Uw vruchtgebruik is levenslang, niet ingegaan en eindigt als 1 persoon overlijdt. U hebt levenslang vruchtgebruik dat nog niet is ingegaan en eindigt bij het overlijden van 1 persoon. U berekent de waarde van het vruchtgebruik op 1 januari door eerst de jaarlijkse uitkering te berekenen.
Zolang de vruchtgebruiker (langstlevende partner van de overledene) leeft, kunnen zij niet genieten van de goederen. Ze moeten het vruchtgebruik dulden. Eenmaal de langstlevende komt te overlijden, wordt de 'blote eigendom' van de kinderen automatisch omgezet in een 'volle eigendom'.
De persoon die het recht van vruchtgebruik heeft, wordt wel vruchtgebruiker genoemd. Degene die eigenaar is van het goed waarop het vruchtgebruik ziet, wordt hoofdgerechtigde genoemd. Voorheen werd de term 'bloot eigenaar' gebruikt. Vruchtgebruik is een beperkt recht.
Het vruchtgebruik duurt meestal maximaal 30 jaar. Er is echter een uitzondering: als het vruchtgebruik is gevestigd “in hoofde van” een rechtspersoon, dan kan dit voor een maximale duur van 99 jaar. De faillietverklaring en de ontbinding van de rechtspersoon betekent wel het einde van het recht van vruchtgebruik.
In een vruchtgebruik-testament kan je bijvoorbeeld vastleggen dat jouw kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar jouw partner met wie je samenwoont het mag blijven gebruiken. Op die manier kan je voorkomen dat jouw partner ineens het huis uit moet.
Als vruchtgebruiker mag je de eigendom(men) verkopen, maar enkel met een onderling akkoord tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar(s). We raden aan om dit akkoord vast te leggen op papier. De eigenaar(s) die dan beschikken over een volle eigendom kunnen overgaan tot verkoop.
De regel blijft dat de vruchtgebruiker de onderhoudsherstellingen aan het onroerend goed zelf volledig moet betalen. Het gaat om alle herstellingen die op korte of lange termijn nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, behalve in geval van normale slijtage, ouderdom of overmacht.
Zoon of dochter koopt de naakte eigendom, terwijl de ouders het vruchtgebruik kopen. De ouders gaan in het pand wonen tot ze overlijden, of verhuren het (bijvoorbeeld als ze naar een rusthuis gaan). Ze mogen zelf de huurinkomsten houden.
Als het vruchtgebruik levenslang is, wat het geval is met het erfrechtelijk vruchtgebruik, dan eindigt het automatisch bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Het kan ook eindigen door eraan te verzaken (bij notariële akte).
Erfbelasting bij vruchtgebruik
In principe moeten de kinderen erfbelasting betalen over hun 'bloot eigendom' en moet de langstlevende erfbelasting betalen over de waarde van het vruchtgebruik.
Kan vruchtgebruiker verhuren? De vruchtgebruiker heeft inderdaad niet alleen het recht om zelf te wonen in het huis of het appartement. Hij mag het ook verhuren. De huurinkomsten zijn in dat geval volledig voor hem, hij moet die dus niet 'delen' met de naakte eigenaars.
Om vruchtgebruik door verjaring te verkrijgen moet de langstlevende de inboedel drie jaar en de woning en de bankrekeningen twintig jaar exclusief hebben gebruikt.
Het vruchtgebruik komt vaak voor met betrekking tot de echtelijke woning. De kinderen worden dan op papier eigenaar van de woning, zij verkrijgen bloot eigendom. De langstlevende verkrijgt het vruchtgebruik en mag in de woning blijven wonen.
Als de eigendom van een onroerend wordt verkocht waarop een recht van vruchtgebruik rust, en de blote eigenaar én de vruchtgebruiker dit samen verkopen, wordt de volle eigendom van het onroerend goed overgedragen. Zijn beide verkopers op voorhand niets overeengekomen, dan moet de verkoopprijs worden verdeeld.
Het kindsdeel is het deel van de erfenis dat volgens de wet naar het kind gaat als een van de ouders overlijdt en er geen testament is. Wanneer de andere ouder nog in leven is, krijgt hij of zij de hele erfenis.
Wat bij overlijden? Vruchtgebruik dooft normaal gezien uit als de vruchtgebruiker overlijdt. Die laatste kan zijn recht dus niet legateren, aangezien hij de duur ervan niet kan verlengen tot na zijn dood. Zijn vruchtgebruik schenken kan wel (bij notariële akte).
De woning in een erfenis kan alleen verkocht worden als alle erfgenamen meewerken. Als er één erfgenaam weigert dan kan je die dwingen. Dat kan via de kantonrechter of zelf met een brief. Kijk wel uit met je termijn van levering.
Stap 1 – Bepaal de waarde in 1 jaar
Gaat het om een woning of vermogen, zoals een spaarrekening? Vermenigvuldig dan de volledige waarde met 6%. Het percentage van 6% is de rekenrente. Dit is de vastgestelde waarde voor vruchtgebruik en blote eigendom in 1 jaar.
Het vruchtgebruik afkopen of omzetten
Indien er geen andere erfgenamen zijn dan de kinderen, kan de omzetting van het vruchtgebruik, te allen tijde gevraagd worden door de langstlevende echtgenote of de kinderen. Vruchtgebruik afkopen of omzetten, betekent in wezen het einde van het vruchtgebruik.
In de overgrote meerderheid van de gevallen is de belastingplichtige wie op 1 januari van het aanslagjaar de eigenaar is van het onroerend goed. Als er een uitsplitsing is tussen naakte eigendom en vruchtgebruik, is de vruchtgebruiker de belastingplichtige.
Zijn er meerdere vruchtgebruikers, dan komt het ten einde bij het overlijden van de laatst overgeblevene. Vruchtgebruik is dus niet overerfbaar: de erfgenamen kunnen er geen aanspraak op maken. Wanneer de vruchtgebruiker een rechtspersoon is, gaat het vruchtgebruik teniet bij het ontbinden van deze rechtspersoon.
Het vruchtgebruik erven betekent dat je het recht krijgt om te genieten van bepaalde goederen. Zoals de naam het al zegt: je strijkt de vruchten op. Erf je bv. een huis, dan betekent het vruchtgebruik erven dat je levenslang in de woning mag blijven wonen of de woning mag verhuren en de huurinkomsten mag innen.