25, 26, 27, 28, etc zijn kwartmaten = buikmaten. Deze maten zijn vooral geschikt voor mannen die hun broek ònder de buik dragen. De lengte van het voorpand is dan ook iets korter dan bij de gewone maten, het achterpand iets langer.
Jeansmaten worden aangegeven in inches, bijvoorbeeld 30/32. Het eerste cijfer geeft de taillemaat aan en het tweede cijfer de binnenbeenlengte. Bepaal je inch-maat door een goed passende jeans op te meten. De binnenbeenlengte wordt gemeten vanaf de bovenkant van het binnenbeen tot aan pijp.
Petite – voor kleinere vrouwen
Petite (kleine) maten zijn verkrijgbaar in de EU-maten 30-48 en speciaal ontworpen voor vrouwen met een lengte tot 1,63m. De broek valt proportioneel kleiner: de broekomvang is naar verhouding wat smaller rond de heup en het bovenbeen.
Dit probleem ken je vast wel: je spijkerbroek slijt snel of scheurt zelfs bij het kruis of aan de binnenkant van je dijen. Dit komt vooral door het fietsen. Als je merkt dat de stof bij het kruis dunner wordt, kun je er aan de binnenkant een stuk speciale reparatiestof in strijken.
Toch zijn de experts het erover eens dat je niet meer dan zes paar nodig hebt, ook als je eigenlijk elke dag een jeans draagt. Je spijkerbroeken kun je namelijk overal mee combineren, waardoor het zonde is als je hele kast ermee vol hangt.
De labelmaat geeft de maximale lengte aan waarbij het kledingstuk gedragen kan worden. Kies daarom als je kind tussen twee maten invalt de eerstvolgende maat boven de lengte van je kind. Is je kind bijvoorbeeld 93 cm lang, dan is maat 92 waarschijnlijk al te klein en kun je beter maat 98 kiezen.
Om goed te meten, meet je vanaf de heup tot aan de hak. Handig om te weten: Vrouwen met een lengte tussen de 165cm en 172cm hebben over het algemeen broeklengte 32. Ben je langer dan 172cm, dan is je broeklengte 34. Ben je kleiner dan 165cm dan is je broeklengte 30.