties als twee jaar en twintig jaar (en ook bijvoorbeeld drie kwartier en vijf uur).
In de Nederlandse taal gebruiken wij de stad.
Zowel vanmorgen als deze morgen is standaardtaal in het hele taalgebied. Deze morgen komt vooral voor in gesproken taal en wordt vaker in België gebruikt dan in Nederland. De ochtendspits verliep vanmorgen / deze morgen relatief moeizaam.
Komma s staat vaak aan het einde van een woord, maar kan ook aan het begin van een woord staan. Woorden als 's ochtends, 's middags, 's avonds en 's nachts zijn hier voorbeelden van. Hier wordt een apostrof s gebruikt omdat er eigenlijk het woord 'des' hoort te staan.
Beide aanwijzend voornaamwoorden zijn mogelijk.