De weglengte is de afstand vanaf een punt tot een lichtbron, het weglengteverschil is het verschil in afstand tussen de weglengte van de ene bron ten opzichte van de andere bron.
Als meerdere golven zich over een bepaalde ruimte verspreiden ontstaan er plaatsen waar de golven en elkaar versterken (constructieve interferentie) of juist uitdoven (destructieve interferentie).
Ook het voorbeeld van de schommel is hier toe te passen. Wanneer er namelijk een persoon duwt op het moment dat de schommel naar je toe beweegt, zal de persoon op de schommel stil komen te staan. Er heeft dan destructieve interferentie plaatsgevonden tussen de persoon die duwt en de persoon op de schommel.
Interferentie (letterlijk storing) is de samen- of tegenwerking van verscheidene golven op dezelfde tijd en plaats. Er kunnen zich verschillende verschijnselen voordoen, afhankelijk van de frequentie, amplitude en fase van de golven en de eigenschappen van het medium.
Een trilling is een zichzelf herhalende beweging rond een evenwichttstand. Voorbeeld is een gewichtje wat aan een veer heen en weer beweegt. Een golf is een zich in de ruimte verplaatsende trilling. Voorbeeld is een golf die zich in een koord verplaatst als je één van de uiteinde heen en weer laat trilling.
Je hebt de formule c = f x golflengte. Daarnaast heb je ook de formule v = golflengte / T (trillingstijd). Waarbij T = 1/f. Substitutie daarvan in de tweede formule, geeft v = golflengte / (1/f) --> v x f = golflengte.
Een trilling is een herhaalde beweging van een deeltje wanneer het uit zijn rustpositie wordt verplaatst. Aan de andere kant is een golf een verstoring of een trilling die reist en energie van het ene punt naar het andere brengt. Trillingen en oscillaties zijn de bronnen van alle golven.
vlakke golf:
Dit is een golf waarbij een golffront een vlak vormt. De deeltjes bewegen in een richting loodrecht op dit vlak. In het voorbeeld hieronder worden de golffronten weergegeven door rode lijnen. De basiswetten van de geometrische akoestiek zijn vervat in de principes van Fermat en Huyghens.
Interferentie van golven is het fenomeen waarbij twee golven elkaar ontmoeten of overlappen terwijl ze door hetzelfde medium reizen . Deze resulterende interferentie van twee of meer golven zorgt ervoor dat het medium een nieuwe vorm aanneemt die het resultaat is van het netto-effect van de twee individuele golven op de deeltjes van het medium.
Het faseverschil is de horizontale afstand tussen twee overeenkomstige punten op de beide grafieken (b.v. twee toppen of twee punten waar de grafieken stijgend door de gemiddelde hoogte gaan) gedeeld door de periode.
De weglengte is de afstand vanaf een punt tot een lichtbron, het weglengteverschil is het verschil in afstand tussen de weglengte van de ene bron ten opzichte van de andere bron.
Wanneer twee stenen in een plas water worden gegooid , verspreiden golven zich vanuit elke bron en treedt er interferentie op waar ze overlappen. Constructieve interferentie ontstaat wanneer de top van de ene steen samenvalt met de top van de andere.
Kwantumstippen worden onder meer gebruikt om heldere kleuren in beeldschermen te krijgen. De stippen zijn zeer klein: 10.000 tot 100.000 keer dunner dan een menselijke haar. Afhankelijk van de grootte van de stip verandert de kleur van het licht.
Wat is interferentie? Interferentie is het effect dat twee of meer samenkomende trillingen elkaar uitdoven of juist versterken. Of er uitdoving of versterking plaatsvindt hangt af van het onderlinge faseverschil tussen de trillingen.
Licht is een elektromagnetische golf die zich door de ruimte beweegt, ook door de lege ruimte. Het feit dat de ruimte leeg kan – niet moet – zijn, maakt de lichtgolven zeer bijzonder in vergelijking met andere golfverschijnselen.
Diffractie is het afbuigen van een golf langs een ondoordringbaar obstakel. Meestal gaat het om de zijdelingse verbreding door interferentie van een golf die een opening in een ondoordringbaar scherm passeert.
Interferentie-effecten kunnen bij alle soorten golven worden waargenomen, bijvoorbeeld bij licht, radiogolven, akoestische golven, oppervlaktewatergolven, zwaartekrachtgolven of materiegolven, maar ook bij luidsprekers als elektrische golven .
Interferentie is wanneer twee golven met elkaar botsen. Er zijn twee soorten interferentie: constructieve en destructieve interferentie .
Hieronder staan enkele voorbeelden van destructieve interferentie: Gravitatiegolven zijn een voorbeeld van destructieve interferentie. Lichtbundels vertonen destructieve interferentie. Bewegende elektronen en radiogolven voeren ook destructieve interferentie uit.
Golven zijn op te delen in twee soorten: Longitudinaal en transversaal. In een longitudinale golf staan de trillingsrichting en de voortplantingsrichting (de richting van de snelheid) van de golf parallel. In een transversale golf staan de trillingsrichting en de voortplantingsrichting juist loodrecht op elkaar.
De hierboven beschouwde golven worden vlakke golven genoemd omdat ze zich voortplanten in de richting x en niet in de richtingen y en z . De toppen van vlakke golven zijn vlakken die evenwijdig zijn aan de y- en z-assen.
Elektromagnetisch spectrum is de verzamelnaam voor alle mogelijke frequenties van de elektromagnetische straling. Het spectrum laat zich van lage naar hoge frequentie (maar ook energieniveau per foton en daarmee van grote naar kleine golflengte) als volgt in een tabel zetten.
Een geluidsgolf bestaat uit een golflengte en een amplitude. De amplitude of “de hoogte” van de geluidsgolf geeft het geluidsniveau aan. Hoe hoger het geluidsniveau, hoe hoger de golf. De golflengte, “de breedte” van de geluidsgolf, is omgekeerd evenredig met de frequentie.
Er moet een trillende bron zijn om geluidsgolven op te wekken , een medium (zoals lucht) om de golven te dragen en een ontvanger om ze te detecteren. Geluidsgolven kunnen niet door een vacuüm reizen.
Een geluidsgolf is een lopende golf. Dit betekent dat de golf zich verplaatst met een bepaalde snelheid.