Als je oud geld omwisselt, wordt gerekend met de officiële vaste koers: EUR 1 = NLG 2,20371. Dit houdt in dat een oud bankbiljet van een tientje ongeveer 4,50 waard is. De Nederlandsche Bank brengt geen kosten in rekening voor het omwisselen van oud geld.
Een oud bankbiljet van 10 gulden levert ongeveer € 4,50 euro op. Voor het omwisselen van geld hoef je geen kosten te betalen. Zelfs zilveren guldenmunten kun je inwisselen. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen.
Ook de 1 en 2 cent muntjes uit Monaco, San Marino en Vaticaanstad zijn erg gewild. "Deze muntjes zijn inmiddels al meer dan honderd euro waard.
Daarom heette het oorspronkelijk ook wel dubbele stuiver. Vanaf 1948 was het dubbeltje een nikkelen munt met een waarde van een tiende gulden.
Een zilveren dubbeltje uit 1944 heeft bij veilingsite Catawiki 8.500 euro opgeleverd. Het Wilhelminadubbeltje is voorzien van de letter 'D' en is in de Amerikaanse stad Denver geslagen voor Nederland om na de oorlog te gebruiken.
Ongevouwen biljetten zijn euro's waard
Maar voor de puntgave exemplaren wordt volgens hem al snel 200 a 250 euro betaald door verzamelaars. Deze zogenaamde 'ongecirculeerde biljetten', die dus compleet nieuw zijn, zijn zelfs populair in het buitenland, vertelt Poelman.
Met een waarde van bijna 3 euro is de Koeweitse dinar in nominale termen de duurste munt ter wereld; als je ten minste bitcoin en andere alternatieve valuta's niet meerekent.
++ GEMIDDELD € 1.20 per stuk .
En voor het biljet van 100 Belgische frank (2,5 euro) zijn de cijfers nog spectaculairder. Er circuleren op zolders, onderaan kleerkasten of in kluizen nog steeds 9,6 miljoen zulke biljetten.
Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet. Ze kunnen nog altijd gebruikt worden. U hoeft ze dus niet terug te brengen naar de bank.
De prijs van een vijf cent 1948 van Wilhelmina is afhankelijk van de kwaliteit van de munt deze is te herkennen aan de hoeveelheid slijtage door gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van de 5 cent 1948 Wilhelmina wordt bepaald op kwaliteit.
Op basis van een zilverprijs van € 0,58 per gram is de zilverwaarde van een kwartje maximaal € 1,38. De verzamelwaarde is (met uitzondering van de jaren 1939-1941) een stuk hoger dan de zilverwaarde en hangt af van de kwaliteit en de schaarste van de specifieke munt.
Veel Nederlanders hebben zilvergeld (halve guldens, guldens en rijksdaalders) bewaard als belegging (vanwege de stijgende zilverkoers) of als verzamelstuk. Honderdduizenden zilveren muntstukken zijn heden ten dage nog bij verzamelaars in omloop.