Stroom is de hoeveelheid elektrische lading die ergens doorheen stroomt (bijvoorbeeld door een draad). Symbool van stroom is I, eenheid de Ampère (A). Spanning kan het makkelijkst begrepen worden door het te zien als de 'kracht' waarmee de stroom door de draad 'geduwd' wordt.
De hoeveelheid energie die wordt meegegeven aan de elektrische lading is de spanning (U). De eenheid van spanning wordt gemeten in volt (V). Een andere veelgebruikte benaming hiervoor is voltage. De elektrische energie wordt afgegeven binnen de stroomkring en eenmaal terug bij de bron is de lading alle energie kwijt.
De wet van Ohm luidt als volgt: De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden. Het quotiënt van spanning en stroomsterkte is dus een constante. Deze constante wordt de weerstand van de geleider genoemd.
'Elektriciteit' wordt vaak kortweg 'stroom' genoemd. Dat komt omdat de elektronen door een elektrische draad heen 'stromen', net zoals water door een tuinslang stroomt.
Spanning is de druk die de voedingsbron van een stroomkring uitoefent om geladen elektronen (stroom) door een geleidende lus te duwen, waardoor deze bijvoorbeeld een lamp kunnen laten branden. In het kort, spanning = druk en deze wordt gemeten in volt (V).
Elektrische spanning wordt ook wel ingedeeld in wisselspanning en gelijkspanning.
De meeste gewone trafo's voor halogeenspotjes 12 Volt geven wisselspanning (AC). Een LED-trafo daarentegen geeft gelijkspanning (DC), zodat de LED-lamp een stabiele voeding heeft.
Een elektrische spanning kan veroorzaakt worden door: een elektrisch veld. een elektrische geleider die dwars ten opzichte van een magnetisch veld beweegt. een batterij of een oplaadbare batterij.
Stel je hebt een 12volt motor die 30 Ampère trekt. Wat is het vermogen van deze motor? Antwoord: W = V x A. In dit geval doe je dus 12V x 30A = 360W.
Zo kan je dus bijvoorbeeld 2 Ampère vermenigvuldigen met 230 Volt, je hebt dan 460 Watt.
Algemeen wordt er aangehouden dat 60 volt gelijkspanning en 48 volt wisselspanning (50 Hz) de maximale veilige spanning is. Maar een stroom van 6 mA door je hart is dodelijk.
Elektriciteit is een vorm van energie van bewegende elektronen. Dat zijn kleine deeltjes die deel uitmaken van een atoom. Elk elektron heeft een kleine elektrische lading. Als elektronen zich verplaatsen, komt er energie vrij.
Elektrische stroom is het transport van elektrische lading. In een elektrisch netwerk vindt dit transport voornamelijk plaats door de beweging van elektronen door geleiders en halfgeleiders onder invloed van een potentiaalverschil.
Alles wat met een stekker in het stopcontact zit, werkt op elektrische energie. Ook uit een batterij komt elektrische energie. De zon geeft ons energie. Elektriciteit uit zonne-energie kun je opwekken door middel van zonnepanelen.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
Het is een kleine schroevendraaier met ingebouwd led-lampje. Steek de spanningszoeker in één van de polen van het stopcontact of houd de punt tegen het koper van de draad. Leg je duim op het metalen gedeelte van de spanningszoeker. Als het lampje gaat branden staat er spanning op het geteste punt.
Je kan met een multimeter ook een batterij controleren, bijvoorbeeld een van 1,5 volt. Accu meten. Zwarte meetsnoer in COMM en de en de rode in V, je kan dan spanning met op de pollen. Tussen de 12,3 en de 12,7 Volt is de accu vol en bij 11,6 is de accu leeg.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Netspanning is wisselspanning van minder dan 1000 volt die via het elektriciteitsnet aan de kleinverbruikers wordt geleverd. Gewoonlijk wordt met netspanning de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt bedoeld, met een spanning van circa 220 tot 240 volt.
Wet van Ohm
Er bestaat dus een relatie tussen stroom, spanning en weerstand. Deze relatie wordt de wet van Ohm genoemd, die is vastgesteld door de Duitse natuurkundige Georg Ohm. De wet luidt als volgt: De stroomsterkte door een geleider is recht evenredig met het potentiaalverschil tussen de uiteinden.
Elektronen zijn negatief geladen atomen die worden aangetrokken door de pluspool. Men zegt dus nog steeds dat stroom van plus naar min loopt, maar de daadwerkelijke deeltjesstroom stroomt juist van min naar plus.
Stroom kan gelijkstroom (DC) zijn, maar ook wisselstroom (AC). In beide gevallen gaat het om de richting waarin de elektriciteit stroomt. Gelijkstroom wordt onder andere gebruikt in auto's en schepen, terwijl thuis wisselstroom uit het elektriciteitsnet komt.
In de elektriciteitscentrale worden de negatieve deeltjes in beweging gebracht en wordt de balans verstoord. Dan bewegen de negatieve deeltjes van de plek waar er teveel zijn, naar de plek waar er te weinig zijn. Dit noem je elektriciteit. Als het door een draad gaat, noemen we het stroom.